ZOMERBOEKEN De eigenzinnige keuze van de redactie
Met de zomermaanden voor de deur hebben velen onder ons hopelijk wat meer tijd om eens een goed boek vast te pakken en wat bij te lezen, al dan niet op een mooie vakantieplek. Als redactie van de CIMIC-Nieuwsbrief hebben we een eigenzinnige keuze gemaakt van boeken die we zelf graag gelezen hebben of die nog op onze stapel ‘te lezen’ liggen te wachten. Boeiende lectuur toegewenst en een prettige zomertijd!
Batja Mesquita: ‘De emoties tussen ons’
Een boek als ‘Emoties tussen ons’ past helemaal in de CIMIC-filosofie die we sinds 1993 ontwikkelen en ook bijstellen. Per slot van rekening gaat het bij intercultureel gedrag over de ruimte ‘tussen ons’.
De beste recensie voor dit boek van Batja Mesquita werd door Edel Maex in het voorwoord geschreven. Beter kunnen we het zelf niet formuleren. Hij schrijft het volgende:
“Het is wellicht de meest voorkomende denkfout: te denken dat de wereld is zoals ik hem zie. Dat zorgt voor dagelijkse misverstanden met partners, kinderen, collega’s, die de wereld allemaal net iets anders blijken te zien, en dus denken dat de wereld is zoals zij hem zien.”
“Dit soort misverstanden wordt vele malen uitvergroot als het gaat over contact tussen verschillende culturen. We kunnen dat negeren, maar dan worden we te pas en te onpas geconfronteerd met onverwachte en onbegrijpelijke situaties.”
“De antropoloog Rik Pinxten noemde dat de koloniale attitude: wanneer we niet beseffen dat we naar een andere cultuur kijken door onze eigen ogen, met onze eigen denkkaders. Uiteraard kunnen we niet door iemand anders’ ogen kijken, maar we kunnen wel onze blik verruimen door in dialoog te gaan en naar de ander te luisteren.”
“Dat is de rode draad door dit boek. Haar academische carrière bracht de auteur Batja Mesquita al snel in het buitenland. Zelfs de Verenigde Staten, toch een andere westerse cultuur, zorgden al voor een cultuurshock.”
“Haar psychologische research naar emoties was aanvankelijk gebaseerd op het algemeen aanvaarde idee dat emoties biologisch gegeven zijn en daarmee ook transcultureel. Maar zodra andere culturen bij dit onderzoek betrokken werden, bleek deze theorie niet meer stand te houden.”
“Blijkbaar kijken mensen in andere culturen anders naar de wereld, gaan ze er anders mee om en hebben ze zelfs andere emoties, waar wij vaak niet eens woorden voor hebben.”
“Batja Mesquita doet het boeiende verhaal van haar onderzoek. Het is geschreven met een warm hart. Het blijft niet bij theoretische beschouwingen. Naar het einde toe komt het boek ook met praktische tips hoe we in een geglobaliseerde en transculturele wereld in dialoog kunnen gaan en onze blik kunnen verruimen.”
“In deze dialoog leren we niet alleen de ander kennen, maar ook onszelf. Zoals een vis maar ontdekt wat water is als hij op het droge komt, worden onze eigen vanzelfsprekendheden maar zichtbaar in de open dialoog met de andere.”
“Ik kan alleen maar hopen dat veel mensen deze heel actuele boodschap ter harte nemen. We hebben het dringend nodig.”
Batja Mesquita, De emoties tussen ons. Hoe cultuur onze emoties bepaalt, Borgerhoff & Lamberigts, Gent, 2024, 300 p. ISBN 9789464778106
Navid Kermani: ‘Goddelijke kunst’
Het is altijd verrassend om ‘het eigene’ te zien door de bril van de ander. Navid Kermani is een uitzonderlijk goed waarnemer en is als moslim van Iraans-Duitse afkomst ‘ongelooflijk’ verwonderd over de schoonheid van christelijke kunst.
Met zijn andersgelovige achtergrond en zijn nieuwsgierige, onderzoekende blik komt hij bij Rembrandt, Caravaggio, Albrecht Dürer, Gerhard Richter, Jeronimus Bosch, Leonardo da Vinci, Sandro Veronesi en vele andere kunstenaars tot verbazingwekkende inzichten over kunst en religie, godsbeelden en mensbeelden. Zijn boek verbindt oost en west, islam en christendom, en wekt bij de lezer het verlangen om zélf zo te kunnen kijken.
In drie hoofdstukken zoekt hij zich een toegang tot kunsttaferelen over ‘moeder en zoon’, ‘getuigenissen’ en ‘roepingen’.
Kermani kijkt met sympathie, ontraadselt datgene waarvoor de mensen van christelijke huize zelf blind geworden zijn en voert ons mee op zijn ontdekkingstochten door eeuwen kunst en eeuwen mensheid.
Het boek is evenzeer reisgids als een spirituele erkenning van de ander die ook in onszelf zit. De mens zelf is voor Kermani ook een kunstwerk als je tenminste goed kijkt.
Een van de mooiste passages in het boek is zijn ontmoeting met de vermoorde jezuïet Paolo Dall’Oglio in Mar Musa, Syrië. Ze brengt hem bij de kern van zijn ontdekking: “als ik liefde ervaar die geen onderscheid maakt, ben ik steeds dankbaar”.
“Als ik iets aan het christendom, of beter gezegd aan de christen bewonder (…) dan is het niet alleen de geliefde kunst, waaronder ook de muziek en deze of gene ritus, maar vooral de specifiek christelijke liefde in zoverre ze niet alleen op de naaste betrekking heeft. In andere religies heeft men evenzeer lief en wordt er tot barmhartigheid en mildheid opgeroepen…”
“Maar bij monniken en nonnen gaat dat verder dan waartoe een mens ook zonder God zou in staat zijn. Hun liefde maakt geen onderscheid.”
De jezuïet Paolo was ook (en uitzonderlijk) monnik geworden in de Syrische woestijn, begreep de zoektocht van de moslim en erkende zich in hem, gastvrij.
Navid Kermani, Goddelijke kunst. Een oosterse blik op westerse kunst, Uitgeverij Cossee, Amsterdam, 2016, 352 p. ISBN 9789059366886
Christine Gruwez: ‘De wonde en het recht op kwetsbaarheid. Meditaties bij deze tijd’
Docente en antroposofe Christine Gruwez vraagt zich af wat een wonde is. Voor haar betekent het dat een “levende samenhang vernietigd wordt, uiteenvalt. Het is de pijn die ons vertelt dat we verwond zijn”.
Ze schetst op een dringende manier dat we pas werkelijk “tijdgenoten worden als we de in het menselijke wezen gegronde kwetsbaarheid in onszelf en de medemens erkennen”.
Het boek is na een proloog opgebouwd in drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk bespreekt de paradox van de onmacht en hoe we moeten wakker worden en wakker blijven. In een tweede hoofdstuk wordt het mysterie en het wezen van het kwaad behandeld. Het derde hoofdstuk toont aan dat een wonde ook een wonder kan worden.
We lieten Christine zelf hierover aan het woord in Nieuwsbrief#53: https://cimic-npo.org/2024/05/27/53-003/
Alle mensen hebben dezelfde primordiale wonde van het mens-zijn, maar iedereen moet aan de slag met zijn eigen biografie en eigen kwetsuren. Dat maakt de mens tot een kwetsbaar wezen en op die kwetsbaarheid heeft hij een recht. Het dwingt ook mens-waardigheid af. Altijd, overal, en in alle omstandigheden.
Christine Gruwez, De wonde en het recht op kwetsbaarheid. Meditaties bij deze tijd, Via Libra vzw, Antwerpen, 2024, 162 p. ISBN 9789077611494
Björn Rzoska: ‘Gedeelde grond’
Hoe komt een kleinzoon in het reine met de geschiedenis van zijn grootouders, vooral als die – zoals zijn naam verraadt – uit verschillende culturen komen? En hoe heeft de oorlogscultuur van midden vorige eeuw de binnenkant en de buitenkant van mensen getekend? Je zult maar met je familienaam Rzoska heten.
Björn Rzoska woont in Lokeren, waar menige Waaslander na de oorlog in ‘het kamp’ werd opgesloten. Ik ben in 1945 geboren en woon in de naburige stad St-Niklaas, maar ik heb over de geschiedenis van ‘het kamp’ pas veel later vernomen, en vooral veel geruchten gehoord.
Van ‘het kamp’ is niets overgebleven, maar ik was al vijftig toen ik een ‘face au mur’ van Filip de Pillecijn tweedehands vond. Het was schokkend. Dit alles gebeurde bij ‘ons’, bij wijze van spreken om de hoek. Tot vandaag kunnen kinderen en kleinkinderen – ook vrienden van mij – over die internering van hun vaders of grootvaders die er hebben ‘gezeten’ niet vertellen.
Björn Rzoska schreef er al eerder een boek over, want zijn grootvader ‘zat’ er ook, wachtend op zijn vonnis.
Nu brengt hij als historicus zijn eigen familieverhaal aan het licht. Opzoekwerk brengt een ander verhaal naar boven dan wat in familieverband gangbaar was. Slik. Helden vallen van hun troon. Een beetje zoals bij Geraldine Schwarz in haar boek ‘de geheugenlozen’.
Rzoska’s grootvader van Vlaamse zijde bleek een overtuigde nationaalsocialistische Oostfronter die naar Polen en Oekraïne trok, nadien negationist bleef, maar hier de dans ontsprong en slechts vier jaar cel kreeg in plaats van de doodstraf omdat hij zogezegd alleen maar communistische Russen wou bestrijden. De Poolse grootvader bleek geen held die Vlaanderen hielp bevrijden, maar diste een goed verhaal op om genaturaliseerd te worden.
Gedeelde grond toont treffend hoe gewone mensen het grote verhaal van de Tweede Wereldoorlog beleefden, het meeschreven en zich redden. Rzoska geeft inzicht hoe hij daar als kleinzoon vandaag naar kijkt. En hoe de verhalen van zijn grootvaders vandaag jammer genoeg nog steeds actueel zijn.
Björn Rzoska, Gedeelde grond, Ertsberg, Aalter, 2024, 300 p. ISBN 9789464750751
August Thiry: ‘Lente in Zuiverland. Een pelgrimstocht door Pakistan’
Zo heeft collega CIMIC-docent August Thiry en een groep studenten en docenten van de Thomas More Hogeschool een reis naar Pakistan beleefd: als een pelgrimstocht. En zo was het ook.
Pakistan had eind vorige eeuw nog een geweldige aantrekkingskracht en straalde destijds voor de westerse reiziger ook een warme, oosterse vreemdheid uit waarnaar we op zoek waren. “We waren rondtrekkers van het betere soort”, schrijft de auteur, en collega Marianne Janssen voegt eraan toe: “ja, maar die rondreis schopte ons sindsdien een geweten”.
Toen ik als journalist voor het tijdschrift Wereldwijd begon te schrijven, werd Pakistan mij als eerste ‘dossier’ toegewezen. Het was 1983. De focus van Vlaanderen lag op Afrika, Congo. Daar waren we thuis. Azië was voor de Nederlanders. Die hadden Indonesië. Maar we wilden met de redactie dit schema doorbreken.
Overigens waren de Belgische kapucijnen daar al een eeuw missionair aan het werk. Dus ‘mocht’ ik naar Pakistan. Het werd wel degelijk een geschenk. En ik wou dat cadeau ook doorgeven.
Toen ik in de jaren negentig weer het onderwijs was ingestapt, heb ik de Pakistan-‘spons’ decennia lang uitgewrongen. Tot voor kort. De contacten waren gelegd, de banden bleken hecht. En de kapucijnen speelden daarin een hoofdrol.
We trokken met studenten naar dat Bijbelse, vreemde en (ook vanwege de nasleep van de kolonisatie) zo gekwetste land. Eerst met leerlingen van Pius X (Antwerpen) en vanaf 1991 enkele jaren op rij met studenten van de hogeschool in Mechelen.
Dit ‘heen’ had ook een ‘weer’ tot gevolg. Vooral door de ontmoeting met Durre Ahmed uit Lahore, die jaar na jaar vanuit haar Jungiaanse achtergrond workshops kwam geven over de vervlochtenheid tussen christendom en islam. Het waren heerlijke en eerlijke ontmoetingen. Ze duurden tot voor de coronacrisis.
Nu is er stilte. Het Pakistan van toen is er niet meer. De toestand is bijzonder hachelijk. De relatie met India is er na Modi en zijn houding tegenover de moslims niet beter op geworden. Maar we horen zo weinig, we ‘weten’ zo weinig. Het geopolitieke spel gaat gewoon verder en de klimatologische toestanden wachten niet om het erger te maken. Bij 50 graden Celsius kan je niet meer vrolijk leven. We kunnen er niet meer heen.
Maar wat de Pakistan-ervaring onszelf en de studenten heeft gebracht, is niet weg. Daarvan getuigt August Thiry die het archief van 30 jaar geleden heeft geopend. Hij heeft de ervaringen van zichzelf, collega’s en studenten tot een prachtig beschreven verhaal gemaakt. August kan schrijven.
Lente in Zuiverland is een onderdompeling in een warme en destijds gastvrije cultuur. August heeft ons geheugen ‘gered’. Maar een geheugen is natuurlijk ook steeds een vertekening. Dus is de kunst om er een verhaal van te maken het legitiemste wat een mens kan doen, want de ervaring zelf is binnengekomen en heeft je bij je nekvel gepakt.
In het nawoord schrijft Marianne Janssen: “Die zware tocht werd een mijlpaal voor mij die richting gaf aan veel van wat ik later in het leven overwoog en deed… Het verhaal hakt erin, het toont wat relatief is en echt van belang, het kan wreed en absurd zijn, hoogdravend en sober, grof en teder. Met een knipoog naar de schoonheid en de heftigheid van het beleefde moment, het leven zoals het is.”
De missieposten en missionarissen die August beschrijft, lagen bij de armste bevolkingsgroepen – zeg maar de gekerstende dalits of kastelozen van India, die na de scheiding in 1947 niet konden wegvluchten – in de hoogste schuif.
We waren met z’n allen onder de indruk van de overgave, de inzet, de talenkennis, en de franciscaanse gastvrijheid bij die ‘laatste’ Vlaamse missionarissen. Het boek is ook een hommage aan die ‘mannen’, van wie de namen Luc Wouters, Daniël Supply, Leopold Evens en (Nederlandse) Mill Hill-father Piet Grimbergen in het geheugen gegrift staan.
Maar ook de naam van de Vlaamse ontwikkelingswerkster Jeanine Geuns is onuitwisbaar. Zij ving lepralijders op in Karachi en bracht er de zeldzame reizigers mee in contact. Er was immers – ook toen – nauwelijks toerisme in Pakistan.
De vele mensen die we in alle openheid ontmoetten, de landschappen die ons sprakeloos maakten, de tragische ‘geschiedenis’ die in onze verbeelding kroop, maakten dat de ervaring telkens een ‘pelgrimstocht’ werd.
Er is van die reizen ook beeldmateriaal. Marianne Janssen maakte heel wat filmbeelden van de locaties waar de verhalen uit het boek zich afspelen. Kayla Ceulemans monteerde een selectie uit dat filmmateriaal. De eindversie is te vinden op https://youtu.be/01WXcePILb4
Dit boek kwam uit net voor August een hersenbloeding kreeg waarvan hij momenteel herstelt. We zijn hem dankbaar voor het gedeelde leven zoals we dat toen hebben aangevoeld.
August Thiry, Lente in Zuiverland. Een pelgrimstocht door Pakistan, 2023, ISBN 9789462675506. Het boek werd door de auteur in eigen beheer uitgeven en op een beperkt aantal exemplaren gedrukt bij EPO. Het kan worden besteld bij boekhandel ‘Het Voorwoord’, Noordstraat 2, 2220 Heist-op-den-Berg, 015 63 60 27, https://www.hetvoorwoord.be
Judith Herzberg: ‘Brief aan wie niet hier is’, ‘27 liefdesliedjes’ en ‘Hopla’s’
De Joodse schrijfster Judith Herzberg, dochter van de beroemde schrijver Abel Herzberg, werd geboren in 1934. Ze is dus 90. Ze is in de Tweede Wereldoorlog met broer en zus ondergedoken en ontsnapte aan Westerbork. Haar ouders zijn levend uit het naziconcentratiekamp van Bergen-Belsen weergekeerd.
Judith Herzberg schreef gedichten, toneelstukken, scenario’s voor films en werd er vaak voor bekroond. In 2018 kreeg de ze de prestigieuze prijs der Nederlandse Letteren.
Ik wil Judith Herzberg aanbevelen omdat ze licht kan doen schijnen in de huidige Israëlische donkerte. Ze heeft haar leven verdeeld tussen Jeruzalem en Amsterdam schreef in 1996 een prachtig boekje ‘Brief aan wie niet hier is. Tussen Jeruzalem en Amsterdam’ (Uitgeverij Van Gennep, Amsterdam, 1996, 176 p. ISBN 9789055151158, nog tweedehands te bestellen.)
Als je niet ‘daar’ bent, weet je ook niet hoe het voelt. Ze beschrijft er de periode 1988-1996, vóór en na de moord op Rabin. In een sobere stijl, vaak humoristisch, lichtvoetig, maar met een scherpe blik vertelt ze in die brieven over het dagelijkse leven, wel en wee, chaos en complexiteit. Herzberg heeft steeds voor vrede en verstandhouding gepleit.
Ze is ook heel gekend voor haar reeks Hopla’s, een poëzievorm die ze zelf bedacht. Het zijn gedichtjes van vier of vijf regels waarin een gedachte geformuleerd wordt die zo maar opkomt (‘hopla’), nu eens ernstig, dan weer grappig of filosofisch. Wat ze schrijft, is altijd zeer toegankelijk. De laatste ‘hopla’s’ dateren van februari 2024. (Bijna 90 Hopla’s, 2024, De Harmonie, Amsterdam, 2024, ISBN 9789463362023)
’27 liefdesliedjes’ bundelt gedichten die een bewerking zijn van het Hooglied. Ze werden reeds in 1971 geschreven in opdracht van het IKOR/CVK voor een kindertelevisieprogramma over het Hooglied. Het boekje is nog steeds te verkrijgen en verscheen bij uitgeverij De Harmonie, Amsterdam, 2004 (veertiende druk), 61 p. ISBN 9789061690177.
Twee liedjes als zomergeschenk:
3.
Waar kan ik je vinden
Mijn lief, mijn beminde
Waar weid je je schapen
Waar laat je ze grazen
Waar laat je ze rusten
Als de zon op zijn hoogst is
Mijn lief, mijn beminde?
Als je dat niet eens weet
Mooi meisje, beminde
Loop dan maar wat rond
Volg het spoor van de schapen
Dat kun je wel vinden.
(laat je geitjes zolang
Bij de hut van mijn vrinden).
5.
Mijn liefste is zo bizonder
als een appelboom los in het bos.
Beschut tegen de zon
zit ik in de schaduw er onder
zijn appels zoet in mijn mond.
Ik ga met hem naar het feest
zijn liefde is als een vlag
als een vlag over me heen.
Geef me gauw iets te eten
een appel, een koek,
want ziek ben ik, ziek van verlangen.
O, dat ik in zijn armen lag
één onder mijn hoofd
één over me heen
en dat ik zijn ogen boven me zag!
Ik zeg jullie met klem
Jerusalemse meisjes
zet niet tot liefde aan
laat haar vanzelf ontstaan.
Tommy Wieringa: ‘Nirwana’
Een roman die vlot leest en bulkt van de thema’s: broedertwisten, een vergiftigde erfenis van een businesstycoon met extreemrechtse sympathieën en een fout oorlogsverleden, de vernietiging van de natuur… Allemaal verweven in een gedenkwaardige familiegeschiedenis. Goed voor heel wat uren leesplezier.
Tommy Wieringa, Nirwana, De Bezige Bij, Amsterdam, 2024, 464 p. ISBN 9789403132877
Tinneke Beeckman: ‘Door Spinoza’s lens’
Spinoza kende ik voordien slechts van naam, en dat was een gat in mijn culturele opvoeding. Wil je weten waarom Spinoza zo invloedrijk was en wat zijn betekenis is voor ons hedendaagse leven? Lees dan dit uitstekende boek van Tinneke Beeckman.
Tinneke Beeckman, Door Spinola’s lens, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2016, 240 p. ISBN 978-94-6310-166-0
Peter Wohlleben: ‘Het geheime netwerk van de natuur’
De auteur van ‘Het verborgen leven van bomen’ gaat in dit boek nog een stap verder en beschrijft hoezeer samenwerking en symbiose belangrijkere principes zijn in de natuur dan ‘eten en gegeten worden’. Heel leerzaam voor tijdens uw volgende natuurwandeling.
Peter Wohlleben, (vertaler: Bonella van Beusekom), Het geheime netwerk van de natuur. De verrassende samenwerking tussen planten en dieren, Bruna Uitgevers BV, Amsterdam, 2018, 224 p. ISBN 9789400509986
Lees verder (inhoud juni 2024)