Habemus papam. ‘We hebben een paus!’
‘Hebben’ we hem wel? We krijgen hem, en nu begint het pas dat we van hem kunnen houden. Hebben en houden. Maar wie is hij dan wel, Leo XIV? Laat ik kort enkele kenmerken als kernwoorden vatten en wat toelichten. Een vriend van de voorgaande paus: ze verstonden en waardeerden elkaar. Dat is geen kleine troef!
Een augustijn. Dat betekent een religieus, zoals zijn voorganger dat ook was, maar dan jezuïet. Geen van de pausen uit vorige eeuw was een religieus. Hij heeft een spiritualiteit, een eigen levenskunst in de school van de grote Augustinus van Hippo.
Deze schreef een regel die bijna alle latere regels van monniken en religieuzen in het Westen medebepaald heeft. Daar staan nederigheid en vriendschap centraal.
“We zijn vrienden van elkaar en samen houden we van Hem die in ons midden staat als onze Wijsheid en onze Schoonheid.” Zo denkt Augustinus. Gedreven door de filo-sofia en de filo-kallia, ‘liefde voor de Wijsheid’ en ‘liefde voor de Schoonheid’, worden we één in liefde.
Een kernbegrip van de nieuwste visie over de Kerk is ‘synodaliteit’. Deze staat al ten volle opgetekend in de wijze van leven volgens de regel van Augustinus, liet paus Leo XIV opmerken. Hij zal dit ongetwijfeld blijven benadrukken, in het licht van de laatste synodes.
Een missionaris: dat kenmerkt hem misschien nog het meest. Hij verliet zijn volk en taal en natie en leefde mee met de armen in Peru, richtte een volledig nieuwe parochie in, werd gaandeweg een van hun bisschoppen (in de noordelijke kuststad Chiclayo) en verkreeg de Peruaanse nationaliteit in 2015.
Hij begroette zijn Peruaanse landgenoten dan ook zeer persoonlijk in het Spaans bij zijn eerste toespraak als nieuwe paus en dankte hen voor wat ze voor hem hadden betekend. In de lijn van Jorge Bergoglio wenst hij een Kerk die ‘naar buiten’ treedt, en alles deelt met de armen.

Hij is sportief: speelt graag tennis, nog steeds, en rijdt te paard, wandelt erop los als hij de kans heeft. Dat verwachten we niet zo onmiddellijk van een pauselijke paus. Maar ook Karol Wojtyla was een flinke zwemmer (die een zwembad liet inrichten in het Vaticaan!), een fervent skiër en een groot wandelaar.
De paus wordt pontifex geheten. Een bruggenbouwer. Hij herhaalde in zijn eerste toespraak tot tweemaal toe: “Laat ons bruggen bouwen, geen muren”. Hij staat bekend als een rustige bemiddelaar, niet iemand die polariseert.
Samenwerken met hem in de dikasterie die zorgt voor de benoeming van nieuwe bisschoppen (zo sinds 2023), is uiterst aangenaam, horen we zeggen: hij kent grondig de dossiers, is zachtaardig, luistert aandachtig en blijft nederig, zo getuigen enkele van zijn medewerkers van hem, onder meer een van de drie vrouwen die met hem werkten.
Vriendschap is voor hem wezenlijk, liet hij weten in een interview uit 2023. Ook dat is diep augustijns. Een van zijn nu al vermaarde spreuken komt uit Cicero, en ook Augustinus kende die maar al te goed: “Vriendschap is een van de kostbaarste geschenken van God aan de mensen”.
Toen hij bisschop werd, geraakte hij gescheiden van zijn augustijnse medebroeders, probeerde hij dan toch priesters rondom zich te scharen, zoals Augustinus dat deed in Hippo, en in die kring wou hij als bisschop dienen, volgens de augustijnse regel.

Het woord van de heilige dient als leuze voor velen: “Voor jullie ben ik bisschop, met jullie christen”. Hij haalde die aan, in zijn eerste toespraak. Jozef kardinaal De Kesel koos zelf de tweede helft van die spreuk als bisschopsleuze: Vobiscum christianus.
Moeten we nog vermelden dat hij ook Amerikaan is? Ja, hij is geboren in Chicago. Maar zijn vader heeft een Franse naam en heeft ook Italiaanse achtergronden, terwijl zijn moeder een Spaanse is. Hij wordt beschouwd als ‘de minst Amerikaan van de Amerikanen’, zo konden we lezen in sommige kranten.
‘Atypisch Amerikaans’. Uitdrukkelijk kritisch tegenover de Amerikaanse vicepresident JD Vance en de sociale maatregelen van het nieuwe regime-Trump.
Hij is niet alleen meer Peruaan dan Amerikaan, hij is tweemaal gekozen als de algemeen-overste van de augustijnen: in deze functie heeft hij de hele wereld rondgereisd en is hij vooral een wereldburger geworden.
Wat velen nu in de States mogen hopen, is dat hij het zeer verdeelde kerkbeeld van de Noord-Amerikaanse katholieken zal kunnen tot verzoening brengen.
De Latijns-Amerikanen hebben kerkelijk een hele weg afgelegd dankzij hun grote kerkontmoetingen in Puebla (Mexico), Medellin (Colombia) en Aparecido (Brazilië). Noord-Amerika heeft niets van die ontwikkelingen meegemaakt en het onbegrip tussen noord en zuid van het continent is al tientallen jaren immens.
Bisschop Robert Prevost heeft zich ten volle geïdentificeerd met wat er woelt en groeit in het zuidelijke halfrond. Zou hij als paus Leo XIV nu niet de christenen – met name de katholieken – in het Noorden ontvankelijker kunnen maken voor wat er is blijven groeien in het Zuiden? Dat mag best onze hoop zijn.
Vrede was zijn eerste woord. Hij lanceerde het als de groet van de Verrezen Heer aan zijn leerlingen. Hij richtte het tot allen zonder onderscheid: die vrede moeten we centraal plaatsen in eigen hart en directe samenleving tot in alle relaties, ook politiek en planetair.
Vrede was ook zijn laatste woord op het einde van zijn toespraak: van ganser harte wenste hij vrede aan allen op het Sint-Pietersplein en in de wereldwijde beeldmedia.
Tot slot, hij zal de lijn van paus Franciscus verder doortrekken, dat lezen we een beetje overal in de eerste berichtgevingen.
Hij zal dat doen zonder provocatie, maar vastberaden en onstuitbaar als een olievlek. Overal waar mogelijk zal hij bemiddelend optreden, en hopelijk echt verzoenend.
We zien hem nu al bewogen door de vreugde van het evangelie, sterker dan de druk van een al te zware taak op zijn schouders.
Toen een filosoof in een brief aan Augustinus hem vroeg waar het op aankomt, antwoordde deze met drie keer hetzelfde woord: humilitas. Nederigheid, nederigheid, nederigheid. We zullen, denk ik, nederigheid zien.
Laten we ons scharen rondom hem en rond de ontwapenende nederige Christus. In Illo uno unum, ‘één in Hem, de Ene’, zo klinkt kordaat zijn wapenspreuk.
Benoît Standaert