Energierevolutie in Denemarken
De energierevolutie in Denemarken begon met de schok van de oliecrises van de jaren 1970, toen de prijzen in een paar dagen verviervoudigden en het land de wake-up call kreeg die het nodig had om zijn energiesysteem om te gooien. Na vier decennia van geleidelijke hervormingen – eerst om de bevoorrading veilig te stellen en later om de economie koolstofvrij te maken – werd Denemarken een voorbeeld van hoe kan worden overgeschakeld op een koolstofarme economie door een combinatie van marktgebaseerde en regelgevende benaderingen.
De Denen genieten nu van een sterke, veilige energievoorziening en een economische groei die in toenemende mate is losgekoppeld van het energieverbruik, en het land heeft zich ten doel gesteld om tegen 2050 onafhankelijk te worden van fossiele brandstoffen.
Om deze transformatie te begrijpen, moeten we teruggaan naar de eerste oliecrisis in 1973, toen de wereldolieprijzen dramatisch stegen en 90 procent van de energievoorziening van de Denen werd geïmporteerd. In reactie op de crisis wendden de Deense beleidsmakers zich tot de rijke olie- en gasreserves van de Noordzee in een poging om in de loop van de jaren tachtig (voordat de klimaatwetenschap gemeengoed werd) energieonafhankelijk te worden.
Tegelijkertijd werd een diversificatieproces op gang gebracht; olie werd in de eerste fase geleidelijk vervangen door steenkool en aardgas en in de tweede fase aangevuld met en vervangen door bio-energie en windenergie. Stadsverwarmingssystemen op basis van warmtekrachtkoppeling werden ook uitgebreid tot woningen en bedrijven.
De oliecrisis leidde tot een sterk maatschappelijk mandaat voor verandering en tot een reeks politieke nationale energieovereenkomsten op basis van een holistische, integratieve planningsaanpak – iets waar Denemarken tot op zekere hoogte een pioniersrol in heeft gespeeld.
Vier decennia van vooruitgang berusten op het feit dat in het parlement een brede meerderheid achter de transitie bleef staan. Dit politieke draagvlak gaf de regering de vrijheid om zich op de lange termijn te richten.
Het energieakkoord 2012-2020 van Denemarken zette het transformatieproces voort: het land verdubbelde de inzet van hernieuwbare energie terwijl fossiele brandstoffen geleidelijk werden afgeschaft.
Momenteel is ongeveer de helft van de Deense elektriciteitsvoorziening afkomstig van windenergie, wat een opmerkelijke prestatie is gezien het onbestendige karakter van windenergie. Het grote arsenaal aan offshore windparken (Denemarken beschikt over 7.500 km kustlijn) – op zee is er vaker wind – en iedereen die het land al eens bereisde, kan het winderige karakter van het Deense weer beamen.
Denemarken verminderde ook zijn verbruik
Vergroening van de energievoorziening is één onderdeel van de strategie. Het andere is meer energie-efficiëntie. In 2013 verbruikte het land al ongeveer een derde minder energie per eenheid BBP in vergelijking met 1990. Denen genieten vandaag van een hoge levensstandaard met een relatief kleine koolstofvoetafdruk.
Denemarken streeft ernaar tegen 2050 onafhankelijk te worden van fossiele brandstoffen – een enorme uitdaging. De regering voert een beleid waarbij de nadruk ligt op het verlagen van de kosten voor schone energie en het verhogen van het concurrentievermogen via marktgebaseerde instrumenten. De opgebouwde expertise maakt dat het land al voor miljarden aan energietechnologie kon exporteren.
Er zijn echter ook Europese oplossingen nodig. Om de nationale 2050-doelstelling te verwezenlijken, moet Denemarken net als andere Europese landen meer energie uitwisselen met zijn buurlanden om schommelingen in de aanvoer van schone energie te verhelpen.
Denemarken moet zich openstellen en, samen met de rest van de EU, de grensoverschrijdende handel en marktintegratie versterken. Het succes van het Deense energiebeleid is in toenemende mate afhankelijk van meer Europese samenwerking en co-regulering.
Er zijn al stappen gezet in de richting van een Europeanisering van het energiebeleid: er zijn EU-energiedoelstellingen voor 2030 vastgesteld en er is een proces aan de gang om een energie-unie tot stand te brengen die de Europese energiesystemen over de nationale grenzen heen tracht te integreren.
Ons land profiteert mee van de Deense windenergie
Ook België kan bij uitstek meeprofiteren van die evolutie. Ons land is te klein om volledig zelfvoorzienend te zijn, ook met hernieuwbare energie (het waait altijd ergens, maar nooit overal).
Daarom dat het plan van de huidige federale minister voor Energie, Tinne Van der Straeten (Groen), om een onderzeese verbinding te maken tussen Denemarken en het te bouwen energie-eiland voor de Belgische kust een goed idee is.
Een van de voorwaarden om de energietransitie tot stand te brengen, is de creatie van een Europees netwerk van hoogspanningslijnen. Door de overschotten van de Deense windenergie rechtstreeks naar ons land te brengen, profiteert ons land mee van goedkope en duurzame stroom en kan het een hub worden in Europa.
De EU speelde een pioniersrol bij het gebruik van marktmechanismen om de emissiedoelstellingen te halen via het EU-emissiehandelssysteem (ETS), met sterke steun van Denemarken. Vandaag valt bijna de helft van de Deense emissies onder de EU-ETS.
De prijs van koolstof kan een kosteneffectieve stimulans vormen voor emissiereductie-initiatieven in de particuliere sector, ook al is het systeem verre van ideaal op dit ogenblik. Zo is de prijs nog te laag.
Denemarken is verplicht de emissies in de sectoren buiten de ETS tussen 2005 en 2030 met 39 procent te verminderen, wat het land volgens de huidige projecties niet gaat halen. Voor hernieuwbare energie daarentegen schuift het land een aandeel van 55 procent naar voren in 2030, wat meer is dan Europa vraagt.
Hoe ambitieus het energiebeleid van Denemarken ook is, het gaat nog niet ver genoeg om aan de internationale verplichtingen te voldoen. Denemarken is al een heel eind op weg om de energie-economie koolstofvrij te maken, maar de uitstoot moet in de hele economie worden teruggedrongen, ook in het vervoer, de landbouw en de individuele verwarming.
Denemarken heeft succes geboekt door kostenefficiënte en concurrerende oplossingen te zoeken, en door energie te integreren met andere sociale en economische doelstellingen. Het land heeft een pioniersrol vervuld in de revolutie van schone energie, maar deze revolutie is nog volop aan de gang.
Koen Stuyck
Lees verder (inhoud april 2022)