Enkele reacties van deelnemers aan het Ibn al-’Arabi-congres over ‘Heilige Verbeelding’ in Leuven
CIMIC vzw, SPES-forum vzw en Waerbeke vzw organiseerden op zaterdag 12 maart 2022 in de Promotiezaal van de KU Leuven een zeer succesvol congres over de filosoof Ibn al-‘Arabi, tijdgenoot van Averroës en Rumi.
Ibn al-‘Arabi (Murcia 1165 – Damascus 1240) is een van de meest invloedrijke denkers en soefi’s uit de islamitische geschiedenis. Hij laat talrijke geschriften na waarin hij een unieke bijdrage levert aan het interpreteren van religieuze diversiteit en het samengaan van rede en intuïtie. CIMICvzw vroeg enkele deelnemers om een reactie of persoonlijke reflectie.
Reactie van Jean-Paul Vermassen
De eigen identiteit niet tegen de andere identiteit stellen.
De diepe verwevenheid tussen culturen en mensen inzien.
Weten dat er geen apart ‘ik’ en ‘jij’ bestaat,
alleen maar ‘een wij in mij en in jou’.
Beseffen dat de ene, uiteindelijke Bron van alle leven
meteen ook de bron van onze verscheidenheid is.
Zo kunnen we beter samenleven.
We horen ten diepste en op velerlei wijzen bij elkaar.
We mogen er allemaal zijn met onze eigen kleur.
We kunnen elkaar aanvullen en verrijken
door ons te laven aan elkaars bronnen.
We kunnen elkaars verschillende verbeelding van de Werkelijkheid en van God beluisteren, begrijpen en bevragen.
We kunnen bewust verbinding en eenheid
boven verschil en tegenstelling plaatsen.
Zo kunnen we beter samenleven.
Zo brachten vele inleiders het ter sprake:
Gregory Van Damme, Marc Colpaert, Christine Gruwez, Mohamed Ridouani, Benoît Standaert, Stella Nyuanchama Okemwa en Birsen Taspinar.
Zo beleefden we het ook op een zeer verbindende studiedag in Leuven.
Wat een respect.
Wat een verbondenheid.
Wat een zaligheid.
Zo verschillend met datgene wat er in en rond Oekraïne gebeurt momenteel.
Verbinding plaatsen boven verschil, het kan in Leuven en waar dan ook.
Het kan overal waar mensen kiezen voor ontvankelijkheid en verbinding.
Jean-Paul Vermassen
Jean-Paul Vermassen (°1955) is vele jaren actief geweest in Aalst als godsdienstleraar en als vrijwilliger in parochies. Hij is de stichter van het spiritualiteitshuis Emmaüs in Aalst. Hij beëindigde zijn beroepsloopbaan als nationaal pastor van Okra en Samana. Hij was daarna zes jaar medewerker in het redemptoristisch missionair centrum ‘De Clemenspoort’ in Gent. Hij hoopt nu nog als vrijwilliger een bijdrage te kunnen leveren in de Emmaüswerking in Aalst.
Reactie van Bert Roebben
Voor mij als academisch theoloog was deze dag een openbaring in de ware zin van het woord. Ik ben al jaren actief op zoek naar spirituele toegangen tot de theologie, vooral in mijn werk in de lerarenopleiding en in de opleiding van toekomstige pastores.
Ik stel vast dat voor jonge theologen de brug tussen kennis (religious literacy) en ervaring (religious experience) zo moeilijk te slaan is. Dat heeft enerzijds te maken met het abstracte karakter van het theologisch discours aan de universiteit en anderzijds met de vage, ‘vagebonderende’ spirituele ervaringen van jonge mensen in het alledaagse leven. Beide vinden elkaar niet of slechts moeizaam.
Tijdens de conferentie werd me (opnieuw) duidelijk dat de Verbeelding een brug kan slaan tussen die twee werelden. Een andere epistemologie is mogelijk, een die ruimte schept voor het kwetsbare tussengebied (of de ‘interface’) tussen representatie en afwezigheid, tussen ontsluiering en versluiering, tussen wie ik daadwerkelijk ben en wie ik zou kunnen zijn.
Dat daarvoor de grote religieuze tradities taal en inzicht leveren, staat buiten kijf. Zonder traditie-verankering kan traditie zich niet ontvouwen. Maar hoe leren we opnieuw van die tradities op zo een manier, dat ze de Verbeelding activeren?
Bovendien is die ‘interface’ gevuld met vele en verschillende ‘vattingen van wijsheid’: mensen geven op vele en verschillende wijzen gestalte aan het proces van Verbeelding.
De concrete verhalen tijdens de namiddag boden inzicht in dat rijke palet van ‘vattingen’. Ze bemoedigden de toehoorders vooral om niet bang te zijn om zich in die veelheid te engageren. Daarmee werd duidelijk dat de boodschap van Ibn al-‘Arabi vandaag brandend actueel is: luister naar je ziel en naar die van de anderen – en leer dat God ‘bezielde verschilligheid’ omarmt. Of in de woorden van die andere spirituele meester, Elie Wiesel: “God schiep de mens omdat Hij van verhalen houdt”.
Het boek van William C. Chittick in de vertaling van Marc Colpaert zal ik met veel aandacht en vreugde lezen. Ik hoop er verdere aanknopingspunten in te vinden voor mijn benadering van een spiritueel verankerde en diversiteitssensibele theologie, die ik dan in de komende jaren samen met jonge theologen verder kan exploreren.
Werk genoeg aan de winkel dus! Bedankt aan de organisatoren voor een schitterende conferentie, met tussendoor vele interessante ontmoetingen!
Bert Roebben
Bert Roebben is hoogleraar godsdienstpedagogiek aan de katholiek-theologische faculteit van de universiteit van Bonn.
Reactie van Mia Leijssen
De inwijding in het werk van Ibn al-’Arabi tijdens het congres van 12 maart 2022 heeft mij bijzonder geïnspireerd. Wanneer iemands sociaal-culturele omgeving het sacrale en het religieuze negeert en het spreken over spiritualiteit taboe is in het publieke discours, is het geen evidentie om open te staan voor een andere werkelijkheid dan de zichtbare materiële wereld.
Een authentieke menselijke zoektocht naar de verhouding van het aardse bestaan tot de kosmos is evenmin gediend met starre ideologieën en eenzijdige patriarchale systemen. Des te meer is het verfrissend hoe Ibn al-’Arabi vormgeeft aan een islamitische mystiek waarbij hij vooropgestelde beelden over God en de werkelijkheid achter zich laat.
Zijn aanmoediging om dichter bij de Werkelijkheid te komen door dieper in de ziel te kijken en knopen te ontwarren, spreekt mij als vrouw en therapeut direct aan. Vanuit mijn belevingsgerichte benadering herken ik dat een existentiële crisis een uitnodiging kan zijn om te kiezen voor een spiritueel pad.
Daar kan de essentie van leven in zicht komen, kan de mens landen op de bestaansgrond, komt er een lichamelijk gevoelde doorstroming en verbinding met een oneindige bron van Liefde. Ik had niet verwacht dat ik in mijn kennismaking met de mystieke islam rechtstreeks zou ervaren dat eenheid in verscheidenheid zo eenvoudig kan zijn.
Vanuit de keynotes van Marc Colpaert, Gregory Van Damme, Christine Gruwez en de sprekers die erop volgden, werd het heel concreet dat er verschillende vindplaatsen van de Ultieme Werkelijkheid zijn. Dat het ertoe doet om de eigen kleur te ontdekken waarmee de unieke relatie tot het Licht weerspiegeld wordt.
Een feest van herkenning met voor mij een laatste hoogtepunt in de bijdrage van collega-psycholoog Birsen Taspinar. Een therapeutisch proces berust op contact maken met een diepere werkelijkheid dan wat zich op het eerste gezicht toont of door de rede laat uitleggen. Verbeelding en liefdevolle nabijheid zijn onmisbaar opdat lijden en duisternis kan transformeren.
De universele wijsheid die te vinden is in heilige boeken bevat dragende woorden en beelden, ze beschrijven archetypes en kwaliteiten die werkelijk helpen om moeilijke momenten te overbruggen en bij onbegrijpelijk leed iets van betekenis te vinden.
Birsen Taspinar verwees bijvoorbeeld naar 99 namen van Allah die zij soms in herinnering brengt tijdens een begeleiding. Vergelijkbaar met 108 namen die in het hindoeïsme naar God verwijzen, of de litanieën waarmee christenen Maria aanroepen.
In therapie faciliteer ik ‘pure kwaliteiten’ zoals medeogen, dankbaarheid, verwondering, overgave, vergeving, hoop, humor, vreugde… Deze spirituele kwaliteiten zijn niet ‘ik’ gericht. Onderzoek in de positieve psychologie bevestigt de grote kracht van attitudes waarmee iemands blik verruimd wordt. Ibn al-’Arabi en mystici van alle tijden en tradities beschouw ik als ‘meestertherapeuten’ voor de mensheid.
Tot slot nog even naar de studiedag die tot in alle details getuigde van grote klasse en degelijkheid. Het ligt misschien aan mijn leeftijd dat mijn voorkeur gaat naar minder sprekers op het programma en meer stilte en tijd om het rijke aanbod te verteren.
Ook hier is er dezelfde paradox als in therapie: het verhaal vertellen en beleving in woorden uitdrukken zijn noodzakelijk om ervaringen naar buiten te brengen, te delen met anderen, te erkennen, te ordenen, plek te geven.
Maar zonder stilte kan het proces niet verdiepen en is er geen ruimte om op het spoor te komen van wat er vanuit een dieper ervaringsgebied kan opborrelen, wat tot het domein van ‘niet weten’ behoort. Gelukkig bood de studiedag tevens kostbare momenten om te herademen, te bezinnen en te genieten van schoonheid dankzij muziek en zang die rechtstreeks resoneert met de ziel.
Mia Leijssen
Mia Leijssen (°1951) is emeritus hoogleraar psychotherapie aan de KU Leuven. Belangrijkste boeken: Tijd voor de ziel (Lannoo 2007) en Leven vanuit liefde (Lannoo 2013). Website: www.existentieelwelzijn.be
Lees verder (naar inhoud maart 2022)