Mengelmoes
Er is weinig cultuur in Freetown, zei ik wel eens tegen mezelf in het begin. Een boutade als het gaat over een land dat net zoals elk ander overloopt van cultuur. Wat ik miste, was die typisch Afrikaanse cultuur. Nog zo’n kanjer van een uitspraak. Afrika is geen land, toch? Waar ik aan dacht waren maskerdansen, traditionele muziek, architectuur, artefacten, kunst, kledij en wat nog waar je in Mali bijvoorbeeld door van je stoel geblazen wordt.
Was het één van de verdiensten van het toenmalige toerisme daar in Mali en is het een gevolg van het nagenoeg onbestaande hier? Maar geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt Afrika en zijn cultuur tot een groot Bokrijk te herleiden. Er speelt iets anders.
Sierra Leone heeft een heel aparte geschiedenis, een andere dan waar ik vandaan kom, en daarmee bedoel ik Mali en Guinee. Die vraag wordt me trouwens wel eens gesteld, waar ik vandaan kom, en het antwoord ‘België’ begint wat te wringen.
In het verkeer hoor ik de opmerking dat waar ik vandaan kom de regels moeten worden gerespecteerd en ik dat hier ook maar moet doen. Waar ik zogezegd vandaan kom, draag je eveneens op de achterbank je gordel, maar waar ik echt vandaan kom, hoefde dat zelfs vooraan niet.
Na de complete chaos van het verkeer in Conakry, had ik aanvankelijk in Freetown eerder het gevoel weer te moeten wennen aan de manier waarop verkeersregels een pak meer nageleefd worden, maar dan ook weer niet zo veel als waar ik zogezegd vandaan kom.
Terug naar waar ik ben. ‘Land of the free’ wordt trots gezongen in het nationale volkslied van Sierra Leone. In verschillende fases voeren namelijk mensen van Afrikaanse afkomst naar Freetown om hier een vrij leven te gaan leiden.
Na de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd in de tweede helft van de 18de eeuw, was het voorstel om de voormalige slaven die voor de Britten hadden gevochten en naar Nova Scotia in Canada waren gevlucht te laten ‘terugkeren’ naar Afrika, acceptabel voor iedereen. Het was de tweede groep die hier aankwam, eerst arriveerden de Black Poor uit Engeland. Deze vrijgelaten slaven waren ooit naar Engeland gebracht om er te werken in de huishoudens van afwezige Britse plantage-eigenaars. Ook voor hen leek een ‘terugkeer’ naar Afrika de ideale oplossing.
Een derde golf bracht na een mislukte opstand in Jamaica schepen naar Freetown met Maroons. En dan waren er nog de ‘Recaptives’ of ‘vrijgelaten Afrikanen’, die nooit de Atlantische Oceaan overstaken. Na de Britse afschaffing van de trans-Atlantische slavenhandel in 1807 patrouilleerden Engelse schepen voor de West-Afrikaanse kusten en bevrijdden deze gevangengenomen slaven voor ze de oversteek naar de Nieuwe Wereld maakten.
Sierra Leone was lang een Britse kroonkolonie. De terugkeer naar het continent van herkomst was dan ook een Brits initiatief en had verschillende redenen. Niet alleen zorgde het toenemende aantal van deze vrijgelaten slaven zowel in Engeland als in Nova Scotia voor verslechterende leefomstandigheden, hun aanwezigheid werd bovendien als bedreigend ervaren. Een bijkomend doel van deze ‘terugkeer’ was in Afrika een plaats te creëren waar de Engelse normen, waarden en cultuur heersten en konden worden verspreid. En dat voel ik.
De teruggekeerde Afrikanen en hun afstammelingen worden tot vandaag de Krio genoemd, net als hun taal. Ze werden een dominante groep en deden lucratieve zaken met de Britten.
Net zoals hun cultuur ligt ook de taal dicht bij die van de Engelsen. Noem Krio, nog steeds de lingua franca hier, geen verbasterd Engels. Het is een taal op zich, maar de Engelse roots zijn overduidelijk hoorbaar. De zin die me helemaal innam toen ik er in het begin kennis mee maakte, is de begroeting ‘Aw di bodi?’.
Uiteraard is ook het christelijke geloof meegekomen en als ik mannen en vrouwen op zondag naar de kerk zie gaan, dan is dat niet in boubou’s of met wikkelrokken die de benen tot aan de enkels bedekken, maar met een fraai zondagskleed tot net over de knieën, dikwijls met bijpassend hoedje en dus niet met een om de haren gewikkelde hoofddoek.
Bij elke nieuw land dat ik bewoon, worden de rokken een paar centimeter korter. Ik zie hier overigens vrouwen openlijk alcohol drinken, en dat is ongehoord waar ik vandaan kom. Het is verbazingwekkend hoe het went, dergelijke taferelen niet te zien. Aangenaam geshockeerd ben ik dan ook in deze vrije stad.
Het huwelijksfeest waar ik onlangs op uitgenodigd was, verruimde mijn blik nog meer. Zoals ik ettelijke keren meemaakte in Bamako op doop- en trouwfeesten, werd de ceremonie opgeluisterd door griotten, de traditionele West-Afrikaanse dichters-muzikanten. Ik meende zelfs in hun lofzangen het Bambara te herkennen, de voertaal in Mali. Of was het de Guinese of Sierra Leonese variant ervan, het Malinké of het Mandingo?
Ook hier wordt de familielijn bezongen, ook hier wordt geld gestrooid over de muzikanten. In heel West-Afrika genieten tot vandaag ook de populaire zangers van de regen van bankbiljetten die uit de handen van een enthousiast publiek stroomt.
Ik ging ook naar de voorstelling, ‘The Throne’. Op sociale media was met veel bravoure aangekondigd dat na 27 jaar het theater terugkeerde naar Sierra Leone. Het moderne auditorium in het spiksplinternieuwe stadhuis van Freetown liep zonder moeite vol. We kregen een mixed-media show met theater, zang en video. Traditionele Afrikaanse dans en acrobatieën werden begeleid door djembes en kleurrijke stoffen, wat een feest.
Deugddoend was het, maar wat me die avond het meest raakte, was het baanbrekende onderwerp. Het verhaal begon klassiek: een koning sterft en dient opgevolgd te worden door zijn eerstgeboren zoon. De kroonprins bleek al vele jaren in Londen te wonen en was er ook getrouwd, met een man.
In twee decennia Afrika is het absoluut de eerste keer dat ik meemaak dat homofiele mannen openlijk en op een positieve manier worden voorgesteld. Het betekent inderdaad dat homoseksualiteit een complex onderwerp is, nog steeds. In Mali hoorde Cheick bij ons team en je wil niet horen wat hij te verduren heeft gekregen.
Hier en daar merk ik verdraagzaamheid bij een individu met een open geest, en dat is het dan. Voor een westers publiek betekent het mogelijk nauwelijks iets, het werd ook allemaal braafjes naar voren gebracht met het clichématige hangende handje van de echtgenoot, maar ik was weerom aangenaam verbijsterd.
Het eerste half uur bleef ik maar rondkijken in de zaal, overtuigd dat iemand boos zou opstaan en weglopen. Dit gebeurde echter enkel in het imaginaire land op het podium. Het huwelijk hield uiteindelijk stand, het echtpaar keerde terug naar Londen en de troonopvolger gaf de kroon door aan zijn zus die de eerste koningin in de geschiedenis werd. En zo kwam ook het genderthema aan bod of hoe kunst een rol kan spelen in de ontwikkeling van een mentaliteit.
Op het einde van het spektakel alleen maar lof en trots en vreugde. Ik kan het me in Bamako of Conakry niet voorstellen. Sierra Leone is dus echt een land van zij die vrij zijn. En niet alleen dat, het is een bijzonder boeiende smeltkroes van ouder- en nieuwerwets. Een culturele mengelmoes waar we in deze tijden, waar dan ook, maar beter gewoon aan worden.
Anna Van Malder
Anna Van Malder woont en werkt in Freetown, de hoofdstad van het West-Afrikaanse Sierra Leone. Zij bericht op regelmatige basis voor deze nieuwsbrief. Zij woont al bijna 20 jaar in West-Afrika. In Mali runde ze een reisbureau en een B&B. Tien jaar later trok ze met haar kinderen naar Guinee, waar ze Engelse lesgaf. Daarna trokken ze verder naar Freetown, waar ze nu lesgeeft én mensen van overal ontvang in gastenkamers.
Anna Van Malder werkte onlangs mee aan een podcast die deel uitmaakt van een programma van de Europese Commissie.
Anna van Malder – Esprit libre en Afrique by Capacity4dev
Lees verder (naar inhoud maart 2022)