Tachini Bomangi: “Ik vergeet Aalst nooit”
Charmantste stad van Vlaanderen
“Aalst vergeet je nooit”, “Welkom in denderend Aalst” of “Welkom in de charmantste stad van Vlaanderen”. Dit zijn enkele slogans en verwelkomingsteksten die Aalst doorgaans gebruikt en hoe de stad zich graag naar de buitenwereld presenteert. Op het eerste gezicht een warme begroeting van haar inwoners, de gevestigde instellingen en gericht naar diegenen die de stad komen bezoeken…
Ik heb mijn plaats gevonden
Als Congolees-Nederlandse migranten kozen mijn ouders om met het gezin in 2005 naar België te emigreren. Door de economische en sociale aantrekkingskracht die Brussel voor de Afrikaanse gemeenschap heeft, werd Aalst doelbewust gekozen als nieuwe woonplaats. Zo groeide ik in mijn tienerjaren verder op in de stad aan de Dender.
Het was een zeer toffe en onbevangen tijd: ik had veel vrienden, die overigens ook uit Nederland kwamen, ik zat op een leuke school (DVM-HTB) en ik kon mij op vlak van dans en muziek ontplooien.
Eenmaal ouder baande ik mijn weg verder, ik studeerde af als sociaal-cultureel werker en woon inmiddels met mijn eigen gezin in Gent. 15 jaar na dato kan ik zeggen dat ik me gelukkig in Vlaanderen heb kunnen settelen.
Aalst gij stad van mijn dromen?
Hoewel ik met een tevreden blik kan terugkijken, besef ik ook dat niet alles me zomaar gegeven was. Het kan zijn dat de jeugdigheid grotendeels sommige obstakels maskeerde, maar niet alles was rozengeur en maneschijn. Ik wil hierbij benadrukken dat ik zeker niet de uitzondering ben die in zijn tienerjaren of in het ouder worden, met lastige tijden wordt geconfronteerd.
Maar om terug te komen op de warme begroeting die Aalst zo trots maakt; het is me namelijk altijd opgevallen hoe hartelijk Aalst de mensen verwelkomt en claimt de ‘charmantste stad van Vlaanderen’ te zijn terwijl het in de praktijk een heel ander beleid voert.
Dit is mij niet alleen opgevallen tijdens mijn tienerjaren, maar ook nu tijdens mijn werkervaring. De stad draagt op deze manier uit dat ze haar best doet om de mensen zich thuis te laten voelen en dat er naar je wordt omgekeken.
Ik draag op mijn beurt Aalst ook een warm hart toe, niet alleen uit jeugdsentiment, maar ook omdat ik van de stad en haar eigenaardigheden begon te houden. Maar gezien de ontwikkelingen in de stad, zijn de welbekende uitspraken voor mij nu meer schijn dan waarheid.
Waarom niet zoals priester Daens?
We mogen niet vergeten dat Aalst van oorsprong sterke sociale waarden droeg. Ik vraag me dan ook af of priester Daens, een van de bekendste Aalstenaars, trots zou zijn op het huidige beleid? Ik denk van niet.
Het is een spijtig verhaal hoe een aantal middenveldorganisaties zoals Uit De Marge, Samenlevingsopbouw en buurtjeugdwerkingen door de jaren heen zijn werking heeft moeten stopzetten. Het verschil in visie tussen het beleid en de organisaties lag hier vaak aan ten grondslag.
En ook na de gemeenteraadsverkiezingen van eind 2018, heeft het nieuwe beleid besloten om de subsidiegelden anders te verdelen. Organisaties vzw Parol en S.O.S (Schulden op School) vielen daarbij uit de boot maar zetten desondanks hun werking verder.
Het welzijnsnetwerk krimpt opnieuw in en groepen mensen worden in de kou achtergelaten. Ik denk niet dat het nog gepast is om vol te houden dat ‘Aalst je nooit vergeet’ en dat het ‘de meest charmante stad van Vlaanderen is’.
Hand in hand verder doen
Maar we mogen het hier niet bij laten liggen! Ik heb mijn ervaring opgedaan als straathoekwerker – waar ik tijdens mijn opleiding, 4 jaar lang stage volgde bij de dienst Samenleving en Preventie van de stad Aalst.
Ik werkte vindplaatsgericht aan het voormalig ‘Kaffee Plastiek’, “over het water” zoals gezegd in Aalst en buurten als de Rozendreef, ook beter bekend als de seksblokken.
In 2017 ging ik aan de slag bij vzw JONG als ‘bruggenbouwer in en voor het Gentse jeugdwelzijnswerk’. Dit was vanuit het Vlaams departement Cultuur, Jeugd en Media een project om de diversiteit in het jeugdwerk meer aan bod te brengen.
Zo heb ik met diverse middenveldpartners en gemeenschappen die Gent rijk is, zoals de Turkse, Albanese, Ivoriaanse en uiteraard de Vlaamse, mogen samenwerken, drempels verlagen, nieuwe verbindingen en mogelijkheden creëren.
Terug van weggeweest
Dat Aalst en ik een sterke band delen, bleek maar weer toen ik bij KAJ aan mijn nieuwe uitdaging begon als opbouwwerker in 2019.
Mijn taak als opbouwwerker is om namens KAJ een nieuw jeugdinitiatief te starten en het jongerenpotentieel in Aalst de kans te bieden om zich te vormen en een waardig leven te hebben in hun geboortestad of woonplaats.
Dit kan ik echter niet alleen. Hoewel KAJ in eerste instantie een jeugdbeweging is die jongeren engageert om actie te voeren rond zaken waar ze recht op hebben: vrije tijd, gratis onderwijs, stabiel werk en woning, voel ik me door mijn organisatie ook gesteund om nieuwe dingen uit te proberen. Ik verdiep me meer en meer in het ‘experimenteel jeugdwerk’.
Daarnaast lukt het me ook om mijn netwerk uit te bouwen en nieuwe samenwerkingen te sluiten. Het meest in het oog springend zijn voor mij toch wel de samenwerkingen met enkele scholen. Daar onderhoud ik goede contacten met de scholen, ontmoet ik de jongeren, met vormingen en workshops behandelen we thema’s zoals armoede, ongelijkheid en insluiting en uitsluiting.
Ik ben heel benieuwd wat mijn tijd in Aalst in de toekomst nog zal brengen. De ontvangst van de jongeren, de partners en de jeugddienst zijn alvast goed verlopen.
Ik kijk er ook oprecht naar uit om deze samenwerking uit te breiden en voort te zetten, de stad en haar mensen dichter bij elkaar te brengen en charmant met elkaar verder te leven.