‘Winterpret’, ook voor mensen zonder bed?

Sinds 26 november is het weer zover: de jaarlijkse Winterpret / Plaisirs d’hiver is weer alive and kicking in Brussel. Dit jaar wegens corona met specifieke maatregelen: je moet een Covid Save Ticket hebben om een armbandje te krijgen, dat je de toelating geeft om in één of meer van de 225 chalets je geld te gaan besteden.

Vijf weken lang zijn op de Kerstmarkt “schatten te vinden die ogen en smaakpapillen in vervoering brengen. Je kan er keukens van over de hele wereld proeven en cadeautjes kopen voor jezelf of voor iemand anders. Als de avond valt, wordt de markt nog feeërieker dankzij alle lichtjes en versieringen – voor een moment van pure magie”. Aldus de website van de stad Brussel.

En er is meer natuurlijk dan enkel de Kerstmarkt: het reuzenrad, de draaimolens, een pracht van een kerstboom op de Grote Markt, schaatsbanen in het centrum en in het Terkamerenbos, klank- en lichtshows, er is geen moeite gespaard om tijdens deze moeilijke periode de handelaars in een veilige context hun ding te laten doen.

En om toeristen en bezoekers weer in Brussel te krijgen, zeker nadat er op heel wat andere plaatsen kerst- en winterevenementen geannuleerd werden.

foto= Klank- en lichtshow op de Brusselse Grote Markt in het kader van Winterpret
Elke avond tot 2 januari 2022 is er een klank- en lichtshow op de Brusselse Grote Markt in het kader van Winterpret (foto: stad Brussel).

Tegelijkertijd loopt in Odisee Campus Schaarbeek, nog tot 5 januari de fototentoonstellingBinnenbuiten’. Op 54 fotopanelen zijn tijdelijke woonplekken te zien van mannen, vrouwen en zelfs kinderen die de nacht doorbrengen in de straten van Brussel. Ook tijdens deze wintermaanden zijn er mensen die buiten slapen. Stukken karton, een matras, dekens en zakken tonen de plaats waar een tijdelijk bivak is opgeslagen, onder een afdak, enigszins beschut voor de weersomstandigheden, of in stations.

Het zijn plekken die na enkele dagen alweer verdwenen zijn; wat was achtergebleven, is al opgeruimd door straatvegers. De fotograaf doet ons stilstaan bij hun vluchtige bestaan en het leven van de mensen die ze eventjes bewoonden.

Eén van de tijdelijke slaapplekken van wie dakloos is in Brussel,
De Nederlandse freelance fotograaf Wilco Bosems (1964) toont in de tentoonstelling ‘Binnenbuiten’ de tijdelijke slaapplekken van wie dakloos is in Brussel, ook tijdens Winterpret (foto: Wilco Bosems).

In het straatbeeld zie je trouwens ook tentjes, zoals aan de Magdalenakerk vlak bij het Centraal Station. Tijdens de afgelopen maanden leek het wel een kleine stadscamping, bevolkt door dakloze medebewoners. Nu staat er nog maar eentje. Wellicht heeft het te maken met de start van het Winterplan op 15 november, precies 11 dagen voor de start van Winterpret.

Het winterplan houdt in dat nachtopvang de klok rond openblijft en dat er extra wordt ingezet op voedselhulp, douches en wasplaatsen, psychosociale begeleiding en medische permanentie. Mobiele teams zijn ook dag en nacht actief in de straten om de vele gezinnen die op straat leven te helpen en hen, voor zover de capaciteit dat toelaat, mee te brengen naar opvangcentra.

Dankzij dat winterplan zijn er tijdens de winter volgens de statistieken niet meer straatdoden dan tijdens andere maanden van het jaar. Maar het is dus niet omdat zo’n 180 verenigingen en organisaties nu allemaal 24 uur per dag openblijven, terwijl vroeger de mensen ‘s ochtends weer op straat werden gezet, dat vele van deze mensen, al dan niet vrijwillig, de nachten toch op straat doorbrengen.

foto=  De fotograaf doet ons stilstaan bij het vluchtige bestaan en het leven van de mensen die hier eventjes woonden
De fotograaf doet ons stilstaan bij het vluchtige bestaan en het leven van de mensen die hier eventjes woonden (foto: Wilco Bosems).

Om aandacht te vragen voor deze problematiek deed de vzw Infirmiers de rue / Straatverplegers de opmerkelijke oproep om van 17 op 18 december de lange winternacht buiten of in ieder geval ergens anders dan in je bed door te brengen.

De periode rond 21 december is de donkerste tijd van het jaar; de nachten zijn het langst en de temperaturen kunnen erg laag zakken. Een nachtje buiten doorbrengen is in deze omstandigheden dan ook een echte uitdaging, zeker als er geen echte activiteit is om de tijd te doden. Winterpret sluit al om 22 uur en de cafés en restaurants tegenwoordig om 23 uur. In totaal sliepen effectief zo’n 40 mensen buiten aan het Centraal Station. En waar zij zich goed konden voorbereiden, warme kleren en degelijk materiaal ter beschikking hadden, is dat voor de doorsnee dakloze uiteraard anders. Ook de wetenschap dat het maar voor één nachtje was, maakte het haalbaarder.

Volgens de laatste telling leven er ruim 5.300 dak- en thuislozen in Brussel en hun aantal blijft stijgen. Een groot deel van de dak- en thuislozen heeft geen papieren. Zo verblijven er in de kraakpanden bijna duizend mensen en in de noodopvangcentra gaat het om ongeveer 1.180 sans-papiers. In de rest van het netwerk, zoals de onthaalhuizen of de opvanghotels, verblijven zij niet.

foto= Winterpret op het St-Katelijneplein in Brussel
Winterpret op het St-Katelijneplein in Brussel (foto: stad Brussel).

Een blik op de cijfers van het Brusselse winterplan (bron: gewestelijke administratie Bruss’Help) leert ons dat er 1.821 plaatsen voorzien zijn in de noodopvang, (bij New Samusocial, het Rode Kruis en het Burgerplatform voor de Vluchtelingen, t.e.m. 30 april 2022), en 973 plaatsen in de onthaalhuizen (hele jaar geopend). Hier kunnen enkel mensen met een wettig verblijfsstatuut terecht.

500 personen krijgen opvolging in de bestaande kraakpanden (minstens t.e.m. 31 december 2021). Dit zijn dus vooral mensen zonder papieren.

Andere opvang, enkel voor mensen met een wettig statuut en niet beperkt tot het winterseizoen: 182 plaatsen in begeleide opvanghotels, 120 plaatsen in 85 begeleide woningen en 205 plaatsen in Housing First-woningen.

Eén van de ongeveer 180 Brusselse verenigingen die dak- en thuislozen helpen, is de vzw Diogenes. Naar deze werking gaat de opbrengst van de eerdergenoemde verkoop-expositie ‘Binnenbuiten’ in Schaarbeek. Via de Diogenes-straatwerkers en interculturele bemiddeling krijgen we een inkijk op de twee grote groepen van de meer dan 50 verschillende nationaliteiten die op straat leven in Brussel.

Zeer zichtbaar aanwezig in het straatbeeld zijn de dakloze Roma: gezinnen, die meestal nog niet lang in België zijn aangekomen, waarvan sommigen verspreid in de straten van het stadscentrum zitten te bedelen, en ter plaatse slapen, in kleine familie-eenheden, vaak met pasgeboren baby’s. Anderen leven samen in geïmproviseerde kampen op braakliggende terreinen, waarbij hun kleine de facto gemeenschap wordt gevormd door gedeelde leefomstandigheden.

Deze gezinnen, die huisvesting vragen, maar geen inkomen hebben om er toegang toe te krijgen, worden soms tijdelijk ondergebracht in noodopvangcentra. De meeste van deze gezinnen hebben door verschillende Europese landen gereisd waar zij in sloppenwijken hebben gewoond. Ondanks de moeilijke levensomstandigheden in Brussel, willen deze gezinnen niet terugkeren naar hun land van herkomst. Hun aanwezigheid hier wordt gedreven door de hoop op een nieuw begin, en zij proberen zich daaraan vast te houden. Ze spreken geen Frans en leven van giften.

foto=  een inkijk op de groepen die op straat leven in Brussel
Via de Diogenes-straatwerkers en interculturele bemiddeling krijgen we een inkijk op de groepen die op straat leven in Brussel (foto: Wilco Bosems).

Nog een belangrijke groep met diverse specifieke problemen zijn de Poolse daklozen. Mensen van Poolse origine migreren in de eerste plaats naar België om werk te vinden en zodoende hun situatie te verbeteren ten opzichte van het leven in hun thuisland. Het gaat vooral om alleenstaande mannen van gemiddeld 40 tot 50 jaar. De meesten komen uit het noordoosten van Polen (Bialystok – een regio waar de werkloosheid bijzonder hoog is). Verschillende problemen die kenmerkend zijn voor deze bevolkingsgroep zijn o.m. zwartwerk in de bouw, zonder specifieke diploma’s en met groot risico op arbeidsongevallen, wat kan leiden tot een verslechtering van hun sociale en economische situatie en uiteindelijk tot dakloosheid.

Overmatig gebruik van sterke drank (ravini, wodka, …) leidt soms tot geweld in de groep en diverse andere problemen: diefstal of verlies van bezittingen, geestelijke en psychische stoornissen, gezondheidsproblemen, geheugenstoornissen, enz. Uiteenlopende medische problemen zijn ook vaak verbonden aan de gevolgen van alcoholgebruik (Korsakov, epileptische aanvallen, …) of het leven op straat (ongezonde voeding, blootstelling aan virussen, kwetsuren en open wonden, zweren, …).

Meestal is de juridische en administratieve situatie van de meeste Poolse straatbewoners zeer complex: ze verblijven in een onregelmatige situatie op Belgisch grondgebied, een groot aantal heeft ‘de facto’ geen papieren (is zijn Poolse identiteitskaart kwijt), maar in elke groep zijn er mensen die in België nog rechten kunnen krijgen.

Afgezien van de kosteloze eerstelijnsdiensten, sociale restaurants, de spoedafdelingen van ziekenhuizen, … doen ze weinig beroep op aangeboden hulp. In plaats van naar noodopvangcentra te gaan, leven de meeste van deze mensen op straat of in een kraakpand.

Maar vooral dankzij covid is er beterschap in zicht. Vroeger moesten mensen na een nacht in de noodopvang ’s ochtends weer naar buiten, om overdag te moeten bellen om ’s avonds een nieuwe plaats te krijgen. Nu is het definitief verworven dat alle opvangcentra 24 uur per dag openblijven en overdag in sociale begeleiding voorzien.

En de Brusselse regering gaat het nog structureler aanpakken door een actieplan uit te rollen om daklozen duurzame huisvesting aan te bieden.

foto= Overmatig gebruik van sterke drank leidt soms tot allerlei problemen
Overmatig gebruik van sterke drank leidt soms tot geweld in de groep en diverse andere problemen (foto: Winterpret, stad Brussel)

Bevoegd minister Alain Maron (Ecolo) ambieert om eind 2022 aan 600 daklozen een dak boven het hoofd te bieden. Daarvoor rekent hij vooral op de OCMW’s, maar ook op verschillende partners, Housing First-projecten en vzw’s. Waar in 2019 nog geen enkele dakloze werd gehuisvest, zullen er dat eind 2021 al 238 zijn, onder wie een dertigtal gezinnen.

Concreet bedraagt de opvangcapaciteit nu 3.055 plaatsen. Dit zijn 1.200 plaatsen meer dan op 1 juni 2019 voor de coronacrisis, zo blijkt uit cijfers van het kabinet-Maron. De 190 extra opvangplaatsen die vrijgemaakt waren in hotels werden alvast tot 30 april 2022 verlengd.

Op 1 juli gaat ook een nieuw opvangtehuis voor dakloze eenoudergezinnen (45 plaatsen) open. En er wordt ook een specifieke capaciteit voorzien voor slachtoffers van intrafamiliaal geweld, een behoefte die ook aan de coronacrisis te wijten is. Maar naast het aanbod van woningen wordt ook de begeleidingscapaciteit fors uitgebreid en verder wordt er ingezet op preventie van woningverlies.

foto= Er wordt ook een specifieke capaciteit voorzien voor slachtoffers van intrafamiliaal geweld
Er wordt ook een specifieke capaciteit voorzien voor slachtoffers van intrafamiliaal geweld, een behoefte die ook aan de coronacrisis te wijten is
(foto: Wilco Bosems).

Misschien moeten we even terugdenken aan de eerste strenge lockdown van maart 2020 – en toen was het niet eens winter – en ons voorstellen hoe het was voor een dakloze in die weken.

Het was de tijd dat we in ons kot moesten blijven (problematisch voor mensen zonder geschikte woonst), dat OCMW-assistenten, advocaten en andere diensten enkel telefonisch bereikbaar waren (moeilijk voor mensen die niet over een telefoon beschikken), …

Die periode werd er letterlijk honger geleden: de stad was leeg dus van bedelen was geen sprake, de restaurants (waar soms eten te vinden is) waren dicht, de snackbars, sociale restaurants waren dicht, voor de essentiële winkels stonden lange rijen … De nachtopvang, de onthaaltehuizen, … zaten vol en waren ook niet geschikt voor quarantaine.

Een woning zoeken was al helemaal niet aan de orde, want woningen te huur aanbieden mocht ook niet. En zelfs gewoon op een bankje zitten, of met meer dan twee personen samen buiten zijn, … het mocht niet. De politie paste dan ook heel veel druk toe.

Gelukkig zijn de omstandigheden niet meer zoals toen. Maar ondanks de wijzigingen die er sinds toen doorgevoerd zijn en nog op stapel staan, blijft het de vraag voor hoeveel mensen Winterpret toch geen pretje is.

Greet Callaerts

Diogenes vzw: https://www.diogenes.brussels/

– Wilco Bosems (1964) is freelance fotograaf, geboren en getogen in Eindhoven. Hij woont momenteel in Brussel waar hij zich op straatfotografie richt: https://www.wilcobosems-fotografie.nl/

Kenniscentrum Gezinswetenschappen maakt deel uit van de onderzoeksgroep Sociaal-Agogisch Werk van Odisee Hogeschool en verricht onderzoek naar de leefsituatie van gezinnen en hoe die beter kunnen worden ondersteund. Het kenniscentrum is gevestigd op de campus in Schaarbeek:
https://www.odisee.be/campussen/campus-schaarbeek

Dit vind je misschien ook leuk...