Lessen aardrijkskunde: over de toekomst van staatsgrenzen
De situatie in de wereld is ‘interessant’ genoeg om er weer een atlas bij te halen. Een artikel van journalist Jan Brachmann in de Frankfurter Allgemeine Zeitung (FAZ) heeft me ertoe aangezet. We parafraseren zijn visie, duiken in ons geografisch geheugen en stuiten op de grenstrauma’s.
Trump heeft een overleg met Poetin aangekondigd. De twee heren willen hun land (opnieuw) ‘groter’ maken, onder andere door hun gebied uit te breiden. De wereld moet volgens hen opnieuw in invloedsferen worden verdeeld en liefst zonder inspraak van Europa.
De oorlog tussen Rusland en Oekraïne zal wellicht onder andere daarom op (zogenaamde) ‘vredesonderhandelingen’ en gebiedsuitbreiding en/of inkrimping uitlopen.
Bij die onderhandelingen zal bijna zeker het aanhoudingsbevel tegen Poetin door het Internationaal Strafhof opgeheven worden, het onderzoek naar oorlogsmisdaden van Russische troepen zal worden gestaakt en in elk geval komt gebiedsuitbreiding op tafel.
Donetsk en Luhansk worden weer Russisch. De Krim is zogezegd al Russisch. Odessa krijgt eventueel een aparte status. Over Charkiv of Charkov wordt dan gedobbeld. In ruil mag misschien de ‘romp’ van Oekraïne toetreden tot de Europese Unie en de NAVO. Wat daarvan de gevolgen voor Europa zullen zijn, is ongewis.
Poetin, zo wordt in diplomatieke kringen verteld, stuurt aan op gebiedsuitbreiding die een lawine zou kunnen veroorzaken in Europa. Servië kan dan weer aanspraak maken op Kosovo. Hongarije bezorgt sinds Viktor Orban zelfs Hongaarse paspoorten aan burgers van Hongaarse origine uit de voormalige gebieden die door het verdrag van Trianon in 1920 moesten worden afgestaan.

De geallieerde overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog sloten toen ‘vrede’ met het koninkrijk Hongarije. Hongarije werd een rompstaat en hield slechts 29 procent van zijn oorspronkelijke grondgebied over. Het moest Siebenburgen (Transsylvanië) afstaan aan Roemenië, Opper-Hongarije (Slovakije en Karpatho-Roethenië) aan Tsjechoslovakije, en Vojvodina (een regio in het noorden van Servië die grotendeels tot het historische Banaat behoorde) aan Joegoslavië.
Trianon veroorzaakte een groot trauma en werd in Hongarije (terecht) als uiterst onrechtvaardig aangevoeld. Het streven naar een aanpassing van het ‘dictaat van Trianon’ stond er altijd op de politieke agenda.

Hongarije wou de oude grenzen herstellen (door ‘revisionisme’). Duitsland, Oostenrijk en Italië stonden er destijds achter, maar Londen en Parijs wezen het af.
Vandaar het uitreiken naar Hitler vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog in de hoop dat ‘recht zou geschieden’. Met alle gevolgen van dien. Trianon werd door het collaboreren van Hongarije met Hitler definitief onbespreekbaar. Maar daar lijkt Orban nu een mouw aan te passen. Hij droomt immers nog steeds van een Groot-Hongarije.

Transsylvanië en Orban (en zijn Fidesz-partij)
Het is bekend dat er met Hongaars staatsgeld media-ondernemingen werden opgekocht in Transsylvanië om bij Roemeense burgers van Hongaarse origine weer heimwee op te roepen naar een aansluiting bij Hongarije. Dat werpt ook een ander licht op de relatie van Orban en Servië met Poetin.
Grenzen worden dus weer een probleem in Europa. Is de tijd van een Europa zonder binnengrenzen bijna voorbij? In elk geval komen er – ondanks het Schengen-akkoord – weer her en der grenscontroles (zogezegd om de ‘illegale’ migratie onder controle te houden).
Bovendien maken nationalistische partijen en verenigingen zich weer sterk. De nationale staat krijgt vandaag steeds meer betekenis. “Ons geld voor ons eigen land. Geen transfers naar Brussel”. Maar als de nationale staat weer aan belang wint, geldt dat ook voor het verloop van zijn grenzen.
Tachtig jaar lang waren die grenzen (na alle debacles van de twintigste eeuw) relatief stabiel. Maar de huidige nationale staten-euforie en de blijkbaar succesvolle gebiedsuitbreidingspolitiek van Poetin gooien roet in het eten en brengen sommigen weer op andere en aloude gedachten.
Niet alleen Hongarije en Servië dromen weer ‘grensverleggend’. Ook Polen meldt zich. Het vasthouden aan de herstelbetalingen (1,3 biljoen euro) door Duitsland vanwege de catastrofes waaraan Polen tijdens de Tweede Wereldoorlog leed, betekent dat de Duitse ‘Ostgebiete’ opnieuw een politiek thema kunnen worden.
Het afstaan in 1945 van Silezië, Neumark, Hinterpommern, West-Pruisen en delen van Ostprommern en Oost-Pruisen… is dus niet het einde van het verhaal?

Als het erfgoed van oud-kanselier Willy Brandt (SPD) niet meer aan de orde is en er in Berlijn politici aan de macht zouden komen die van mening zijn dat er over de Oder-Neissegrens opnieuw moet worden gesproken met Polen, belanden we precies bij wat Poetin op het oog heeft. Onenigheid in de Europese Unie.
De staatsdoema (het lagerhuis van het Russische parlement) heeft trouwens in de zomer van 2024 er nog opnieuw over ‘nagedacht’ om het ‘Twee-plus-Vier-verdrag’ van 1990 op te zeggen tussen de twee Duitslanden (BRD en DDR) en de vier geallieerden van tijdens de Tweede Wereldoorlog (de Sovjet-Unie, de VS, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk).
Twee-plus-Vier-verdrag
Met het Twee-plus-Vier-verdrag werd een definitieve vredesregeling met Duitsland gesloten, wat na de Tweede Wereldoorlog nog niet was gebeurd. Het Akkoord van Potsdam van 2 augustus 1945 had een voorlopige regeling aan Duitsland opgelegd. Het land werd daarbij door de vier overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog in vier bezettingszones opgedeeld, maar de vroegere Duitse gebieden ten oosten van de rivieren Oder en Neisse werden aan Polen en de Sovjet-Unie toegewezen.
Het Akkoord van Potsdam in 1945 was een voorlopige regeling, die nog moest worden bekrachtigd door een afsluitend verdrag. Maar de Bondsrepubliek wilde alleen over een definitief verdrag spreken als alle Duitsers vrij over hun toekomst konden beslissen.
De DDR was daar pas toe in staat na de vrije verkiezingen van 1989. Toen bleek dat de beide Duitse staten herenigd wilden worden en dat ze het Verdrag van Potsdam, inclusief de erkenning van de Oder-Neisse-grens, accepteerden.
Het Twee-plus-Vier-verdrag, dat de weg effende voor de Duitse hereniging werd op 12 september 1990 in Moskou ondertekend en trad op 15 maart 1991 in werking toen de Sovjet-Unie als laatste het verdrag ratificeerde.
Maar de herberekening van de oorlogsschade en de eisen van Polen (vooral onder de regeringen van de conservatief-nationalistische PiS-partij) vertroebelen opnieuw de relatie met Duitsland en rakelen ook weer oude twisten op.
Spanningen tussen Polen en Oekraïne
Maar er zijn er ook spanningen tussen Polen en Oekraïne. Poolse boeren komen op straat om te protesteren tegen de invoer van (goedkopere) landbouwproducten uit Oekraïne. Bovendien wekt de idee van een Oekraïense toetreding tot de Europese Unie en de Poolse militaire ondersteuning van Oekraïne wrevel in Polen zelf.
Het veroorzaakte in september nog grote en hevige onenigheid in Kiev tussen Zelenski en de Poolse minister van Buitenlandse Zaken Radoslaw Sikorski.
De discussie ging echter ook over de slachting in Wolynië in 1943. Toen werden er tienduizenden Polen omgebracht in door de nazi’s bezet gebied dat nu tot Oekraïne behoort. Het waren nationalistische Oekraïense soldaten die het bloedbad aanrichtten. Als vergelding werden er nadien duizenden Oekraïners gedood.
Sikorski eiste van Zelenski de opgraving van de slachtoffers om ze opnieuw ‘christelijk te kunnen begraven’. De ruzie werd met Kerstmis weer bijgelegd.

Maar wat gaat er gebeuren als er tussen Oekraïne en Rusland een soort vrede wordt gesloten en Polen herstelbetalingen in alle richtingen eist? Polen is immers in 1939 in dezelfde maand september zowel door nazi-Duitsland als door de Sovjet-Unie (lees ook Oekraïne) aangevallen.
De relatie met Oekraïne is niet minder precair dan die met Rusland. En Poolse historische ressentimenten houden geen rekening met territoriale gevolgen als politici daardoor verkiezingen kunnen winnen.

De oorlog die door Rusland in gang is gezet, zorgt voor een paradigmawisseling in de Europese territoriumpolitiek die in combinatie met de nationalistische tendensen wel eens tot een hertekenen van de grenzen zou kunnen leiden. Daar hoeven geen oorlogen voor gevoerd worden. Referenda kunnen hetzelfde resultaat bereiken.

Nu nog Trump
Trump is dezelfde mening toegedaan. Canada kan ook zonder oorlog ingelijfd worden. Panama ook. En Groenland ook. Economische middelen kunnen hetzelfde bereiken als oorlogen. Je doet dan aan ‘territoriumverschuiving als preventie’.
Conclusie
De doden komen niet tot rust. Oorlogen vragen om oorlogen. Territorium afstaan veroorzaakt lijden. Territorium winnen is roepen om wraak. Vroeg of laat.
Na 1990 geloofde niemand dat Rusland nog eens zijn grenzen zou willen verleggen. Hetzelfde geldt voor de Verenigde Staten. We weten op dit ogenblik niet hoe de wereld er over 15 jaar zal uitzien. En dan zwijgen we nog over Afrika, Azië, Zuid-Amerika…
Marc Colpaert
(bron: Jan Brachmann in de Frankfurter Allgemeine Zeitung van 14 januari 2025)
Lees verder (inhoud januari 2025)