Vluchtelingen en ‘gastarbeiders’ in tijden van pandemie
Vandaag zijn 281 miljoen mensen internationale migranten en bijna 26 miljoen onder hen zijn vluchtelingen. Bovendien moesten vanaf 2020 meer dan 80 miljoen mensen hun huis verlaten vanwege vervolgingen, conflicten of algemeen geweld.
Global Health and Migration Program (WHO)
De Verenigde Naties voorspellen dat deze trend nog zal versnellen door toenemende ongelijkheid, bevolkingsgroei en klimaatverandering. Deze demografische trends hebben geleid tot de oproepen van de VN om de behoeften van de migranten proactief te benaderen, ze centraal te stellen in elk nationaal gezondheidsbeleid en niet alleen maar te reageren in noodsituaties.
“Voor mij, alleenstaande ouder die asiel zoekt, is het heel eng omdat ik me extra zorgen maak over wie er voor mijn kinderen zal zorgen als ik ziek zou worden. De angst kan mij verlammen.”
“Hier is de situatie niet goed. Het kamp is overvol. Er is geen fysieke afstand tussen de vluchtelingen. We gebruiken hetzelfde toilet en dezelfde douche. 20.000 vluchtelingen staan in de rij voor voedsel.”
“Corona was een nachtmerrie voor daklozen omdat essentiële diensten werden gesloten en ik nergens toegang had tot toiletten. Het eindigde met een urineweginfectie en ik belandde in het ziekenhuis. Over het algemeen waren veel mensen aardig en ze gaven me eten of geld, maar anderen waren erg vijandig toen ik in cafés naar toilet wou.”
Dit zijn enkele schrijnende verhalen uit een recent onderzoek van de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie). Ze illustreren de dagelijkse ervaringen van migranten tijdens de covid-19-pandemie. De studie die meer dan 30.000 vluchtelingen en migranten in 170 landen ondervroeg, werd uitgevoerd door het Global Health and Migration Program. De WHO wou meer te weten komen over hoe wereldwijd de pandemie deze kwetsbare groep heeft getroffen.
Vele respondenten waren gevlucht voor oorlog of slechte economische omstandigheden in hun thuisland, maar werden geconfronteerd met de extra-uitdagingen van covid-19. Door reisbeperkingen, grenssluitingen, opschorting van hervestiging en deportatie op het laatste moment, zijn velen gestrand en gedwongen om in krappe, geïmproviseerde onderkomens of detentiecentra te verblijven.
In deze onzekere, precaire omstandigheden vonden veel migranten geen toegang tot gezondheidsdiensten of ze hadden angst om ze op te zoeken, zelfs als ze coronasymptomen hadden. (A virus that respect no borders: protecting refugees and migrants during COVID-19 – WHO – 25 maart 2021)
Het verdrag van 1951: nu van geen tel
In elk land dat vrijwillig of met tegenzin opvang biedt, zijn de vluchtelingen en migranten de meest kwetsbare groepen. In de afgelopen twee jaar komt zelfs het grondrecht om asiel aan te vragen – gegarandeerd door de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UDHR) uit 1948 – in het gedrang. Asielzoekers worden immers vaak beschouwd als de dragers van het virus. Zelfs de enkele landen die nog asiel boden, sloten hun deuren.
Het internationaal Vluchtelingenverdrag van 1951 (of verdrag van Genève) definieert een vluchteling als iemand die zijn thuisland ontvlucht “vanwege gegronde angst voor vervolging vanwege ‘ras’, religie, nationaliteit, politieke overtuiging of sociale afkomst”.
Helaas zijn deze criteria nu van geen tel omdat ze op dit ogenblik niet kunnen worden gehanteerd. De grenzen zijn gewoon gesloten, economieën zijn gekelderd, de vreemdelingenhaat is toegenomen en de komst van het virus wordt als excuus gebruikt om asiel te beperken of stop te zetten.
Toen in 2020 de pandemie toesloeg, stond het debat over vluchtelingen en migranten in het teken van hun levensonderhoud. Ze verloren immers hun job en kregen geen loon meer. De tweede golf van 2021 treft hen niet meer indirect, maar bedreigt hun leven zelf. Migranten en vluchtelingen sterven aan corona.
Zorgwekkend zijn de gebieden waar vluchtelingen in groten getale samenwonen: de kampen die de Syrische en Rohingya-vluchtelingen opvangen en de kampen in Zuid-Amerika en Afrika. De tweede golf is in die kampen verwoestend geweest en het sterftecijfer is er sterk gestegen.
Vaccins en vluchtelingen in India
Vluchtelingen en migranten zijn meestal geen prioriteit van de vaccinatiecampagnes in de landen waar ze worden opgevangen. Ook in India richt het vaccinatieprogramma zich tot de ‘staatsburgers’, maar het zwijgt over immigranten zonder papieren en vluchtelingen.
India heeft momenteel meer dan 240.000 vluchtelingen en asielzoekers en bijna 6 miljoen ‘gastarbeiders’ (migrant workers). Zelfs voor de Indiase ‘staatsburgers’ is er een tekort aan vaccins en wie het kan betalen zoekt privévaccinatie. Maar miljoenen ‘niet-burgers’, met name vluchtelingen, komen niet voor in de vaccinatiecampagne.
Rohingya’s, Afghanen, de Chin-bevolking in Delhi en elders in India leven niet in kampen, maar in steden en moeten het stellen met een inkomen van 500 tot 700 roepie per dag. Ze zullen wellicht niet in aanmerking komen voor een vaccinatie. Het is nochtans deze bevolkingsgroep die het meest kwetsbaar is.
In Delhi werken bijna 3.000 Chins in de informele sector en ze verdienen te weinig om in hun basisbehoeften te voorzien. Maar als deze mensen in de huidige omstandigheden geen werk hebben, kunnen ze niet overleven en worden ze sneller slachtoffer van het virus.
Er wordt nu bij de overheden gepleit om deze mensen ‘zonder papieren’ en ‘gastarbeiders’ op te nemen in de vaccinatieprogramma’s. Er bestaat in veel landen geen sociale zekerheid voor migranten en vluchtelingen, o.a. omdat deze mensen geen registratienummer hebben.
Sri Lankaanse Tamils in Tamil Nadu (India)
Sri Lankaanse vluchtelingen werden in de loop der jaren in de deelstaat Tamil Nadu opgevangen. Ze leven er in 108 kampen, maar 34.135 vluchtelingen leven verspreid. Het uitbreken van het virus doorbrak het routineuze leven van de vluchtelingen die al heel hun leven op de vlucht zijn voor de oorlog in Sri Lanka (nvdr: tussen 1983 en 2009 woedde een bloedige burgeroorlog tussen de Tamils en de Singalezen in Sri Lanka; 70.000 mensen kwamen om; 200.000 werden uit hun woningen verdreven en vluchtten naar Tamil Nadu; er wordt nu gediscussieerd over hun terugkeer).
De kampen zijn overvol, de mensen wonen er in gammele hutjes of huisjes en ze moeten gebruik maken van de gemeenschappelijke toiletten. Quarantaine of fysieke isolatie is zo goed als onmogelijk.
In de kampen heerst een gevoel van angst, hoewel de mensen niet bij de pakken blijven zitten. Ze maken elkaar bewust van de toestand, gebruiken ontsmettingsmiddelen, werven fondsen voor de gemeenschap en helpen bij de hulpverlening. Het erge is dat de restricties ook voor hen het werken onmogelijk heeft gemaakt.
Ondertussen heeft het rehabiliation commissionerate, dat verantwoordelijk is voor de bescherming van de vluchtelingen in de kampen, aan de district collectors gevraagd om de gebouwen en ruimtes van de NGO’s te gebruiken voor quarantaine.
De deelstaatoverheid van Tamil Nadu heeft de kampbewoners verzekerd dat ze gratis vaccins zullen krijgen en een vergoeding van 2.000 roepie. De lokale overheid doet er goed aan de Tamil-vluchtelingen verder te betrekken in de preventie-, behandelings- en vaccinatieprogramma’s.
Conclusie
Vluchtelingen en ‘gastarbeiders’ worden niet opgenomen in de covid-19-agenda van veel landen. De tweede golf was zwaar voor hen omdat corona niet alleen hun job en loon, maar ook hun leven in gevaar bracht. Omdat ze de kost moeten kunnen verdienen voor hun familie en flexibel en mobiel moeten zijn, zouden ze best opgenomen worden in de nationale vaccinatiecampagnes tegen de verspreiding van covid-19.
Bernard D’Sami, Chennai (India)
(vertaling uit het Engels door Marc Colpaert)