Thomas Merton (1915-1968): monnik in het hart van de wereld
Na ons geslaagd Merton-weekend (5 tot 7 mei 2023) met Willy Eurlings in Averbode wilden we nog even terugblikken zodat ontmoetingen geen eendagsvliegen zouden zijn of in het ijle verdampen.
De Merton-vrienden van de Lage Landen hebben zich al een paar decennia verdiept in het leven en het werk van de merkwaardige monnik-activist. Jan Glorieux is een van de drijvende (Vlaamse) krachten in de beweging. We vroegen hem een artikel te schrijven over Merton zodat het brede CIMIC-publiek ook na ons weekend met hem kennis zou kunnen maken. De titel van zijn artikel sluit aan bij wat CIMICvzw beoogt: zinvol aanwezig zijn ‘in het hart van de wereld’.
In het boek Living with Wisdom ([1]) schetst Jim Forest een schitterend en geïllustreerd beeld van Mertons levensloop, met ruime citaten uit zijn talloze boeken. Misschien zouden we hier als essentie kunnen poneren dat Thomas Merton een man van tegenstellingen is, die hij vaak oversteeg. Of misschien beter van paradoxen.
Thomas Merton werd in 1915 in het Zuid-Franse Prades geboren, bracht een deel van zijn jeugd door in Engeland, maar kwam tot stabiliteit en spirituele wasdom in de VS.
Thomas Merton werd namelijk monnik, trappist nog wel, en contemplatief. Net zijn kloosterleven, met zijn stilte, zijn rituelen, zijn woestijnwortels, voerden hem naar binnen, tot beschouwing of schouwen. Zo kon hij de wereld gaandeweg op een nieuwe manier benaderen, vanuit de stilte, gevoed door zijn geloof, door zijn monastiek-spirituele achtergrond en belezenheid.
De traditie en zijn vrij zoekwerk dreven hem tot een eigen vorm van engagement: hij werd kritischer tegenover de heersende monastieke vormen, tegenover de ontwikkeling van de Amerikaanse maatschappij en van het Westen in de jaren 1950-60…
In feite weerspiegelen een aantal van zijn boektitels zijn evolutie of groei. Aanvankelijk zocht hij als het ware in de hoogte, ver weg van de wereld: Seven Storey Mountain, Ascent to Truth ([2]).
Gaandeweg echter verdiepte hij zich in de traditie ((New) Seeds of Contemplation*, Hidden Ground of Love), om dan naar de wereld toe te gaan, en breder te kijken, oecumenisch en ook interreligieus (The Way of Chang Zu, Mystics and Zen Masters), en zowat tegelijk naar meer stilte te zoeken in een kluis (Thoughts in Solitude, Wisdom of the Desert).
Uiteindelijk bleef hij altijd een bidder, maar hij voelde zich steeds dieper betrokken bij de uitdagingen van de wereld toen (Contemplation in a World of Action, Peace in the Post-Christian Era, Conjectures of a Guilty Bystander).
Steeds meer kwam hij trouwens uit bij een besef van totale eenheid, bij non-dualiteit, zeg maar. Getuige zijn ervaring in Fourth and Walnut Street in Louisville:
“In Louisville, op de hoek van Fourth en Walnut Street, midden in het winkelcentrum, werd ik ineens overweldigd door het besef dat ik van al die mensen hield, dat zij bij mij hoorden en ik bij hen, dat wij geen vreemden voor elkaar konden zijn, ook al kenden wij elkaar niet. Het was alsof ik ontwaakte uit een droom van afgescheidenheid, van valse zelf-afzondering in een aparte wereld, de wereld van verzaking en vermeende heiligheid. (…)
Het was alsof ik plots de verborgen schoonheid van hun hart zag, de diepte van hun hart waarin geen zonde, geen verlangen of zelfkennis kan doordringen, de kern van hun werkelijkheid, de persoon die ieder in Gods ogen is. Als zij zich maar konden zien zoals zij werkelijk zijn. Als wij elkaar maar altijd zo konden zien! Er zou geen oorlog meer zijn, geen haat, geen wreedheid, geen hebzucht… Ik vermoed dat het grote probleem dan zou zijn dat we zouden neerknielen en elkaar aanbidden…” ([3])
Ook in de mens zelf onderkent hij de scheiding tussen ik (ego, rol) en zelf, of ‘false self’ en ‘true self’, die wij eigenlijk moeten overstijgen om tot waarheid te komen, ondanks de sluipende invloed van de westerse economie die daarop bouwt:
“(…) Als we onze kwetsbare schelp [ons ego, onze rol, vert.] zien als onze ware identiteit, als we denken dat ons masker ons ware gezicht is, dan beschermen we het met verzinsels, zelfs ten koste van onze eigen waarheid. Dat lijkt ook een collectief doel van de maatschappij: hoe actiever mensen zich daaraan wijden, hoe zekerder het een collectieve illusie wordt, tot we uiteindelijk de enorme, obsessieve, oncontroleerbare dynamiek merken van verzinsels die ontworpen worden om louter fictieve identiteiten te beschermen (…)” [Raids ([4])]
Altijd weer ontwaart en ontmaskert Merton de misleidende rol van de macht. Vanuit de confrontatie met de realiteit van de Koude Oorlog, de dreiging van de atoomoorlog, de moorden op president JF Kennedy en dominee Martin Luther King, muntte Merton ook de term ‘the Unspeakable’. Niet zozeer het onuitspreekbare, maar “het kwaad waarvan de diepte en de bedrieglijkheid niet meer met woorden te beschrijven zijn”, aldus James Douglass in zijn boek Kennedy and the Unspeakable.
Dat thematiseert hij bijvoorbeeld in het artikel Rain and the Rhinoceros, een referentie naar een stuk van Eugène Ionesco, met verwijzing naar de anonieme, oppermachtige ‘they’ [zij], waar hij het heeft over de natuur:
“Sta me toe dit te zeggen voor de regen koopwaar wordt die zij kunnen plannen en verspreiden tegen geld. Met ‘zij’ bedoel ik de mensen die niet kunnen begrijpen dat regen een feest is, die de gratuïteit ervan niet begrijpen, die denken dat wat geen prijs heeft, evenmin waarde heeft, dat wat niet verkocht kan worden, niet reëel is, zodat de enige manier om iets echt, feitelijk, te maken is het op de markt te brengen. Er komt een tijd dat ze je zelfs je regen zullen verkopen. Nu is die nog gratis, en ik sta er middenin. Ik vier zijn gratuïteit en zijn zinloosheid.” [Raids ([5])]
Zulke fragmenten kunnen als pamflet overkomen. Hij klaagde in elk geval aan, legde bloot. Maar hij zette tegelijk ook aan tot reflectie over actie. Bepaalde aspecten van het verzet tegen de oorlog in Vietnam schokten hem. En heel vaak wijst hij op de complexiteit en soms onzuiverheid van activistisch verzet. Zo schrijft hij in ‘Brief aan een jonge activist’ over hoe een activist eigenlijk illusieloos hoort te zijn:
“Maak je niet afhankelijk van de hoop op resultaten. Wanneer je het soort werk doet dat jij op je genomen hebt, in wezen een apostolisch werk, zul je misschien het feit onder ogen moeten zien dat je werk ogenschijnlijk waardeloos is en dat je er zelfs helemaal geen resultaat mee bereikt, of misschien zelfs resultaten die het tegenovergestelde zijn van wat je verwachtte. Als je aan dit idee leert wennen, zul je je steeds meer gaan concentreren op de waarde, de juistheid en de waarheid van je werk en minder op de resultaten ervan. Maar ook dan heb je nog een hele weg te gaan, waarbij je gaandeweg steeds minder strijdt voor een ideaal en steeds meer voor concrete mensen. De reikwijdte wordt minder, maar het wordt wel veel echter. Uiteindelijk is het de werkelijkheid van persoonlijke relaties die alles redt.” ([6])
Vandaar ook dat Merton zich een guilty bystander voelt, een schuldige toeschouwer. Hij ontwikkelt allerlei denkbeelden (conjectures) over de maatschappij, in de hoop haar te ontmaskeren, zodat er meer ruimte ontstaat voor wijsheid, waarheid en liefde.
Jan Glorieux
Jan Glorieux is een van de drijvende (Vlaamse) krachten achter de beweging van de Merton-vrienden in de Lage Landen.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen in Linkerwang.
[1] Het boek is vertaald in het Nederlands als ‘Leven met wijsheid’ (Damon, 2018).
[2] Vertaald als ‘Louteringsberg’, het verhaal van zijn ‘bekering’, en het andere, onvertaalde: ‘Opgang tot de waarheid’.
[3] Geciteerd uit ‘Leven met wijsheid’ (o.c.), maar eigenlijk een citaat uit Thomas Mertons Conjectures of a Guilty Bystander, p. 140-42.
[4] Thomas Merton, Raids on the Unspeakable (New Directions, 1960, 22ste druk), p. 15-16.
[5] Raids (o.c.), p. 9.
[6] Geciteerd uit Leven met wijsheid, p. 208, maar eigenlijk een citaat uit een brief aan Jim Forest, juli 1965, geciteerd in Hidden Ground of Love, p. 294.