Het mirakel: hoe inheemse wijsheid hielp bij het redden van vier verdwaalde kinderen in de Colombiaanse Amazone
Het aantreden van de sociaaldemocratische regering van Gustavo Petro – de eerste in de geschiedenis van Colombia – heeft nog niet tot veel concrete resultaten geleid voor het vredesproces of de broodnodige landbouwhervormingen. De redding van vier inheemse kinderen werd daarom met des te meer vreugde onthaald door de bevolking en de (internationale) pers, ook vanwege de bijzondere samenwerking die deze redding inhield tussen voormalige vijanden: de Inheemse Garde[1] en het leger van Colombia.
Op 1 mei 2023 moest een klein vliegtuigje dat op weg was van Araracuara naar San José del Guaviare een noodlanding maken in het Colombiaanse Amazonewoud.
Aan boord waren twee piloten en vijf leden van de inheemse Huitoto-stam: Magdalena Mucutuy en haar kinderen Lesly Mucutuy (13 jaar), Soleiny (9), Tien Noriel (5) en Cristin, een baby van nog geen jaar oud. De piloten kwamen onmiddellijk om en Magdalena overleed na een paar dagen, naast het neergestorte vliegtuig. Ze raadde haar kinderen aan hun toevlucht te nemen tot het oerwoud.
Daar werden ze op 9 juni, 40 dagen later, gevonden. Ze bevonden zich op 3,5 kilometer van de plaats van het ongeval en bleken te hebben kunnen overleven dankzij de kennis van de oudste dochter, Lesly. Zij had van haar moeder geleerd wat eetbare bessen en planten zijn en hoe je je in het oerwoud kunt beschermen tegen slangen en andere wilde dieren, insecten, en de onophoudelijke regen.
Maar in dit artikel gaan we in op de even wonderbaarlijke samenwerking tussen de Inheemse Garde en het Colombiaanse leger, met een vertaling van een interview met Luis Acosta,[2] de nationale coördinator van de Inheemse Garde.
Luis Acosta: “Het leger begreep dat we moeten leren van de inheemse bevolking”
Volgens Luis Acosta, de nationale coördinator van de Inheemse Garde, kon dankzij een combinatie van traditionele kennis van 85 leden van de Inheemse Garde en geavanceerde technologie van 120 soldaten de vier inheemse kinderen worden gevonden die 40 dagen lang in de Colombiaanse jungle hadden overleefd.
De eerste uitdaging was om het vertrouwen van de jungle te winnen, zegt de 49-jarige Nasa-indiaan die de leiding had over de zoekactie van inheemse kant en die werd geboren in Caloto, in de regio Cauca, die meer wordt gekenmerkt door imposante groene bergen dan door junglegebied.
“Het oerwoud begrijpt de mens niet, het ziet hem als een gevaar”, zegt hij. Je moet weten hoe je het oerwoud kunt interpreteren, niet alleen geografisch, maar ook spiritueel. “De jungle was degene die ons de kinderen heeft gegeven”, voegt hij eraan toe.
Een grotere uitdaging voor de Inheemse Garde was het opbouwen van een vertrouwensrelatie met het leger. De Inheemse Garde en het leger zijn al tientallen jaren eerder tegenstanders dan bondgenoten, maar ze slaagden er dit keer in om hun kennis met succes te combineren en de vier kinderen te vinden.
Wie waren de leden van de Inheemse Garde die bij de zoekactie betrokken waren?
Luis Acosta: “Ik was de nationale coördinator en er waren Coreguaje-bewakers uit Caquetá, de Sionas uit Putumayo, Isimali uit Meta en uit Araracuara, wij uit Cauca en ongeveer 15 Uitoto-leden van de familie van de kinderen. We waren zo met ongeveer 85 leden van de Garde en werkten samen met ongeveer 120 goed getrainde soldaten.”
Hadden jullie het gevoel dat jullie dicht bij de kinderen waren? Of was het een verrassing om ze te vinden?
“We hadden een dag eerder bewijs gevonden, ook dankzij speurhond Wilson: een grot met sporen van de kinderen en voetafdrukken van hen allemaal, dus we wisten dat ze dichtbij waren. Maar cultureel gezien had de jungle hen ‘in de greep’, dus het was essentieel om een pagamento te doen, een inheems dankritueel. De volgende dag gaf de jungle ons de kinderen terug.”
“De jungle is een grootmoeder, zij heeft haar spirituele wezens, haar bosgeesten, en er was ook de geest van de moeder van de kinderen, die bij het vliegtuigongeluk was omgekomen en wist dat de jungle voor de kinderen zou zorgen en beschermen. En we wisten dat de jungle de kinderen niet zomaar zou teruggeven.”
“Daarom werd een yagé-ceremonie (ayahuasca) gedaan, een ceremonie met een traditionele heilige plant die je spirituele kracht geeft, je de jungle laat begrijpen en je inzichten geeft. Daardoor kon één van de leden van de Inheemse Garde de kinderen vinden.”
Waar was u toen ze werden gevonden?
“Ik was in de buurt, heel dichtbij. Als coördinator van de Garde zat ik bij de soldaten op de grond. We vonden de kinderen op een plek waar we al duizend keer waren langsgekomen! We regelden zo snel mogelijk communicatielijnen en voeding, medische en spirituele zorg, en helikopters.”
“Toen ik de kinderen zag, kwam het beeld van mijn eigen kinderen op, omdat ook hun moeder stierf toen ze nog klein waren. Ik voelde veel dankbaarheid. Ze spraken nauwelijks omdat ze zwak en ondervoed waren, maar soms lachten ze met me mee.”
“Het oudere meisje [die voor haar broers zorgde] is een geweldige krijger, een vechter, en deze kinderen zitten nu vol met voorouderlijke, traditionele wijsheid: de jungle leerde hen 40 dagen lang hoe ze grote krijgers en leiders moesten zijn. Ze zullen een bron van inspiratie zijn voor anderen.”
Hoe leg je uit dat vier kleine kinderen zoals zij hebben kunnen overleven in de jungle?
“We hebben 500 jaar onderdrukking overleefd, dus waarom zouden we geen 40 dagen overleven? De jungle, het territorium, heeft ons gevoed, en ze hebben het volgehouden omdat ze voorbereid waren, omdat onze ouders ons van kinds af aan voorbereiden om ons territorium te begrijpen. Jij woont in Bogotá, maar ken je Bogotá echt? Of in Spanje, maar ken je Spanje werkelijk?”
“Onze voorouders leerden ons de navelstreng van de pasgeborenen te begraven: dit schept een band met en een verplichting tot de bomen, de dieren, de bergen, het water… Deze kinderen krijgen les van de jungle, voor hen is het lopen door de jungle als voor een kind uit Bogotá dat zich verplaatst door een supermarkt. Ze waren getraind in en door de jungle – kinderen uit Bogotá zouden dit avontuur niet hebben overleefd.”
Hoe vulden de Inheemse Garde en het leger elkaar aan bij deze zoektocht?
“De Inheemse Garde heeft organisatorische, culturele en spirituele capaciteiten. Het leger had technische en operationele capaciteit. Door de combinatie van deze capaciteiten kwamen we tot op de plek waar de kinderen waren. Door de helikopters zouden we bijvoorbeeld in de buurt van het vliegtuigwrak kunnen komen, maar dat kon alleen bij goed weer, en het was constant hard aan het regenen, zoals vaak in de jungle. Wij inheemse leiders voerden ceremonies uit zodat de lucht zou opklaren – en dat hielp daadwerkelijk. Dat bedoel ik met een combinatie van spirituele en technische capaciteiten.”
“Ik zag ook veel soldaten die ons om chimu vroegen, een extract van de tabaksplant die in combinatie met mambe (cocabladeren) wordt ingenomen. Dit proces van mambear geeft kracht en voorkomt dat de gifslangen je bijten. Ik had soldaten nog nooit eerder zien mambear. En zij leerden ons op hun beurt omgaan met het kompas en de satelliet-GPS.”
“We deelden ook eten: ze gaven ons militaire rantsoenen, wij gaven ze geroosterde coca-bladeren, maniok en yucameel. We wisselden rond het vuur de lessen van onze grootouders uit. We deelden alles.”
Is deze vorm van samenwerking uitzonderlijk?
“Ja, dit was een zeer belangrijk bondgenootschap voor Colombia. Ik zag dat dit leger open stond om ons echt te ontmoeten en te leren kennen, en wij van onze kant ook. In de jungle wilden we de soldaten echt aan onze zijde hebben, terwijl we ze hier in de stad [in Bogotá] verachten.”
“Daar in de jungle waardeerde het leger de Inheemse Garde echt, terwijl ze ons hier in de stad als een vijand zien. Als ik nu een soldaat zie, omhels ik hem. Die jongens huilden met ons mee, ze leden met ons mee. Daar liet niet de militair zich zien, maar de mens achter de militair.”
“Dit is voor mij echt de weg naar vrede: elkaar leren kennen en waarderen. De Colombianen kennen Colombia nog steeds niet. Het land is zo gecentraliseerd, en leeft zo met de rug naar de inheemse bevolking, dat het niet beseft dat een inheems meisje van 13 jaar deze jongens, deze soldaten, kan tonen hoe ze de jungle kunnen leren kennen en erin overleven. Want dat is geen ‘wetenschap’ volgens de westerse visie op onderwijs.”
“Het leger begreep deze keer dat het moet leren van de inheemse bevolking. ‘Wat weten ze veel!’, zeiden ze. En ze brachten ons technische zaken bij over noodsituaties en rampen.”
“Ik denk dat we op deze weg verder moeten gaan en van elkaar moeten blijven leren. Want er is nog veel onwetendheid en onbegrip, aan beide zijden: we moeten het hart van de Inheemse Garde leren kennen net als dat van het leger.”
“De waarheid is dat ik nu commandanten zie met andere principes, een andere visie. Ze vroegen me om lessen te geven over wat de Inheemse Garde is. De oorlog scheidde ons, maar deze operatie-Hoop is nodig geweest om het sociale weefsel weer te herstellen.”
“Ik hoop dat de hele wereld nu de kracht van onze kennis en spirituele praktijken heeft gezien. Moeder Aarde heeft ons een boodschap gestuurd door deze kinderen te beschermen: dat wij op onze beurt Moeder Aarde moeten beschermen.”
Helena ter Ellen vanuit Colombia
[1] De Inheemse Garde is een organisatie waarvan de leden geen wapens dragen, alleen de ‘stok van de waardigheid’ met gekleurde en symbolische linten. Ze zijn een erkende en autonome autoriteit in de voorouderlijke gebieden in Colombia en zetten zich op geweldloze wijze in voor de bescherming van Moeder Aarde en van de gemeenschappen in vele delen van Colombia.
[2] Gepubliceerd in de krant El País op 10 juni 2023 (interview door Camila Osorio). https://elpais.com/america-colombia/2023-06-11/luis-acosta-los-militares-entendieron-que-tenemos-que-aprender-de-los-indigenas.html
Lees verder (inhoud juni 2023)