Tinneke Beeckman:
‘Door Spinoza’s lens’ en ‘Machiavelli’s lef’

Een tijd terug (ik had toen nog geen boekenblog) las ik Door Spinoza’s lens – ik herinner me nog dat ik het boek twee keer na elkaar gelezen heb, zozeer was ik geboeid door de aanpak van Tinneke Beeckman.

Spinoza (1632-1677) is een figuur die mij al heel lang intrigeert en wiens denken tot vandaag de dag vooruit is op de tijd – wij zitten nog altijd vast in een hokjesdenken, terwijl hij toen al de wereld als een netwerk zag. Dat Spinoza zijn boterham verdiende als lenzenslijper is prachtig: hij hielp mensen zowel figuurlijk als letterlijk aan een beter zicht op de dingen.

Het boek bekijkt zes thema’s door zijn én haar lens, thema’s die niet van de minste zijn: vrij debat, geloof en politiek; revolte en manifestatie; politiek en moraal; meditatie; Darwin; seksualiteit.

De relevantie van Spinoza’s ideeën voor onze tijd loopt als rode draad door het geheel, vandaar dat ik het boek graag opnieuw onder de aandacht breng. Door Spinoza’s lens wordt regelmatig herdrukt, en dat maakt me blij – er zijn nog altijd voldoende mensen met belangstelling voor degelijk werk.

Gesterkt door deze ervaring keek ik uit naar Machiavelli’s lef, en ja hoor, ook dit boek verdient een plaats onder de kerstboom. Gezien de politieke janboel is het erg actueel, maar niet alleen actueel, want net zoals Spinoza is Machiavelli (1469-1527) tijdloos.

Beeckman schuift vijf van zijn stellingen naar voren en wijdt aan elk een hoofdstuk: politiek is conflict; noodzaak is goed voor jou; deugd is voortreffelijkheid; wie houdt de spiegel vast? vrijheid is het hoogste goed. Opnieuw legt ze uitdrukkelijke verbanden met de actualiteit.

Voorafgaand aan de stellingen weerlegt ze het populaire beeld dat ook ik van deze politieke filosoof had. Net zoals Freud geen freudiaan was, is Machiavelli geen machiavellist, dat wil zeggen niet de karikatuur die men van hen beiden gemaakt heeft. Dat Beeckman tijdens haar universitaire studie filosofie nauwelijks iets over hem te horen kreeg, zegt veel over de universiteit – het was … Spinoza die haar op het belang van Machiavelli wees.

boek: Door spinoza’s lens; een oefening in levensfilosofie

Politiek is conflict

Bent u het ook kotsbeu om politici te horen emmeren over het ‘draagvlak’ en het ‘gebrek’ daaraan? Politiek is conflict, niet het opzoeken van het makke midden, want dat spreidt enkel het bedje voor extremisten. Voor Machiavelli handelt politiek altijd over een strijd tussen elite en volk. Beide termen worden tegenwoordig door verschillende partijen misbruikt, waardoor de kernvraag verloren gaat: wie heeft er de macht in handen, wie niet?

Machiavelli is daarin duidelijk: het volk wil zichzelf besturen, de elite wil het volk onderwerpen om er economische voordelen uit te halen, het conflict is onvermijdelijk. Machiavelli heeft meer vertrouwen in het volk dan in de elite, ook op intellectueel vlak. Onder volk begrijpt hij een groep georganiseerde burgers, niet de revolutionaire massa’s waarvan Gustave Lebon vier eeuwen later het gevaar zal beschrijven.

Ondanks zijn voorkeur houdt hij geen pleidooi voor een onbeperkte macht van het volk; in zijn intelligente blik is er altijd een tegengewicht nodig die voor de nodige inperking van de macht zorgt. Beide partijen (volk en elite) zijn noodzakelijk, anders ontstaat er een tirannie, hetzij van de elite over het volk, hetzij omgekeerd.

Als het onevenwicht tussen volk en elite te groot wordt, dan volgt het volk een sterke man die hun onvrede mobiliseert. Vervolgens neemt die man de macht van de elite over en gebruikt die autoriteit tégen het volk.

In het omgekeerde geval, wanneer de elite zich onderdrukt weet, volgt zij een leider die het volk als een zootje afschildert dat de knoet verdient – het resultaat is onderdrukking en vervolgens een uitbarsting van geweld. Herkenbaar, niet?

Noodzaak is goed voor jou

Noodzaak kan goed zijn – de verdedigers van de verzorgingsstaat zullen steigeren bij een dergelijk idee, maar het is wel juist. Pas als er echt noodzaak is, komen we tot handelen en worden een aantal dingen vanzelfsprekend, samenwerking bijvoorbeeld.

Necessità kweekt zelfdiscipline, wat op zich al een voordeel is, en maakt mensen inventief. Overvloed maakt ons gemakzuchtig en zelfgenoegzaam, waarbij een dominante groep de noodzaak bij een andere groep kan miskennen. Het idee van ‘too big to fail’ is ronduit gevaarlijk, het maakt de onafwendbare mislukking nog vele malen groter. Een politiek-maatschappelijke crisis legt de systeemfouten bloot en dwingt tot verandering, met als mogelijke uitkomst dat het voorheen ondenkbare toch realiteit wordt, ten goede of ten kwade. Er is virtù, deugdzaamheid, nodig om onder tijdsdruk goede beslissingen te nemen.

boel van Tinneke Beeckman: ‘Machiavelli’s lef’

Deugd is voortreffelijkheid

Wat Machiavelli als deugdzaamheid begrijpt in de politiek, verklaart zijn slechte reputatie – vooral bij de religieuze machtshebbers, die hem een blijvend slechte pers bezorgd hebben. Natuurlijk moet een politicus moreel hoogstaand zijn, maar wie alleen maar goed is, komt nergens en zonder macht bereikt hij niets.

De eerste opdracht is het veroveren van macht, anders lopen immorele mensen over je heen. Nobele doelen vooropstellen en politiek bedrijven vanuit een positie van morele zuiverheid is niet alleen utopisch, maar in de praktijk zeer gevaarlijk – wie wordt er uiteindelijk niet weggezuiverd?

Hoe kan je, als gewetensvol politicus of burger, schaamteloze figuren die met alle mogelijke middelen de macht willen verwerven, toch tegenhouden? Daar heb je politici voor nodig die de nodige deugden bezitten.

Maar wat is virtù? Deugd is het zo voortreffelijk mogelijk ontwikkelen van de eigen mogelijkheden én deze in de praktijk brengen door voortdurend aan je gedrag te schaven – de inspiratie is duidelijk Aristotelisch.

Moed staat daarbij voorop, nederigheid vindt Machiavelli maar niks. Hij zal deze bij uitstek christelijke deugd verwerpen en daarmee de gevestigde macht tegen zich krijgen, ook al omdat hij de bijbehorende schijn van pausen en kardinalen doorprikt. Op de koop toe vindt hij schijn niet per definitie slecht en soms zelfs noodzakelijk.

Tegenover nederigheid plaatst hij lef, om bijvoorbeeld kordate beslissingen te nemen die moreel onjuist lijken, maar die op een langere termijn wel de vrijheid van de staat ten goede komen. Dat laatste is het belangrijkste doel voor een politicus, en soms vraagt dat beslissingen die ingaan tegen diens geweten.

Dergelijke ideeën verklaren het populaire beeld dat we hebben van Machiavelli: het doel heiligt de middelen, vergeet de moraal. Beeckman nuanceert dit beeld grondig, onder meer door zijn politieke ethiek te lezen vanuit Weber. Deze grondlegger van de sociologie maakte begin vorige eeuw in zijn Politiek als beroep het onderscheid tussen een ethiek van de overtuiging (het geweten) en een ethiek van de verantwoordelijkheid (de gevolgen).

Machiavelli verwerpt een politiek die beperkt blijft tot een ethiek van het eigen geweten en kiest uitdrukkelijk voor een politieke ethiek die het accent legt op de gevolgen. Een politicus is verantwoordelijk voor de burgers en de gemeenschap, zijn beslissingen moeten het belang van de burgers dienen, niet zijn eigen geweten. Deze stelling hangt nauw samen met een ander centraal idee, de noodzakelijke scheiding tussen de politicus en de privépersoon.

Wie houdt de spiegel vast?

Wie lange tijd de macht in handen heeft, wordt corrupt. Vandaar de noodzaak aan tegenspraak: gezagsdragers moeten een confronterende spiegel voorgehouden worden in plaats van omringd te worden door jaknikkers en opportunisten.

“Wil men zich een idee vormen van de intelligentie van een vorst, dan dient men op de eerste plaats te kijken naar de mensen met wie hij zich heeft omringd.” Een dergelijke confronterende spiegel moet volgens Machiavelli vanuit het volk komen. Hij beschouwt zichzelf als spreekbuis van het volk en daarom schrijft hij Il Principe (De vorst), een ‘vorstenspiegel’ die de kwaliteiten beschrijft waar een politiek leider aan moet voldoen.

Zijn beschrijving deed zijn slechte reputatie nog toenemen, niet omdat hij ongehoorde dingen neerschrijft (ze waren wel degelijk al ‘gehoord’), maar omdàt hij ze neerschrijft. Politiek, in de goede betekenis van het woord, vooronderstelt een strenge scheiding van het private en het publieke.

Dit brengt onvermijdelijk een noodzakelijk stuk hypocrisie met zich mee: als gezagsdrager speel je een publieke rol die in een aantal gevallen niet strookt met wie je als privépersoon bent. Dus is schijn belangrijk, alweer op voorwaarde dat daarmee het algemeen belang gediend wordt.

In dit hoofdstuk legt Beeckman nog meer dan in de andere het verband met het huidige politieke bestel. Ze leest Machiavelli samen met Hannah Arendt, en haar kritiek is scherp en terecht, waarbij we vooral naar onszelf moeten kijken – het zijn wij die slechte politici blijven gedogen, omdat we het lef niet hebben om ze aan de kant te schuiven. En daarmee offeren we ons hoogste goed op – onze vrijheid.

Vrijheid is het hoogste goed

Het laatste onderwerp verklaart waarom Spinoza van Machiavelli hield: vrijheid is het hoogste goed. Vandaag de dag is het ontzettend belangrijk om te begrijpen wat vrijheid betekent: vrijheid is gebaseerd op de mogelijkheid tot zelfbestuur, op het hebben van medezeggenschap over de wetten waaraan we ons moet onderwerpen.

Vrijheid gaat helemaal niet over het altijd en overal je eigen zin kunnen doen, als individu. Een dergelijke naïeve en ronduit gevaarlijke invulling begint tegenwoordig meer en meer de toon te zetten. Ze is gevaarlijk omdat ze heel snel uitmondt op het ‘recht’ van de sterkste: in naam van de ‘vrijheid’ doe ik mijn zin omdat ik dat kàn, want ik heb meer macht dan jij, dus moet jij naar mijn pijpen dansen.

Politieke vrijheid, zoals Machiavelli deze definieert, houdt net een inperking in van de macht van de sterkste (lees ook het boek van Annelien De Dijn, zie https://boekenblog.paulverhaeghe.com/annelien-de-dijn/ of de boekrecensie in CIMIC-Nieuwsbrief#26 van oktober 2021).

Vier eeuwen later moeten wij een evenwicht zien te vinden tussen de rechten van de mens (collectief) en de rechten van de burger (individueel).

Op politiek vlak worden we geconfronteerd met corrupting dependence, een vorm van corruptie die het zelfbestuur aantast, ook al omdat het nauwelijks bestrafbaar is: politici die afhankelijk zijn van economische machten en hun beslissingen laten dicteren door lobbygroepen.

Het voorbije decennium is dit zelfs voor het brede publiek overduidelijk geworden, maar voorlopig gebeurt er niets mee. De enige oplossing is een grondige hervorming van het politieke bestel.

Met deze twee boeken reikt Tinneke Beeckman middels Spinoza en Machiavelli bruikbare handvaten aan voor onze tijd, waar we met zijn allen op zoek moeten gaan naar een ander economisch bestel (duurzaamheid) op grond van een andere politieke organisatie van de democratie (burgerberaden).

Beide boeken zijn zonder twijfel een goed idee voor de eindejaarsaankopen. En koop ze verdomme in de boekhandel, niet via het internet!

Paul Verhaeghe

Tinneke Beeckman, Door Spinoza’s lens. Macht, meditatie, manifestatie, evolutie, seksualiteit, Kalmthout, Pelckmans uitgever, (herdruk) 2021, 232 p. ISBN 978 90 289 6834 9

Tinneke Beeckman, Machiavelli’s lef. Levensfilosofie voor de vrije mens,
Amsterdam, Boom, 2020, 285 p. ISBN 978 90 2441 970 8

Deze boekrecensie verscheen op 5 december 2021 op de boekenblog van Paul Verhaeghe, met dank voor de overname: https://boekenblog.paulverhaeghe.com/door-spinozas-lens-machiavellis-lef/

Dit vind je misschien ook leuk...