Denken aan Ton Lathouwers (1932-2024), Hui Yu, ‘vriend van wijsheid’

Interlevensbeschouwelijke dialoog is voor CIMIC een aspect van de interculturele dialoog die we hoog inschatten en altijd hebben willen bevorderen. Vanuit boeddhistisch perspectief hebben belangrijke voortrekkers ons in de loop der jaren bijgestaan, geïnspireerd en binnengeleid in hun boeddhistische strekking. We denken aan Frans Goetghebeur (Tibetaans Instituut, overleden 2018), Frank Dewaele Roshi (Zen Sangha Zendo, Gent), Bieke Vandekerckhove (Maha Karuna Ch’an, overleden 2015), Edel Maex (zenleraar en medegrondlegger van mindfulness training). Ze brachten ons zowel op het spoor van de Dalai Lama, als op dat van Ton Lathouwers.

Het overlijden van Ton, stichter van de sangha Maha Karuna Ch’an (Steyl, Nederland), is een groot verlies voor elkeen die Ton ooit mocht ontmoeten en bij hem heeft leren mediteren. Ook in Vlaanderen, toen Ton er nog zensessies gaf op diverse plaatsen. Ton stond open voor alle spirituele tradities en betrok ze in zijn Gelofte aan de mensheid die hij bij leermeester Hisamatsu had geleerd:

‘Laat ons kalm en evenwichtig
 ontwaken tot ons ware Zelf
 mensen worden, vol van mededogen.
 Onze gaven ten volle ontplooien,
 ieder volgens de eigen roeping in het leven…’

Ons bewust worden van de doodstrijd,
persoonlijk en maatschappelijk,
en de bron ervan onderkennen.

De juiste richting ontdekken
waarin de geschiedenis zou moeten voortgaan
en elkaar de hand reiken,
zonder onderscheid naar gender of geaardheid,
zonder onderscheid naar kleur of afkomst.

Laat ons met mededogen de gelofte afleggen
het diepe verlangen van de mensheid,
naar bevrijding van haar ware Zelf
werkelijkheid te doen worden

en een wereld bouwen
waarin iedereen
waarachtig en in heelheid kan leven.

In memoriam, namens sangha Maha Karuna Ch’an

Ton Lathouwers, zenmeester Hui-Yu Roshi, is zaterdagavond 16 november 2024 om half zes overgegaan naar een andere werkelijkheid. Hij is over het lijden van deze wereld heen, in het licht.

Onderweg naar de zendo rolde steeds vaker het zinnetje: “Going slowly into eternity” over zijn lippen. Een priestervriend had dit ooit tegen hem gezegd. Hij hield van dat zinnetje.

De laatste jaren vielen steeds meer mensen om hem heen weg, zijn zoon Wladimir, goede vrienden en ‘reisgenoten’ uit het verleden. Hij begon een verlangen naar de eeuwigheid te ontwikkelen, waarvan hij overtuigd was, dat we daar samenkomen met onze geliefden. Hij geloofde daar stellig in.

Ton Lathouwers, zenleraar (1932-2024) (foto: Elsbeth Wolf, Maha Karuna Ch’an, Nederland).
Ton Lathouwers, zenleraar (1932-2024) (foto: Elsbeth Wolf, Maha Karuna Ch’an, Nederland).

Hij haalde daarbij zijn geliefde schrijver Sjestov aan die zich de vraag stelt: “Waarom vond het Ene, dat toch zo vol is van zichzelf, zo al-begrijpend en zo vol vrede, het nodig om zich op te splitsen in myriaden zielen en deze zielen in de wereld te werpen, hen te doen verblijven in die mysterieuze lokkende lichaamscellen, als het achteraf zou blijken dat het beste wat die zielen kunnen doen is hun lichamen weer verlaten en terug te keren tot dat Ene waaruit zij oprezen?”

“Waar ligt de ‘waarheid? In de voorwaarts gerichte beweging weg van het ‘Ene’, waaruit wij ontsnappen na een grenzeloze krachtsinspanning? Of in de beweging terug naar de Ene, in het besef dat de eerste vermetelheid een oerzonde was?”[…]

“Heel het leven is één creatieve vermetelheid en precies daarom een eeuwig mysterie, dat nooit kan worden herleid tot iets dat klaar of begrijpelijk is. […] De vermetele mens gaat moedig voorwaarts, niet omdat hij of zij weet wat haar te wachten staat, maar door ‘sola fide’, alleen door geloof.”

Geloof, en het vertrouwen dat niemand eruit kan vallen. Dat iedereen zal worden gered, zelfs de duivel, ook Judas, zelfs Hitler en Stalin, het was zijn diepste verlangen en weten, want: “Niemand valt eruit!”

Zijn motto waren de woorden van Julia of Norwich, die hij als opdracht schreef in de vele boeken die hij tijdens sesshins meegaf aan deelnemers, want Ton gaf alles weg.

“All shall be well and all will be well and sin is behovely”. De zonde hoorde erbij. Want wij mensen zijn feilbaar en dat wist hij maar al te goed vanuit zijn eigen turbulente bestaan dat hij heeft geleid. Felix culpa! Gelukkige val, want de zonden zullen u worden vergeven en dat mysterie is vele malen groter, dan die keurige mensen die nooit iets fout doen. Wij herinneren ons Ton als een menselijk en groot zenmeester.

In september deelde Ton het bericht dat hij niet aanwezig kon zijn in de november-sesshin. Het was de tweede keer in de 25 jaar dat wij in Steyl sesshins organiseren dat hij er niet was. Op 21 oktober schreef hij het laatste alarmerende bericht aan zijn dharma-opvolgers: “Geachte reisgenoten op de Weg, het moment is gekomen, dat ik me moet terugtrekken. Gezien mijn leeftijd en gezondheid heb ik vooral nood aan bezinning. De tijd, die mij nog resteert, wil ik vooral daaraan besteden”.

Dit schrijven is hierover tevens een soort testament. Hij besluit met een frase uit de Mumonkan: “Laat elk woord, dat uit je hart komt opwellen als dat aller diepste, als het familiejuweel zo intiem, zo krachtig dat heel het universum opnieuw tot bestaan komt”. Grote dankbaarheid rest ons, grote dankbaarheid aan een groot zenmeester Ton Lathouwers.

Grote dankbaarheid dat hij zo lang in ons midden is geweest, grote dankbaarheid voor wat hij voor ieder van ons heeft betekend. Een groot zenmeester is van ons heengegaan, einde van een tijdperk… we zijn dankbaar dat we acht jaar zo intensief in de sesshins met hem mochten samenwerken. Zijn opvolgers zetten zijn nalatenschap voort.

“In de dood wil iets nieuws geboren worden…”

Het is troostvol dat Ton wordt herdacht tijdens de soetra-diensten van Yokoji, het zencentrum in Californië dat is opgericht door Maezumi, in zenkloosters in Nederland en in de kloosters van Steyl.

Namens Maha Karuna Ch’an, Elsbeth Wolf en Marja de Groote

Secretariaat Nederland, p/a Pr. Bernhardkade 24A, 3051 AJ Rotterdam ; e-mail sesshins in Nederland: secretariaat@mahakarunachan.nl

Een fundamenteel inclusieve levenshouding

Prof. dr. Ton Lathouwers (1932-2024) studeerde wis- en natuurkunde, en Slavische talen en letterkunde. Hierna volgde hij gedurende vier jaar een studie vergelijkende cultuur- en godsdienstwetenschappen over de ontmoeting tussen Oost en West.

Ton Lathouwers (1932-2024) (foto: Maha Karuna Ch’an, Nederland).
Ton Lathouwers (1932-2024) (foto: Maha Karuna Ch’an, Nederland).

De zenweg van Ton Lathouwers begon kort na zijn benoeming in 1968 tot hoogleraar Russische letterkunde aan de KU Leuven met een nevenopdracht aan de theologische faculteit: religieuze thematiek in de moderne literatuur.

Als docent en hoogleraar in Leuven (Slavische letterkunde) getuigden zijn colleges al vroeg van het appél van hart tot hart. Hij reisde door Japan, Hongkong, Thailand, Birma, Amerika en Indonesië en legde zich uiteindelijk toe op de studie van de Chinese Lin Chi Ch’an-traditie (rinzai in het Japans) onder leiding van ch’anmeester Teh Cheng (S.A. Jinarakkhita), die hem in 1987 transmissie als zenmeester verleende.

Bij die gelegenheid kreeg hij de naam Hui Yu, wat ‘vriend van wijsheid’ betekent. Ton Lathouwers heeft aan zeven van zijn leerlingen transmissie gegeven: Zr. Elisabeth Dinnissen (overleed in 2020), Greetje Limpens van Overbeek (overleed in 2014), André van der Braak, Bieke Vandekerckhove (overleed in 2015), Elsbeth Wolf, Geert Mortier en Edel Maex.

Ton Lathouwers gold als de meest ruimhartige zenmeester in het Nederlandse taalgebied. Hij droeg een fundamenteel inclusieve levenshouding uit. Dit blijkt uit zijn kenmerkende uitspraak: “niemand kan eruit vallen”. Het is een tot verbinding oproepende solidariteit met alle levende wezens.

Die ruimhartigheid komt ook tot uitdrukking in de vele bronnen die hij aanboorde: van de boeddhistische canon, de bijbel, de joods-christelijke tradities en getuigenisverhalen en ontmoetingen tot de onmetelijke bron van de Russische literatuur en de Russisch-orthodoxe liturgie.

Hij putte uit zijn zeer persoonlijke, soms intieme ervaringen en uit zijn tomeloze belezenheid. Zijn toespraken zijn in staat ons echt vertrouwd te maken met begrippen als het oorspronkelijk gelaat, hartsvertrouwen en wijsheid-voorbij-alle-wijsheid.

Zij vertellen hoe het mysterie van het leven elk mens uitdaagt tot een volstrekt persoonlijk antwoord en dat ieder mens, zonder uitzondering, daartoe ook werkelijk alle ruimte heeft. Want iedereen is aanvaard zoals hij of zij is.

Ton haalde tijdens zijn teisho’s (zentoespraken) heel wat voorbeelden aan uit de Russische literatuur en grote filosofen. Enkele veel aangehaalde namen: Teh Cheng, Dostojevski, Tolstoj, Kierkegaard, Nietzsche, Fortmann en natuurlijk zijn lievelingsauteur Sjestov.

Voor Ton Lathouwers gaat spiritualiteit voorbij religie en moet zelfs de spiritualiteit van zen worden bevrijd van zen om zo de dialoog met en in het hart van elke religie aan te gaan.

Net als zijn leraar Teh Cheng die alle boeddhistische stromingen verenigde in één organisatie onder de noemer: Boeddhayana, de ene én pluriforme weg van de Boeddha, gaat Ton Lathouwers uit van een fundamenteel open sangha met gelijkwaardigheid tussen leken en monniken, zonder hiërarchie en zonder uiterlijk vertoon.

Centraal staan voor Ton de praktijk van zitten in aandacht en het gesprek van leraar en leerling (dokusan) in een ontmoeting van hart tot hart, ‘i shin da shin’, van kwetsbare mens tot kwetsbare mens.

In zijn zentoespraken citeert hij uit een veelheid aan bronnen, ze brengen vele wegen samen tot alleen maar zitten met een open geest, de ontmoeting van hart tot hart en het elkaar bevragen op het authentieke pad van zen.

Ton hoopte dat als hij er op een dag niet meer zou zijn, er toch nog een aantal groepen in zijn geest door zullen gaan en er ook een verbinding zal zijn tussen de leraren die groepen begeleiden.

Ton Lathouwers is op 16 november 2024 overleden.

Deze tekst werd overgenomen van Maha Karuna Ch’an: https://mahakarunachan.nl/maha-karuna/ton/


Ton zelf aan het woord: “Een persoonlijke getuigenis: je kunt er niet uit vallen”

“Het heeft geen zin om een exotische sfeer naar het Westen te halen en te doen of daar de redding vandaan komt. Het leeft overal. Het is niet afhankelijk van de historische figuur die men de Boeddha is gaan noemen. Het leeft in jou, in mij, in ons. Maar dat betekent meteen ook: het is niet enkel dáár te vinden. Het is niet alleen in de zenweg te vinden. Overal is het te vinden.”

“Want inderdaad, soms zijn wij vrij van wat ons vangt of beklemt of vasthoudt. En hoe je dat verder ook moet noemen, dat vastzitten en je daaruit bevrijd voelen, dat is voor iedereen anders.”

“Toch kan het nuttig en verhelderend zijn om een beroep te doen op authentiek religieuze elementen in de oosterse spiritualiteit om dat dichterbij te brengen. Slechts over een paar woorden die de Boeddha gezegd zou hebben, bestaat er zekerheid.”

“Het eerste authentieke citaat is dat het gaat om een ommekeer, om metanaoia, om ashraya paravritti, in het Engels pittig vertaald als revolution of the fundaments.”

“Die vertaling maakt in elk geval duidelijk dat het hier om een zeer fundamentele ommekeer gaat waardoor heel ons bestaan als het ware op zijn kop wordt gezet. Je proeft er de radicaliteit in. Het gaat om een totale ommekeer en uitdrukkelijk niet om een beperkt aantal marginale correcties van de ziel waardoor je beter gaat functioneren, waardoor je beter in je hara zit, of waardoor je energie ongehinderd gaat stromen.”

“Het tweede citaat waarvan we zeker zijn, gaat over de term samutpada. Dit lijkt een beetje op ‘het pad van d’r samen uit’: het pad gaan dat ons, allemaal samen, eruit brengt.”

“Dat begrip raakte in het hinayanaboeddhisme van de eerste eeuwen van het boeddhisme ondergesneeuwd onder het individuele verlangen naar een ommekeer die enkel individueel kon zijn: ‘ik’ moet het nirwana bereiken om verlost te worden uit die eindeloze keten van wedergeboortes.”

“Maar vijfhonderd jaar nadat de Boeddha zijn bevrijdende woorden sprak, vroegen mensen zich toch weer met angst en twijfel af: wat heeft het voor zin om te streven naar verlichting voor mij, naar mijn ontwaken, als tegelijk al die anderen buiten beeld blijven. Als ik die ander niet zie, als die ander niet eens genoemd wordt?”

“Blijkbaar zit het in onze genen om alles wat gezegd wordt, ook door de Boeddha, allereerst op onszelf te betrekken. Het lijkt altijd te tenderen naar een verfijnd soort egotripperij: ik zit hier vanwege iets wat strikt privé is.”

“Ook in de zenpraktijk in het Westen lijkt spiritualiteit soms te evolueren naar een steeds individualistischer aangelegenheid, met voorrang voor mijn bijzondere ervaringen, voor mijn koanpraktijk, voor mijn verlichting.”

“We hebben misschien toch een plaatje van: dat is het doel dat ik wil bereiken, op dat baken moet ik aansturen. Als ik nu maar lang genoeg mijn best doe, dan komt de verlichting, hè hè, eindelijk. Nee. Het is net andersom. Dan pas stroomt het, pas dan begint het.”

“We kunnen prachtige artikelen schrijven en mooie toespraken houden, maar waar het in essentie altijd weer om gaat, is dat je ontdekt dat heel het bestaan een onmogelijke vraag is. Aan jou gericht. Op dit eigenste moment. Waar jij je antwoord op moet geven. Zonder houvast. De mens blijft zichzelf een levensgrote vraag; hij is een en al koan, een vraag zonder pasklaar antwoord. De juiste oplossing is nooit de enige.”

“Elke cultuur, elke tijd zoekt naar een antwoord op vragen die nooit te beantwoorden zijn. Wie ben ik? Wat is de mens? Wat ligt daarbij vast? De mens is het enige wezen dat waarde schept, en meer dan waarde. Maar dat gaat niet onbeperkt. En op een bepaald moment worden grenzen overschreden en kan een cultuur neurotisch worden. Dan functioneert het niet meer.”

“Maar niemand weet van tevoren waar die grens ligt. Die grens moet je zelf ontdekken, vanuit jouw eigen ervaring. Dat inzicht leidde tweeduizend jaar geleden tot een kentering die zo fundamenteel was dat ze voortaan én de praktijk én de centrale teksten van het mahayanaboeddhisme aanstuurde: van de geloften van de bodhisattva tot de laatste regel van de Hartsoetra, die ons uitdaagt tot parasamgate (samen oversteken).”

“Een klassiek zenverhaal uit de Pi-yen Lu, de Verhalen van de Blauwe Rots, beschrijft een monnik die zich na jaren mediteren realiseert: ja, ik heb dan wel mooie ervaringen gehad en diepe inzichten gerealiseerd, maar ik moet eerlijk zijn tegenover mijzelf en voor mezelf toegeven dat ik nog altijd even vastzit.”

De cover van de derde druk (2024) van waarschijnlijk het bekendste boek van Ton Lathouwers: ‘Je kunt er niet uit vallen’ (bron: uitgeverij Asoka).
De cover van de derde druk (2024) van waarschijnlijk het bekendste boek van Ton Lathouwers: ‘Je kunt er niet uit vallen’ (bron: uitgeverij Asoka).

“En dan zegt zijn vriend en metgezel: datgene wat nog nooit eerder uitgedrukt is, door wie dan ook, is een nooit betreden pad. Het moet helemaal uniek uit jouw hart komen. En wat is dat dan, vraagt de monnik. En dan vat zijn vriend het kort samen. In het Engels staat er: cover the universe, omvat het hele universum. Herschep het hele universum, op een totaal nieuwe manier. Zie alles met nieuwe ogen, hoor met nieuwe oren, voel met een nieuw hart.”

“Over wat dat is, wakker worden, daarover bestaan aangrijpende getuigenissen. Ze zijn verzameld in wat men koanverzamelingen is gaan noemen zoals de Verhalen van de Blauwe Rots (Japans: Hegikanroku) en De Poortloze Poort (Japans: Wu Men Kuan).”

“Met indrukwekkende verhalen over hoe het bij iemand plots weer stroomt, over hoe het ineens anders werd dan het tevoren altijd was. Al die getuigenissen zijn op hun eigen manier uniek. Maar wat voor mij het meest aangrijpend is, is dat die ervaringen, ondanks hun diepte en de alles omvattende ommekeer die ze signaleren, meteen weer onderuitgehaald worden. Om ze groter te maken, om ons op te roepen dat inzicht ook voor onszelf te ontdekken.”

“Met die grote inzichten wordt trouwens vaak gespot, en dat geldt zelfs voor de heiligste woorden van de Boeddha, van Linji en al die andere grote leraren. Die kunnen beweren wat zij willen, maar het wordt allemaal onderuitgehaald.”

“Maar aan elk van ons de dringende vraag: hoe is dat voor jou? Ik zeg het hier maar op mijn manier: je kunt er niet uit vallen. Wat dat ook is. Het kan lijken of je eruit valt, en alles kan suggereren dat je eruit valt, maar het is niet zo. Maar ik besef: ook dit is maar stamelen, dit is enkel mijn persoonlijke getuigenis over wat voor mij op een bepaald moment levend geworden is.”

Uit: Ton Lathouwers, ‘Je kunt er niet uit vallen, zentoespraken’, Uitgeverij Synthese, 2020, p. 17-20.


Lees verder (inhoud december 2024)


Dit vind je misschien ook leuk...