Als pelgrim van de vrede in Irak
Tijden veranderen. Waar amper vijf jaar geleden IS in een videoboodschap nog dreigde Rome te veroveren, werd begin maart de rode loper uitgerold op de luchthaven van Bagdad om paus Franciscus te ontvangen. Zwarte vlaggen die wapperen in de wind óf een witte soutane, het contrast kon niet groter zijn. Aan het Iraakse volk kondigde ‘baba el-Vatican’, de vader van het Vaticaan zoals de paus in het Arabisch wordt genoemd, in een video-opname aan dat hij kwam “als boeteling en als pelgrim van de vrede”.
Het getuigt van vastberadenheid dat de paus zijn plannen doorzette en inging op de uitnodigingen die hij van de lokale katholieke kerk en de Iraakse republiek had gekregen. Niet alleen de veiligheidsrisico’s verbonden aan de reis, de begenadigde leeftijd en de fragiele gezondheid van paus Franciscus (84) maakten het tot een hachelijke onderneming.
Ook de pandemie dreigde roet in het eten te gooien. Alleen al het feit dat de reis doorging, dat de paus op vrijdag 5 maart 2021 zijn eerste voet op Iraakse bodem zette, was bijzonder. Ook voor Irak zelf. Wie had verwacht dat een land dat de afgelopen decennia door zoveel gruwel en geweld werd geteisterd in staat zou zijn een pausbezoek mogelijk te maken?
“Ik kijk ernaar uit jullie gezichten te zien en jullie land te bezoeken”, klonk paus Franciscus voor zijn komst. De eenvoud en de menselijkheid van deze woorden gericht aan de héle Iraakse bevolking, ontroerden oog in oog met de verlatenheid en de destructie waarvan het land probeert te herstellen.
Martelaarskerk
Als het hoofd van de katholieke kerk zag paus Franciscus het als zijn taak om de lijdende christelijke gemeenschap nabij te zijn en het lijden, het kruis, dat zij als martelaarskerk al jaren op hun schouders dragen, mee op zich te nemen.
In 2003 telde Irak nog 1,5 miljoen christenen, in 2021 blijven er slechts enkele honderdduizenden over. Daarom ging paus Franciscus als boeteling naar Irak. Hij wilde God om vergiffenis en verzoening vragen en troost brengen aan de verscheurde harten. Ook voor het leed en het onrecht berokkend aan de jezidi’s vroeg de paus bijzondere aandacht. Hij riep de politieke leiders op de minderheden een volwaardige stem te geven in Irak en hen niet als tweederangsburgers te behandelen.
Voorvechter van de interreligieuze dialoog
Van Bagdad trok paus Franciscus op zaterdag 6 maart naar de heilige Iraakse stad Najaf waar hij grootayatollah Al-Sistani (90) ontmoette in diens bescheiden privéwoning. Deze invloedrijke sjiitische geestelijke leider, van oorsprong Iraans, maar leider van de belangrijkste sjiitische religieuze school in Irak, ontving paus Franciscus nederig en met eerbied. Net zoals paus Franciscus is hij een voorvechter van de interreligieuze dialoog.
Tijdens de opstanden vorig jaar liet de grootayatollah van zich horen door uit te halen naar de Iraakse politici die niet luisterden naar de verzuchtingen van het volk. Ook nu deelde hij paus Franciscus’ bekommernis om de minderheden in Irak. Beiden bevestigden ook de sensibiliseringsfunctie van religieuze en spirituele leiders.
Zeker naar politieke machthebbers toe is het belangrijk dat ze zich uitspreken, oproepen tot redelijkheid en het achterwege laten van een taal van oorlog en destructie. Na het bezoek van de paus vaardigde de grootayatollah een fatwa uit waarmee hij de religieuze autoriteiten opriep een belangrijke rol te spelen in de bescherming van de christenen.
Dat die sensibiliseringsrol werkt, bewijst de persaandacht die het pausbezoek aan Irak kreeg in binnen- en buitenland. Het was een unieke kans om een vergeten, lijdend volk terug onder de aandacht te brengen. Tegelijkertijd klonk de oproep naar broederlijkheid over de religieuze grenzen heen krachtiger dan ooit, niet het minst door de beklijvende symboliek.
Naar Ur, stad van aartsvader Abraham
Na zijn bezoek aan Najaf trok paus Franciscus naar de ruïnes van de Bijbelse stad Ur in Zuid-Irak. Het was vanuit deze Soemerische stad dat aartsvader Abraham vertrok uit het huis van zijn vader naar het land dat God hem zou laten zien. Door zijn eigen familie op te geven, werd hij vader van vele volkeren. Tijdens een interreligieus gebedsmoment met christelijke en islamitische leiders wees paus Franciscus naar de hemel, net zoals God de kinderloze Abraham naar de hemel had doen kijken om de sterren te tellen.
“In die sterren zag hij de belofte van een talrijk nageslacht, in die sterren zag hij ons”, zei paus Franciscus. “God had ons voor ogen, joden, christenen én moslims, samen met alle broeders en zusters van andere religies.” Duizenden jaren later keken die nakomelingen nu op dezelfde plek opnieuw op naar dezelfde sterren die de donkerste nacht verlichten omdat ze sámen schijnen.
Boodschap van troost en onverwoestbare hoop in Mosul
De laatste dag van zijn apostolische reis werd als de gevaarlijkste beschouwd omdat paus Franciscus naar de voormalige IS-gebieden in het noorden trok. De snelle opmars van de jihadistische groepering, die zich in 2014 nog ISIS noemde en die vanuit Mosul, de tweede grootste stad van Irak, het kalifaat uitriep, liet een enorm spoor van verwoesting en dood na.
Te midden van de ruïnes van vier kerken op een plein in Mosul, waar IS executies uitvoerde, bad paus Franciscus voor álle slachtoffers van oorlog in Irak en in heel het Midden-Oosten.
Zichtbaar aangedaan bracht hij een boodschap van troost en onverwoestbare hoop. Hij bad voor moed, vergiffenis en vrede.
In de overwegend christelijke stad Qaraqosh op de zwaar geteisterde vlakte van Nineveh bezocht de paus de gebedsplaats van de heilige Maria van Al Tahira, een Syrisch-katholieke kerk. Het Mariabeeld op de toren van het heiligdom dat door IS werd onthoofd, was intussen weer gerestaureerd.
Met een gebedsdienst in Erbil, de hoofdstad van de Koerdische autonome regio, sloot de paus zijn derde bezoekdag af. De vreugde die zijn aanwezigheid opwekte bij christenen én moslims die urenlang langs de kant van de weg wachtten om een glimp van hem op te vangen, tonen dat terrorisme en dood ook hier niet het laatste woord hebben!
Een teder en krachtig gebaar
Zeker, het pausbezoek aan Irak zal geen instant-oplossing brengen voor een vreedzaam samenleven in Irak. Maar met zijn troostende nabijheid en zijn boodschap van vrede en broederlijkheid in een land waar de wonden van de oorlog en het sektarisch geweld verre van geheeld zijn, stelde hij een teder en krachtig gebaar. Eén dat uitnodigt tot navolging.
Christenen in Irak ontvingen de paus als de gezant van Christus op aarde die als het ware uit de hemel afdaalde om Gods onvoorwaardelijke liefde voor iederéén uit te dragen, niet alleen voor christenen.
Nog tijdens zijn aanwezigheid in Irak kondigde premier Al-Kadhimi aan dat 6 maart voortaan de Nationale Dag van Tolerantie en Co-existentie wordt in Irak, een feestdag waarop iedereen vrij heeft.
Hoewel de weg nog lang is, liet deze dappere kerkvorst te midden van de vernieling een spoor van broodnodige hoop en vreugde na. Zijn bezoek was een uitnodiging over de grenzen van religie heen om samen te bidden en te werken aan een cultuur van dialoog en vrede. Laten we hopen dat het vooral voor de jongere generaties in Irak een stevig hart onder de riem mag zijn.
Barbara Mertens
.