Oases van broederlijkheid en hoop in Syrië, Irak en Italië
De gemeenschap van Deir Maryam al-Adrah in Irak (2)
Barbara Mertens tekende drie getuigenissen op over de herleving van de Syrisch-katholieke kloostergemeenschap. In deze nieuwsbrief publiceren we het tweede deel over de gemeenschap van Deir Maryam al-Adrah in Irak.
Sinds 2011 wordt de missie van de gemeenschap van Deir Moussa ook verdergezet in het klooster van Deir Maryam al-Adrah in Suleimaniya in Iraaks Koerdistan. Pater Jens Petzold (60), priester in de Chaldeeuwse ritus en lid van de al-khalil gemeenschap, is de verantwoordelijke van het klooster. Hij getuigt over de gemeenschap in Irak.
Een droom én een uitdaging
Het was de droom van pater Paolo Dall’Oglio om als jonge gemeenschap een nieuwe stichting te doen ergens op de weg naar het Verre Oosten. Zo zou er ook elders in het Oosten een plek zijn voor interreligieuze ontmoeting en dialoog op theologisch vlak.
Paolo leek te voorvoelen dat dit in de toekomst in Syrië misschien tijdelijk niet meer mogelijk zou zijn. In het najaar van 2010 vroeg mgr. Louis Sakko, de toenmalige bisschop van Kirkuk, aan pater Paolo of hij geen huis wilde stichten in het noorden van Irak.
Na een periode van onderscheiding en een verkenning ter plaatse, stemden we als gemeenschap toe. Amper een jaar later werd ik naar Irak gezonden waar ik me vestigde in het huis bij de leegstaande kerk Maryam al-Adrah in Suleimaniya.
Het was een uitdaging de missie van gastvrijheid van Mar Moussa, een contemplatieve gemeenschap te midden van de woestijn, vorm te geven in het oude historische centrum van een stad met 2 miljoen inwoners. Enkele veranderingen drongen zich op.
Hoewel Maryam al-Adrah, gebouwd in 1862, de oudste kerk van de stad is, heeft ze niet het karakter van een eeuwenoud heiligdom dat spontaan door christenen en moslims wordt bezocht. De kerk heeft geen grote geschiedenis en ook de Chaldeeuwse parochie was in de vergetelheid geraakt.
Gaandeweg begon het ons ook te dagen dat er een communicatieprobleem was in Iraaks Koerdistan. De meerderheid van de bevolking spreekt er Koerdisch, en 10 à 15 procent is Arabischtalig (met name Arabischtalige Irakezen en Syrische vluchtelingen).
Om de ontmoeting en de dialoog tussen de verschillende bevolkingsgroepen te faciliteren, was er nood aan taalonderwijs. Zeker ook omdat de christenen in Suleimaniya geen Koerdisch spreken.
We droomden ook van een bibliotheek waar niet alleen boeken te vinden zouden zijn die uitnodigen tot dialoog, maar met een forum waar seminaries gehouden zouden worden, conferenties, workshops over dialoog, mensenrechten, rechten van de vrouw, …
Er konden ook concerten of theaterstukken plaatsvinden in de kloostertuin. Zo zou het klooster een plek van ontmoeting en dialoog worden te midden van het historisch centrum van Suleimaniya, een stad die overigens best een goed academisch niveau heeft.
Het klooster als plaats van ontmoeting en uitwisseling
Maar eerst verkenden we de regio verder en trokken we een extra gebouw op om onderdak te geven aan de monialen van onze gemeenschap. Als gemengde gemeenschap hebben we altijd verschillende huizen nodig.
In 2014 kwamen de eerste vluchtelingen aan in de stad en in het klooster, het waren christenen uit Qaraqosh, Mosoul en de vlakte van Nineve op de vlucht voor Daesh (nvdr: de Arabische naam van de terreurbeweging Islamitische Staat, ISof ISIL).
Het taalprobleem werd urgenter. De eerste groep leerkrachten Koerdisch voor Arabischtaligen werd opgeleid. Wat startte als een proefproject voor Arabischtalige christenen breidde al snel uit. Amper een jaar later gaven onze leerkrachten les in acht verschillende centra ingericht door NGO’s in de regio, zowel aan kinderen, jongeren als volwassenen.
Ook ons theaterproject kende een onverwachte start. In 2015 zagen we een theatergroep aan het werk die we erg goed vonden. Een vijftal professionele acteurs werkten samen met enkele ‘leken’ in een eenmalig, gesubsidieerd theaterproject. We vroegen hen of ze niet op regelmatige basis wilden blijven samenkomen.
Ze stemden in en groeiden uit tot Sabunkaran Theatre Groupe die tot op vandaag samenkomt, repeteert en voorstellingen verzorgt. Hun eerste opdracht is wat vreugde en ontspanning te brengen aan de vluchtelingen en ontheemden in de kampen. Maar de theatergroep heeft ook een therapeutische inslag voor de leden zelf, die intussen van zowel Koerdische als Syrische origine zijn. Ze leren zichzelf uitdrukken, ook in gesprek met elkaar.
Zo werken we beetje bij beetje aan de interreligieuze ontmoeting en dialoog tussen de bevolkingsgroepen hier, wat het uiteindelijke doel is van onze aanwezigheid in Suleimaniya.
In het kader van het forum hopen we dit academiejaar in samenwerking met enkele universiteiten uit de regio een studiegroep op te richten om tot dialoog te komen op academisch niveau. We willen studenten aanmoedigen deel te nemen aan seminaries waarin onderwerpen zoals dialoog en harmonieus samenleven onderzocht worden.
Tijdens een leesgroep verbonden aan het klooster, merkten we dat vele jonge Koerden, Irakezen en Syriërs het moeilijk vinden om hun ideeën helder te formuleren of te beargumenteren en om informatie te beoordelen. Dit gebrek aan vaardigheden is vaak een gevolg van de langdurige oorlogen in de regio.
Veel jongemannen dienden soms meer dan 10 jaar in het leger of ze waren actief in het verzet waardoor hun studietijd lange tijd werd onderbroken. Ze hadden nooit de kans zich de nodige kennis en traditie eigen te maken.
Ook politieke keuzes op het vlak van onderwijs, hadden zeker hun impact. Om samen te leven en in dialoog te kunnen gaan, is het belangrijk dat mensen de nodige hulpmiddelen en vaardigheden kunnen ontwikkelen. In de herfst komt er een specialist in ‘bemiddeling’ naar het klooster die samen met ons een groep wil opleiden gespecialiseerd in het begeleiden van activiteiten rond vrede en verzoening.
Ondertussen vinden kinderen, jonge mannen en vrouwen, christenen en moslims, hun weg naar het klooster. Ze geven of volgen er les, nemen deel aan de leesgroep, de theatergroep of ze komen naar de kerk.
Onder de hoede van Maria vonden ze een gastvrije plek in het klooster, dat hoopt de nodige middelen te kunnen verzamelen om de oudste kerk van Suleimaniya te restaureren en het forum en de bibliotheek verder uit te bouwen.
Barbara Mertens
Barbara Mertens leerde tijdens haar CIMIC-stage in Mar Moussa, in 2009, pater Paolo Dall’Oglio kennen. Tijdens en na de Syrische oorlog heeft ze zich blijvend verbonden gevoeld met deze gemeenschap en andere geloofsgemeenschappen in het Nabije Oosten.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het driemaandelijkse Bulletin (303, juli-aug-sep 2022) van Werk voor het Oosten / Solidarité Orient. De auteur dank de uitgever voor de overname. Website: https://werkvoorhetoosten.be/ ; tel: 02 512 15 49 ; e-mail: orient.oosten@skynet.be of vriendenmarmoussa@gmail.com het e-mailadres waar mensen zich kunnen aanmelden voor de nieuwsbrief en om een contactpersoon van de gemeenschap in België te bereiken.
‘Abouna Jens’ gelooft in ontmoeten (Kerknet.be, 6 mei 2022): https://www.kerknet.be/kerknet-redactie/artikel/%E2%80%98abouna-jens%E2%80%99-gelooft-ontmoeten
Swiss priest takes care of 200 Christian refugees in Iraq: extended interview with Father Jens Petzold https://vimeo.com/124540632
Lees verder (inhoud oktober 2022