Hoe de Krim-sonnetten van Adam Mickiewicz (1798-1855) Oost-Europa dichterbij brengen

auteur: Marc Colpaert

Op de muur van de Haarlemmerweg 5a in de Nederlandse universiteitsstad Leiden staat een vreemde tekst geschilderd. De vorm doet veronderstellen dat het een gedicht is. De onderverdeling 4-4-3-3 en de eindrijmen verwijzen naar een sonnet. De auteur, Adam Mickiewicz, is voor de meesten onder ons een illustere onbekende van lang geleden – dat lezen we af aan de getallen 1798 en 1855, de geboorte- en sterftedatum. Leiden heeft sinds 1988 een stedenband met de Poolse stad Torún en werkte een ‘Poolse wandeling in Leiden’ uit die de wandelaar onder andere met het muurgedicht Bajdary confronteert.

Leiden werkte een ‘Poolse wandeling in Leiden’ uit die de wandelaar onder andere met het muurgedicht ‘Bajdary’ van Adam Mickiewicz  confronteert
Leiden werkte een ‘Poolse wandeling in Leiden’ uit die de wandelaar onder andere met het muurgedicht ‘Bajdary’ van Adam Mickiewicz confronteert (foto: stedenband Leiden-Torún).

Wat wil dit gedicht van de lezer? Als de wandelaar hier halthoudt, staat hij als het ware voor de culturele (taal)muur die de laatste honderd jaar tussen Oost- en West-Europa werd opgetrokken. Leiden doet er wat aan. Maar door de oorlog in Oekraïne komen Oost-Europa en Polen nu plots heel dichtbij. Dit gedicht appelleert aan een geheugen dat eventueel is uitgewist. Ik wil weten wat ik niet heb geweten en zoek het uit.

Bajdary is de naam van “een mooi dal onderweg naar de zuidkust van de Krim”, aldus de dichter Adam Mickiewicz in zijn toelichtingen bij Sonety Krymskie, zijn Krim-sonnetten.

Mickiewicz is zowel de nationale dichter van Polen als van Litouwen en Wit-Rusland en wordt er op gelijke hoogte geplaatst met Lord Byron en Johann Wolfgang von Goethe. Hij is beroemd voor zijn balladen, sonnetten en zijn heldendicht Pan Tadeusz (verfilmd door regisseur Andrzej Wajda), een romantische rebel. In zijn werk contrasteert de ontwikkelde, klassieke Oudheid en de Verlichting met daartegenover het traditionele platteland.

Standbeeld van Adam Mickiewicz in de Litouwse hoofdstad Vilnius, waar hij aan de universiteit studeerde.
Standbeeld van Adam Mickiewicz in de Litouwse hoofdstad Vilnius, waar hij aan de universiteit studeerde.

Een Poolssprekende Wit-Russische Litouwer

Mickiewicz werd in 1798 geboren in Zavosse of Nowogrodek in Wit-Rusland dat toen al deel uitmaakte van het Russische rijk. Vroeger lag dat in de Pools-Litouwse Unie. Dat gigantische land werd in drie fazen opgesplitst en deels geannexeerd door het Russische keizerrijk. Polen-Litouwen was tot 1772 een superdiverse staat in Midden- en Oost-Europa en bestreek het grootste deel van het huidige Polen, het huidige Litouwen, Letland en Wit-Rusland, grote delen van Oekraïne, en kleinere delen van het huidige Rusland, Estland en Roemenië.

De Pools-Litouwse Unie in 1772, net voor het land op initiatief van koning Frederik II van Pruisen een eerste keer een groot deel van zijn grondgebied verloor.
De Pools-Litouwse Unie in 1772, net voor het land op initiatief van koning Frederik II van Pruisen een eerste keer een groot deel van zijn grondgebied verloor.

Tussen 1772 en 1795 werd het Pools-Litouwse ‘Commonwealth’ pijnlijk verdeeld onder de Habsburgse monarchie (Oostenrijk), het koninkrijk Pruisen en het keizerrijk Rusland.

De opdeling van Polen-Litouwen in 1772, 1793 en 1795. De drie machtige buurlanden (Pruisen, Oostenrijk en Rusland) pikten telkens een deel van het grondgebied in. Op 3 januari 1795 hield het land op te bestaan.
De opdeling van Polen-Litouwen in 1772, 1793 en 1795. De drie machtige buurlanden (Pruisen, Oostenrijk en Rusland) pikten telkens een deel van het grondgebied in. Op 3 januari 1795 hield het land op te bestaan.

Adam Mickiewicz stamt uit een Poolse of ‘gepoloniseerde’ bovenklasse. Hij studeerde aan de universiteit van Vilnius (dat toen nog Wilno heette in het Pools, nu Litouwen) en werd leraar op een school in Kaunas (1819 -1823).

Vanaf 1818 begint zijn schrijversloopbaan die door de Russische bezetter al snel te patriottisch en te revolutionair wordt bevonden. Als lid van een geheime organisatie van Vilnius-alumni (de ‘Philomathen’) had Mickiewicz banden met bewegingen die ijverden voor Poolse onafhankelijkheid. Hun verzet sloeg over naar andere geannexeerde gebieden en ook naar Rusland zelf. In 1824 werden verschillende leden van dat geheim genootschap gearresteerd en naar Rusland verbannen omdat ze daar beter in het oog konden worden gehouden. Ook Mickiewicz. Daardoor verbleef hij vijf jaar in Sint-Petersburg en Moskou.

Wat niet belette dat hij in 1825 twee maand lang Odessa en de Krim kon bezoeken dankzij Karolina Sobanska, de Poolse geliefde van een generaal (Iwan Witte) die over de handel en wandel van Mickiewicz persoonlijk aan de tsaar moest berichten. Daar ontstonden dan zijn Krim-sonnetten. Met deze gedichtencyclus verschafte Mickiwiecz zich toegang tot de wereldliteratuur.

Een romantisch schilderij van Adam Mickiewicz door Walenty Wańkowicz (1828), Nationaal Museum Warschau.
Een romantisch schilderij van Adam Mickiewicz door Walenty Wańkowicz (1828), Nationaal Museum Warschau.

Mickiewicz was een graag geziene gast in de literaire kringen van Sint-Petersburg en Moskou, waar zijn poëtisch talent sterk werd gewaardeerd. Hij raakte bevriend met Alexander Poesjkin en met ‘Dekabristen’-leiders (o.a. Kondraty Ryleyev) die in Sint-Petersburg op 26 december 1825 voor het eerst in opstand kwamen tegen het autocratische tsarendom. Hun opstand werd echter bloedig neergeslagen en sommige Russische dichters werden opgehangen, anderen naar Siberië gestuurd.

Zijn talrijke vriendschappen zorgden ervoor dat hij uiteindelijk een paspoort kreeg om Rusland te verlaten. In 1829 trok hij naar West-Europa en keerde nooit meer terug.

Adam Mickiewicz-monument in Warschau.
Adam Mickiewicz-monument in Warschau.

Voorgoed naar West-Europa

Zijn reis bracht hem naar Weimar, waar hij in 1829 gedurende enkele dagen Goethe kon ontmoeten. In Berlijn volgde hij lezingen van Hegel. Daarna kwamen Milaan en Venetië.

Toen hij zich in 1830 in Rome vestigde, vernam hij dat de Poolse novemberopstand tegen Rusland in Warschau was mislukt. De politiek en het vrijheidstreven lieten hem niet meer los en daagden hem als schrijver uit. Zijn leven werd een zwerftocht.

In Parijs huwde hij Celina Szymanowska, de dochter van een befaamde Poolse pianiste. Ze kregen zes kinderen, maar het werd geen gelukkig huwelijk. Ze hadden het ook niet breed omdat Mickiewicz eigenlijk niet van zijn pen kon leven en de bereidwillige financiële ondersteuning van vrienden niet voldoende was. Celina leed bovendien aan depressies. Mickiewicz ondernam in 1838 zelfs een zelfmoordpoging.

Een foto van Adam Mickiewicz uit 1853, twee jaar voor zijn dood.
Een foto van Adam Mickiewicz uit 1853, twee jaar voor zijn dood.

Professor

In Lausanne werd hij professor Latijnse literatuur en in Parijs – waar hij het langst verbleef – doceerde hij aan het Collège de France vanaf 1840 enkele jaren Slavische literatuur. Ook daar werd hij weer actief onder de Poolse emigranten die hem aanzetten om politiek geëngageerd te blijven.

Onder invloed van de Poolse filosoof Andrej Towianski voelde hij zich vanaf 1841 aangetrokken tot mystiek. Er sloop een messiaans element in zijn werk, waardoor het door de katholieke kerk een tijd werd verboden. In de winter van 1848-49 brengt Fréderic Chopin, een paar maanden voor zijn dood, nog een troostrijk bezoek. Jaren eerder had Chopin enkele gedichten van Mickiewicz getoonzet.

Vanaf 1852 was Mickiewicz bibliothecaris van de Bibliothèque de l’Arsenal in Parijs. Hij heeft voor Frankrijk en de Poolse émigrés veel betekend, maar kreeg nooit het staatsburgerschap.

Constantinopel

Uiteindelijk trok hij – op vraag van de Franse regering – in 1855 naar Constantinopel om er onder Ottomaans commando het Poolse verzet voor de Krim-oorlog (1853-1856) tegen Rusland te helpen organiseren. Hij hoopte dat dit zou leiden tot een nieuw Europa en een onafhankelijk Polen.

Maar na een bezoek aan een militair kamp kwam hij ziek terug en stierf op 26 november 1855 in Constantinopel aan cholera. Sommige bronnen zeggen dat hij werd vergiftigd. Hij werd begraven in Frankrijk (Montmorency, Val-d’Oise), maar in 1890 overgebracht naar Krakow, waar hij werd bijgezet in de Wawelcrypte bij de graven van de oude koningen van Polen.

De strategische belangen van de grootmachten leiden in 1853 tot het uitbreken van de Krim-oorlog.
De strategische belangen van de grootmachten leiden in 1853 tot het uitbreken van de Krim-oorlog.

Krim-oorlog 1853-1856

In die driejarige Krim-oorlog stonden 300.000 Turken, 400.000 Fransen, 250.000 Britten en 18.000 Sardijnen tegenover 700.000 Russen en 4000 Bulgaren. De Krim-oorlog – die over economische en territoriale belangen ging – kostte toen aan 600.000 mensen het leven!

Nostalgie, schoonheid en Krim-Tataren

Mickiewicz had de schoonheid van zijn heimat én van de multi-etnische Krim nog mogen bezingen, het landschap dat ook de bakermat was van islamitische Krim-Tataren, een Turkse etnische groep met een eigen taal. Hij werd geïnspireerd door de klassieke Griekse en oosterse geschiedenis van dit gebied, maar dus ook door Byron en Goethe.

Het schiereiland Krim in de Zwarte Zee was van in de oudheid door Griekse kolonisten bewoond, later werd het de vestigingsplaats van de islamitische Krim-Tataren in het Russische rijk.
Het schiereiland Krim in de Zwarte Zee was van in de oudheid door Griekse kolonisten bewoond, later werd het de vestigingsplaats van de islamitische Krim-Tataren in het Russische rijk.

Overigens hebben de beroemde Goethe-kenners Katharina Mommsen en slavist Martin Bidney ontdekt dat zowel Poesjkin als Mickiewicz hebben ingespeeld op Goethes ‘West-Östlicher Divan’ en diens dialoog met het (islamitische) Oosten, met name met de Iraanse dichters Hafis en Saadi. Mickiewicz werd in 1825 evenzeer geraakt door de islamitische traditie op de Krim, als Goethe door de aanwezigheid van Russische islamitische Basjkieren die in 1812 in Weimar gelegerd waren om het op te nemen tegen Napoleon.

Stalin

Honderd jaar later (1944) werden de Krim-Tataren slachtoffer van Stalins etnische zuiveringen. Op bevel van de beruchte chef van de geheime dienst, Beria (lees Nino Haratischwili, Het achtste leven) werden ze gedeporteerd naar Oezbekistan. Men schat het dodental ten gevolge van de deportaties en de ontberingen op 200.000.

De Tatarenbevolking werd toen valselijk beschuldigd van collaboratie met de nazi’s. Pas in 1991 ondertekende president Jeltsin de wet ‘Over Rehabilitatie van de Onderdrukte Volkeren’. Deze wet gaf toe dat Stalins deportatie van ‘onderdrukte volkeren’ naar de Siberische strafkampen (goelags) een genocide moet worden genoemd.

Een West-Oostelijke dialoog

Het gedicht Bajdary heeft in mij als lezer associatief doorgewerkt. Toen Martin Bidney mij in 2013 zijn vertaling van de Krim-sonnetten schonk n.a.v. onze samenwerking rond Goethes ‘West-Östlicher Divan’, kon ik ze niet plaatsen. Nu wel. Martin Bidney heeft de schoonheid ervan in het Engels trachten te benaderen, Arent van Nieukerken deed het voor de stad Leiden in het Nederlands.

I lose my horse to race the wind, don’t spare the spur.
Woods, valleys, rocks, in turn, are flooding past my feet,
Sweep by, and are submerged, like rushing currents fleet;
Crazy, I crave to drink the image-whirlwind’s wirr.

And when the steed, mouth foaming, heeds my call no more,
While the World loses all its hues beneath night’s shroud,
As in a broken mirror, in my fire-eyes crowd,
Dreamlike, the spectral valleys, woods, and meadow-floor.

The earth sleeps, I can not. I leap into the sea.
A black and swelling wave roars, arches toward the shore.
I bend my brow, I stretch my arms out eagerly.

The waves fall on my head, around me chaos’ roar.
I wonder if my reason, whelmed by whirwinds’ glee,
Will sink into oblivion soon, to rise no more.

(Voices of the World in Song, Adam Mickiewicz, Sonety Krymskie, Crimean Sonnets, Krim-Sonette, edited by Katharima Mommsen and Martin Bidney, Bernstein-Verlag, Bonn, 2010, p.53)

Het dal van de Bajdaar (vertaling Arent van Nieukerken)

Ik jaag mijn paard de wind voorbij en spaar geen slagen;
In tomeloze drang verglijden langs mijn zij
Als golven van een stroom, bos, dal en rotspartij
‘k Bedrink mij, laat mij door die stroom van beelden dragen.

En als mijn schuimend ros weerspannig voort blijft jagen,
De wereld kleur verliest onder des duisters sprei,
Dan breekt mijn gloeiend oog als spiegel in ’t getij
Van geesten die uit dal en bos ontwaken.

De aarde slaapt; ik waak, de zee biedt mij zijn schoot;
Een zwarte golf zwelt op en buldert naar de oever,
Ik neig mijn hoofd hem toe, strek uit mijn armen bloot,

Hij barst, zijn schuimkraag laat mijn hoofd in chaos toeven;
Ik wacht totdat mijn geest – die vloedomspoelde boot –
Vergaat, om een moment vergetelheid te proeven.

https://www.leiden-torun.eu/nieuwsbrieven/Poolse%20wandeling%20in%20Leiden.pdf

Mickiewicz-monument in Minsk (Wit-Rusland).
Mickiewicz-monument in Minsk (Wit-Rusland).

Tot slot nog een vrije, rijmloze vertaling van het Krim-sonnet Ruiny Zamku W Balaklawie. ‘De ruïnes van Balaklawa bevinden zich boven de baai van Balaklawa (n.v.r. Sebastopol)’, schrijft Mickiewicz. ‘Griekse kolonisten uit Milete bouwden er ooit een burcht.’ Het gedicht echoot de tragische sfeer van vandaag.

De ruïnes van Balaklawa

De kastelen in chaotisch puin, totaal vernield
beschermden ooit en sierden u – ondankbare Krim
vandaag een veld van schedels en skeletten
waar reptielen – erger nog – ook schurken huizen.

Naar de toren onderweg zoek ik heraldische sporen:
was dit een held, de schrik en gruwel voor de vijand
hij is vergeten nu en slaapt
zijn naam wordt uitgewist door wormen en klimop.

Hier gaf de Griek destijds met kunst weer leven aan het marmer
versloeg Rome er de legers uit ’t Mongolenrijk
hier zongen vrome moslimpelgrims hun gebeden.

Vandaag heerst nu de dood, slechts gieren zweven
donker over het verval, hun vleugels zwarte vaandels
tekenen van dodelijke pest.

Marc Colpaert


Lees verder (inhoud november 2022


Dit vind je misschien ook leuk...