Ibn al-‘Arabi, levensschets van een visionair

Op 11 oktober schreef Koert Debeuf in Knack dat er meer aandacht zou moeten zijn voor de Arabische filosofen, die zo belangrijk zijn geweest en hij vindt dat ze opnieuw een plaats verdienen. CIMIC vzw sluit zich daarbij aan. Debeuf breekt terecht ook een lans voor Ibn Rushd (Averroës). Maar naast Averroës zijn er ontzettend veel Arabische en Iraanse filosofen geweest die elkaar aanvulden of het met elkaar oneens waren. Voor sommigen was filosofie en mystiek veeleer complementair dan tegenstrijdig. Vooral in de 13de eeuw.

Neem nu Ibn al-‘Arabi (Murcia 1165 – Damascus 1240), ook al-shaych al-akbar (de ‘Grootste Meester’) genoemd. Hij is – samen met Rumi – een van de beroemdste mystici uit de geschiedenis van de islam.

In tegenstelling tot zijn oudere tijdgenoot Ibn Rushd (Averoës) werkte hij geen filosofische doctrines uit op basis van logische argumenten, maar ontwikkelde hij een visionaire (zelfs universele) wijsheid, gebaseerd op openbaring en directe ervaring.

Nochtans kende hij de filosofische terminologie van zijn tijd vrij goed. Dat maakte mogelijk dat hij het soefisme ook speculatief kon verwoorden, waardoor het meer en meer werd geaccepteerd en geïntegreerd in de wetsgerichte soennitische religie. Hij kon o.a. daardoor de heiligenverering van Mohammed en anderen, die in het volksgeloof wijdverbreid was, filosofisch onderbouwen.

Hij behoorde tot de elite van Murcia. Na de Almohadische verovering van Murcia in 1172 trok zijn familie naar Sevilla, waar zijn vader in dienst trad bij de nieuwe heersers. Zijn jeugdig leven kan worden vergeleken met dat van Franciscus van Assisi: een rijkeluiszoon die een godsverlangen ontdekt. Hij trok zich geregeld terug in een soort retraite en op z’n 15de kreeg hij een eerste visioen en ‘verlichting’ (fath), die hij ervoer als een ‘terugkeer tot God’. Zijn spirituele sjeich die hem de stadia van inzicht bijbracht was naar zijn eigen zeggen Isa (Jezus) zelf.

Ibn al-‘Arabi was een zeer intelligente man die intussen de Koran, de hadieth en de systematische studie van mystiek onder de knie kreegin Sevilla. Hij apprecieerde weliswaar Ibn Rushd die hij ook ontmoette, maar gaf te kennen dat een mens met rationaliteit alleen de Werkelijkheid niet kan omarmen of vatten.

Op z’n dertigste begon zijn spirituele meesterschap zich te tonen. Hij kreeg ontzag en respect. Dan begint ook zijn literaire productie. Met regelmaat reist hij tussen Fez en Andalusië, maar in 1201 verlaat hij definitief Noord-Afrika en is hij steeds onderweg naar de Masjriq, het islamitische Oosten, wat hij als zijn oorsprong zag.

Zijn weg loopt via Cairo, Mekka (wat hem later inspireert tot het schrijven van zijn hoofdwerk Foetoehaat al-MakkiyyaDe Mekkaanse Openbaringen), vandaar naar Konya, Aleppo en ten slotte Damascus, waar hij bleef tot aan zijn dood in 1240. De Ottomaanse Selim I liet in 1516 voor hem een mausoleum bouwen dat nog steeds door pelgrims bezocht wordt. 

Een gerenommeerd auteur en Ibn-al’Arabi ‘scholar’, William C. Chittick, professor in New York, schreef en vertaalde heel wat werk van het onuitputtelijke opus van de ‘Grootste Meester’. Van hem vertaalde ik al ‘Soefisme, een kennismaking’. In november komt nu ook voor het eerst in het Nederlands ‘Heilige Verbeelding’ uit. Het is de vertaling van ‘Imaginal Worlds, Ibn al-‘Arabi and the problem of religious diversity’.

Tot onze verbazing reikt middeleeuwer Ibn al-‘Arabi handvaten aan om op een dieper niveau met de diversiteit in de schepping om te gaan. Hij opent – als pur sang moslim – vensters op de pluraliteit van de kosmos waartoe ook de mens met zijn veelheid van expressies behoort. Essentieel is voor hem het bestaan van de verbeelding, die de mens in staat stelt om op een aanvullende en andere dan de rationele manier de Werkelijkheid, de ‘Oneness of Being’, nabij te komen.

Zijn nadruk op verbeelding en ervaring maakt duidelijk dat de zuivere intellectuele speculatie te beperkt is om het toebehoren tot het grote Geheel te omschrijven.    

De publicatie van het boek ‘Heilige Verbeelding’ is de aanleiding om op 20 november een Ibn al-‘Arabi- congres in Leuven te organiseren. CIMIC vzw, Spes vzw en Waerbeke vzw hebben elkaar daarin gevonden.

De voormiddag omschrijft het gedachtegoed en het belang van Ibn-al’Arabi. In de namiddag gaat de aandacht naar wat al-‘Arabi’s ‘scheppende verbeelding’ vandaag kan betekenen, uitgaande van de gedachte dat organisatie, planning, rationaliteit of rede, economie en geld niet de enige wegwijzers zijn bij het gestalte geven aan het samen-leven-én-sterven.

Marc Colpaert

CIMICvzw, SPES-forum vzw en Waerbeke vzw werken een programma uit waarbij Gregory Vandamme, Christine Gruwez en Marc Colpaert in de voormiddag het belang van Ibn al-‘Arabi en zijn visie op verbeelding en kosmos toelichten.

In de namiddag vertellen Mohamed Ridouani, Benoît Standaert, Nyanchama Okemwa en Birsen Taspinar hoe de spirituele verbeeldingskracht van de filosoof vandaag nog altijd herkenbaar is en hun hedendaagse praktijk inspireert. Het geheel wordt opgeluisterd met soefi-muziek door Rachid Akhdim.

Praktische info

Waar? H. Hartinstituut Heverlee, Naamsesteenweg 355, 3001 Heverlee

Wanneer? Zaterdag 20 november 2021 van 9.30 tot 16.00 u, gevolgd door een receptie

Prijs? Inclusief broodjeslunch en receptie 35 euro; 20 euro voor studenten

Inschrijven vóór 6 november 2021

Gebruik dit inschrijvingsformulier. Je vindt het ook op de websites van SPES-forum, CIMIC en Waerbeke:  www.spes-forum.bewww.cimic-npo.orgwww.waerbeke.be

Je bent pas ingeschreven na het invullen van het formulier én betaling van het bedrag op de SPES-rekening BE21 7350 1021 5603 met vermelding Ibn + je naam + je emailadres.

Als het congres niet kan doorgaan door overmacht, brengen we de deelnemers tijdig op de hoogte van het alternatief.