Afghanistan: The end of the occupation
Nancy Lindisfarne en Jonathan Neale zijn twee Engelse antropologen die al vijftig jaar geleden in Afghanistan verbleven en er werkten. Zij hebben de complexiteit van het Afghaanse ‘maatschappelijke weefsel’ van dichtbij leren kennen.
Naar aanleiding van de terugtrekking van de Amerikaanse troepen, eind augustus 2021, hebben ze hun visie in een artikel neergeschreven dat ons door psychologe en CIMIC-medewerkster Durre Ahmed werd doorgestuurd vanuit Pakistan. Het artikel bekijkt de situatie vanuit verschillende hoeken en legt klemtonen die we niet vaak lezen. Het biedt ons een bredere kijk op de onbehapbare geopolitiek en het daaruit volgende oorlogskluwen, wat ‘het fenomeen’ van de taliban in een ander daglicht plaatst.
We bezorgen onderaan de link naar het onverkorte artikel in het Engels, maar maken er voor de lezer een lange parafraserende samenvatting van.
1. De taliban hebben het Amerikaanse leger verslagen
Het Afghaanse leger en de Afghaanse politie hebben de laatste twee jaar elke maand meer mensen verloren dan dat ze hebben kunnen rekruteren. De laatste tien jaar hebben de taliban de controle gekregen over steeds meer dorpen, en in augustus hebben ze alle steden ingenomen. Die acties waren goed voorbereid: de taliban bevonden zich in de nabijheid van die steden en wachtten gewoon hun moment af.
Belangrijk was dat ze in het noorden van het land Tadzjieken en Oezbeken betrokken bij hun strijd. Zonder de steun van de lokale bevolkingen hadden de taliban dit niet kunnen doen. De meerderheid van de bevolking heeft er blijkbaar voor gekozen om veeleer de taliban dan de Amerikanen, de Afghaanse regering van Ashraf Gani en de krijgsheren te steunen.
De taliban van 2001 waren overwegend chauvinistische Pashtun. De huidige taliban betrekken bijna alle etnische groepen, maar het minst de sjiitische Hazara.
Deze oorlog was een oorlog tegen een vreemde bezettingsmacht en tegelijk een burgeroorlog. Veel Afghanen hebben gevochten voor de Amerikanen, voor de regering en voor de krijgsheren. Nog meer mensen hebben – om te overleven -compromissen gesloten met de twee kampen. En vele anderen kunnen nog steeds niet beslissen en wachten bang af.
Als de Amerikaanse troepen langer zouden gebleven zijn, hadden ze de keuze: zich overgeven of sterven. Het zou voor hen nog een grotere vernedering zijn geweest. Zowel voor ex-president Donald Trump als voor huidig president Joe Biden was er geen andere optie meer dan zich terug te trekken.
2. Waarom kozen zo vele Afghanen voor de taliban?
De taliban vormen de enige belangrijke politieke organisatie in het land die het opnam tegen de Amerikaanse bezetting en de meeste Afghanen haten die bezetting.
Het is niet altijd zo geweest. Een maand na 9/11 stuurde Amerika bommenwerpers en enkele troepen. Ze werden gesteund door de ‘Northern Alliance’, een coalitie van niet-Pashtun krijgsheren in het noorden van het land. Maar de soldaten van die alliantie waren niet bereid om zij aan zij met de Amerikaanse troepen te strijden. (Dat zou te beschamend zijn vanwege de lange traditie om zich te verzetten tegen buitenlandse bezetters zoals destijds tegen de Sovjets tussen 1980 en 1987.)
Anderzijds was niemand bereid om de taliban, die toen aan de macht waren, te verdedigen. Toen begonnen de bombardementen van de Amerikanen, de Britten en de geallieerden.
De ISI (Pakistaanse geheime diensten) onderhandelden om een einde te maken aan de patstelling. De VS zou de controle krijgen over Kaboel en een president naar keuze mogen installeren. De leiders van de taliban zouden weer terug naar hun dorpen mogen of in ballingschap gaan in Pakistan aan de andere kant van de grens.
Twee jaar lang was er geen weerstand tegen de Amerikaanse aanwezigheid. In geen enkel dorp, hoewel er duizenden voormalige talibanstrijders in die dorpen woonden. De reden was niet dat de taliban niet meer wilden vechten. De reden was dat de gewone mensen – zelfs de taliban in het zuiden – geloofden dat de Amerikaanse bezetting na 9/11 vrede zou brengen, de economie zou op gang trekken en dat er een eind zou komen aan de armoede.
Vrede was cruciaal. In 2001 was er al 23 jaar een oorlog aan de gang. Eerst een burgeroorlog tussen communisten en islamisten, daarna een oorlog tussen islamisten en de Sovjet-indringers, daarna een oorlog tussen islamitische krijgsheren onderling en ten slotte een oorlog in het noorden tussen islamitische krijgsheren en de taliban.
23 jaar oorlog betekende dood, verminking, ballingshap, vluchtelingenkampen, armoede, eindeloze angst en verschrikkingen. In 2001 vonden zelfs de taliban-gezinden een slechte vrede beter dan een goede oorlog. Men dacht dat de rijke Amerikanen hen konden redden uit de armoede.
3. De VS bracht oorlog, geen vrede
Het hartland van de taliban zijn de Pashtun-dorpen in het zuiden en het oosten.
Ze werden bezet door Britse en Amerikaanse troepen. Aan deze soldaten werd niets verteld over de informele onderhandelingen die aan de gang waren tussen de VS en de taliban. Ze zagen het als hun missie om de resterende ‘slechteriken’ uit te roeien. Ze hielden daarom lelijk ‘huis’ in de dorpen. Deuren werden ingetrapt, ze deden nachtelijke huiszoekingen, bedreigden families, namen de mannen mee, folterden hen om informatie te krijgen over andere ‘bad guys’. Amerikaanse militairen en hun geheime diensten konden zich hier uitleven en nieuwe folterpraktijken ontwikkelen zoals nadien in de beruchte gevangenis van Abu Ghraib in Irak.
Sommige gevangenen waren taliban, maar hadden nooit gevochten. Anderen waren verraden door hun lokale vijanden die wrok koesterden of hun land wilden inpalmen.
De mensen werden woedend. Ze losten een paar schoten in het wilde weg. De troepen reageerden furieus, trapten meer deuren in, namen meer mannen gevangen en folterden nog meer. Er volgden luchtaanvallen op burgers. De oorlog was terug.
4. Ongelijkheid, corruptie en de bezetting
De Afghaanse bevolking had gehoopt dat de kloof tussen arm en rijk zou kunnen worden gedicht. Ze hadden de Amerikanen slecht ingeschat, en verstonden hun buitenlandse politiek ook niet. Amerika pompte weliswaar gigantische sommen geld in Afghanistan, maar het geld ging vooral naar de regering van Hamid Karzai.
Het ging naar de mensen die werkten voor de bezetters, naar de krijgsheren en hun entourage die diep verweven waren met de opium- en heroïnehandel die mogelijk gemaakt werd door de CIA en de Pakistaanse geheime diensten.
Het geld ging naar de gelukkigen die een eigen luxueus huis konden bouwen en zich verschansten in ‘gated communities’ in Kaboel. Het ging ook naar mannen en vrouwen die werkten voor de NGO’s die gesponsord werden vanuit het buitenland.
Die groepen overlappen elkaar. De Afghanen zijn corruptie gewend. Ze verwachten het en haten het. Maar op deze schaal hadden ze het nog nooit beleefd. Voor de armen en de mensen met een laag inkomen stak de weelde van sommigen de ogen uit. De weelde was obsceen.
Het voorbije decennium hadden de taliban in elk geval getoond dat ze niet corrupt waren. En ze hadden bewezen dat hun rechtssysteem in de rurale gebieden ‘fair’ was. Hun reputatie was zo hooggespannen dat burgers uit de steden hun geschillen liever voorlegden aan de taliban-rechters in de dorpen. Die hoefden niet te worden omgekocht.
Voor de dorpelingen was de rechtspraak van vele talibanrechters een bescherming tegen ongelijkheid. Als de rijken rechters kunnen omkopen, verliezen de armen hun land. Land kon worden gestolen. Land was cruciaal voor de krijgsheren en regeringsambtenaren en ze konden het afnemen van de kleine boeren en arme pachters die ze bedrogen. Talibanrechters namen het op voor de arme boeren. De bezetting vermengde zich met corruptie en de problematiek van ongelijkheid.
5. Twintig jaar!
In de 20 jaar na 9/11 heeft de talibanbeweging veel geleerd. Auteur Antonio Giustozzi spreekt over de neotaliban in Koran, Kalashnikov and Laptop: the Neo-Taliban Insurgency in Afghanistan (London, Hurst, 2007). De neotaliban beklemtonen nu dat ze moslims zijn en dat ze alle etnische groepen willen betrekken, niet alleen de Pashtun.
Maar er is een bittere strijd aan de gang binnen de talibanstrijdkrachten. Een kleine groep heeft zich aangesloten bij de Islamitische Staat (IS). De Islamitische Staat bestrijdt de sjiieten, de Sikhs en de christenen. De taliban in Pakistan doen hetzelfde. Zo ook het kleine Haqqani-netwerk, dat gesponsord wordt door de Pakistaanse geheime diensten (ISI). Maar de meerderheid van de taliban veroordelen deze aanvallen.
De neotaliban beklemtonen ook de rechten van vrouwen. Ze verwelkomen weer muziek, video’s en worden gematigder. Ze herhalen dat ze vrede willen zonder wraak. Het is vooralsnog moeilijk te zeggen of het propaganda is dan wel de waarheid. Veel zal afhangen van de opleving van de economie en de acties die buitenlandse machten zullen ondernemen.
6. Wat met het ‘redden’ van de vrouwen?
Net zoals elders in de wereld is genderongelijkheid vaak verbonden met klasse-ongelijkheid.
Nancy Lindisfarne deed veldwerk bij Pashtun-vrouwen en mannen in het noorden in de jaren zeventig. Ze leefden van de landbouw en van het laten grazen van dieren. In haar boek Bartered Brides: Politics and Marriage in a Tribal Society verklaart ze de connectie tussen klasse, gender en etnische verschillen in die tijd. Die realiteit was complex, bitter, onderdrukkend, maar vol liefde. Maar de tragedie van tweede helft van de eeuw zou veel kapot maken. Het verschrikkelijk leed veroorzaakte ook het typische seksisme van de taliban dat geen automatisch product is van de Afghaanse traditie.
Die wending gebeurde in 1978. Toen begon de burgeroorlog tussen de communistische regering en de islamitische moedjahedien. De islamisten wonnen. Daarom viel de Sovjet-Unie Afghanistan binnen in 1979, om de regering te ‘helpen’. Het werd weer een achtjarige brutale oorlog tussen de Sovjets en de moedjahedien. In 1987 verlieten de Russen verslagen het terrein.
Een idealistische communistische jeugd wilde in die tijd drie dingen: het land ontwikkelen, de macht van de grootgrondbezitters breken, en gelijke rechten voor vrouwen.
In 1978 hadden de communisten door een militaire coup van progressieve officieren de macht gegrepen, maar ze hadden niet de steun van de meerderheid van de dorpelingen. Toen het eigen leger de weerstand van de dorpelingen op een bloedige manier aanpakte, groeide het verzet. De ‘hulp’ van de Sovjets bestond in het bombarderen van grote delen van het land die ‘free fire zones’ werden. Tussen een half miljoen en een miljoen Afghanen werden gedood. Minstens een miljoen werd verminkt voor het leven. Tussen zes en acht miljoen Afghanen vluchtten naar Iran en Pakistan en miljoenen werden vluchtelingen in eigen land. Dit allemaal in een land van (toen) 25 miljoen inwoners.
Toen de communisten aan de macht kwamen, was het eerste wat ze nastreefden: landhervorming en gelijke rechten voor de vrouwen. Toen de Russen binnenvielen in december 1979 ging de meerderheid van de Afghaanse communisten aan hun zijde staan. Veel van die communisten waren vrouwen. Het resultaat was echter dat ‘feminisme’ al snel werd gelinkt aan ‘martelingen’ en ‘bloedbaden’.
Nadat de Russen waren vertrokken, werden de lokale moedjahedien krijgsheren en ze begonnen onder elkaar te vechten voor de macht. De meerderheid van de Afghanen walgden nu van de hebzucht van de moedjahedien, hun corruptie en de zinloze oorlog zonder einde.
7. Sociale klassen en de vluchtelingenachtergrond van de taliban
In de herfst van 1994 arriveerden de taliban in Kandahar, de grootste Pashtun-stad van het zuiden. Ze waren het product van twintigste-eeuwse innovaties, bombardementen en de vluchtelingenkampen in Pakistan. Ze behoorden tot een andere sociale klasse dan de elites die tot dan toe Afghanistan hadden geregeerd.
De communisten waren de zonen en dochters van de middenklasse uit de Afghaanse steden en van middelgrote landbouwers die grond bezaten. Ze werden geleid door mensen die aan de enige Afghaanse universiteit in Kaboel hadden gestudeerd.
De islamisten die vochten tegen die communisten kwamen uit een gelijkaardige klasse en waren ook studenten geweest aan dezelfde universiteit. Ook zij wilden
het land moderniseren, maar op een andere manier. Ze keken op naar de ideeën van de Moslimbroederschap en de Al-Alzharuniversiteit in Cairo.
Het woord taliban betekent letterlijk ‘studenten aan een islamitische school’, niet van een staatsschool of universiteit. De strijders die Kandahar in 1994 innamen, waren jonge mannen die gestudeerd hadden in de islamitische scholen (madrassa’s) in de vluchtelingenkampen in Pakistan. Ze waren kinderen geweest die niets bezaten.
De leiders van de taliban waren mullahs uit de Afghaanse dorpen. Ze hadden geen connecties met de elites zoals de imams van de stedelijke moskeeën. Dorpsmullahs konden lezen en werden met enig respect bejegend door de andere dorpelingen. Maar hun status was lager dan die van een grondbezitter of van een afgestudeerde ambtenaar in een regeringskantoor.
De taliban werden geleid door een comité van twaalf. Alle twaalf hadden ze een hand, een voet of een oog verloren tijdens de Sovjetbombardementen. De taliban was de partij van de arme Pashtun-mannen uit de dorpen.
Twintig jaar oorlog had Kandahar overgeleverd aan elkaar bestrijdende milities. Het keerpunt kwam toen de taliban optraden nadat een lokale commandant een jongen en twee vrouwen had verkracht. De taliban arresteerden hem en hingen hem op. Wat vooral opviel, was niet alleen hun vastberadenheid om de moordende gevechten tussen de milities te stoppen en de waardigheid en veiligheid van de bevolking te herstellen, maar hun afkeer voor de hypocrisie van de andere islamisten.
Van bij het begin werden de taliban betaald door de Saoedi’s, de Amerikanen en de Pakistaanse militairen. Washington wilde een land waar vrede zou heersen zodat olie- en gaspijpleidingen vanuit Centraal-Azië er veilig konden doorheen lopen. De taliban vielen op omdat ze geen uitzonderingen tolereerden op hun bevelen en door de gestrengheid waarmee ze de regels handhaafden.
Vele Afghanen waren dankbaar voor de terugkeer van orde en veiligheid. Maar de taliban waren sektarisch en waren niet in staat om het hele land te controleren. In 1996 trok de VS zijn steun in en lanceerde meteen een heftige versie van islamofobie tegen de taliban.
Bijna van de ene dag op de andere werden Afghaanse vrouwen onderdrukt en ‘hulpeloos’ genoemd. De mannen (de taliban inbegrepen) kregen het label van fanatieke woestelingen, pedofielen en sadistische patriarchen, bijna ‘onmensen’.
8. 9/11 en de Amerikaanse oorlog
De VS-bombardementen begonnen op 7 oktober 2001. De taliban moesten zich verbergen. We werden geconfronteerd met schokkende beelden. De bombardementen waren verschrikkelijk. In de VS waren afwijkende meningen zeldzaam. Er heerste een sfeer van wraak en patriottisme. ‘Saving Afghan Women’ werd de leuze van Laura Bush en Cherie Blair en gold meteen ook als rechtvaardiging voor de Amerikaanse oorlog.
Ook onder president Barack Obama en minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton (beiden Democraten) werd nog steeds niet toegegeven dat de oorlog in Afghanistan en Irak in feite om olie en gas ging, een oorlog waarvan tienduizenden Afghaanse vrouwen, kinderen, families slachtoffers werden.
Het blijft natuurlijk waar dat de taliban seksistisch denken. Misogynie heeft in Afghanistan het pleit gewonnen. Maar dit had niet hoeven te gebeuren.
9. Stereotypes en verwarring
Over de taliban wordt in stereotypen gesproken. Maar de huidige generatie ‘studenten’ zijn geen feodale of brute primitievelingen. Deze studenten gebruiken laptops en hebben veertien maanden in Qatar onderhandeld met de VS. Ze zijn geen ‘product van de middeleeuwen’. Ze zijn het product van de slechtste periode van het einde van de twintigste en van het begin van de eenentwintigste eeuw. Hun mal waarin ze werden gevormd, waren de bombardementen, de vluchtelingenkampen, de ‘War on Terror’, de verhoren, de klimaatverandering, de internetpolitiek, en de spiraal van ongelijkheid veroorzaakt door het neoliberalisme. Ze leven – zoals iedereen – in het nu.
Het feit dat ze hun wortels hebben in de tribale maatschappij kan ook verwarren. Het is een manier waarop boeren in dit deel van de wereld hun verstrengeling met de staat organiseren. En de geschiedenis van Afghanistan is nooit alleen maar een zaak van competitieve etnische groepen geweest, maar veeleer een complex van allianties over groepen heen en verschillen binnen groepen.
De taliban zijn een beweging van arme boeren die vechten tegen een imperialistische bezetting. Er is inderdaad misogynie, zelfs ‘bevestigd’ door veel vrouwen. Soms zijn de taliban racistisch en sektarisch en soms niet. We hebben dus te maken met een hele hoop contradicties ten gevolge van de hallucinante geschiedenis.
Een andere bron voor verwarring is de vraag hoe de taliban aan de kant van de armen kunnen staan terwijl ze tegelijk zo ‘antisocialistisch’ zijn? Het antwoord is dat de nare ervaring met de Sovjetbezetting socialistische formuleringen over ‘klassen’ uitgeveegd heeft. Dat wil uiteraard niet zeggen dat er geen ‘klassen’ meer zouden zijn. De taliban gebruiken echter die woorden niet. Ze spreken in termen van gerechtigheid en corruptie.
Dit alles wil nog niet zeggen dat de taliban noodzakelijkerwijze zullen regeren in het voordeel van de armen. We hebben in de vorige eeuw genoeg boerenrevoluties gezien die uiteindelijk uitmonden in regeringen die gevormd worden door de stedelijke elites. En we hoeven niet te verbloemen dat de taliban niet democratisch willen zijn, veeleer dictatoriaal.
10. Een historische verandering in Amerika
De recente val van Kaboel (15 augustus) markeert een beslissende nederlaag voor de Amerikaanse hegemonie in de wereld. Maar het maakt ook duidelijk dat de Amerikanen zelf de rug toekeren naar het Amerikaanse imperium.
Na 9/11 keurde bijna 90 procent van de Amerikanen de invasie in Afghanistan goed. Vorige maand ging 62 procent van de Amerikanen akkoord met Bidens beslissing om de VS-troepen terug te trekken. 29 procent was ertegen.
Zowel rechts als links in de VS verwerpen de Afghaanse oorlog. De werkende klasse van de republikeinse partij en Trump zijn tegen oorlogen in den vreemde. Veel soldaten en families van militairen komen uit het zuiden van de VS waar Trump veel aanhang heeft. Ze hoeven geen oorlogen meer, want er zijn al genoeg doden en gewonden gevallen. Het rechts-patriottisme is over het algemeen wel pro-leger, maar daarom nog niet pro-oorlog. ‘Make America Great Again’ wil zeggen dat Amerika op dit ogenblik niet ‘great’ is voor de Amerikanen zelf. Het betekent voor hen dat Amerika zich niet nog verder met de wereld moet bezighouden.
Militaire interventies worden nog gesteund door Obama-democraten, Romney- republikeinen, generaals, liberale en conservatieve professionals, en iedereen bij de Washington-elite. Maar het Amerikaanse volk in zijn geheel, de werkende klasse, ‘black, brown and white’ hebben stilaan genoeg van het Amerikaanse imperialisme.
11. Internationale consequenties
Sinds 1918 – 103 jaar geleden – is de VS het machtigste land ter wereld. Er waren wel wedijverende opkomende grootmachten zoals Duitsland, de USSR, en nu China. Die ‘American Century’ loopt nu ten einde.
De verklaring op lange termijn is de economische opkomst van China en de relatieve economische neergang van de VS. Maar het keerpunt was de covidpandemie met daarboven op de VS-nederlaag in Afghanistan. De pandemie toonde het institutionele onvermogen om de mensen te beschermen. En in Afghanistan hebben mensen op sandalen getoond dat ze sterker waren dan de zwaarstbewapende militairen en hun drones.
12. Wat nu?
Niemand kan voorspellen hoe het verder in Afghanistan zal aflopen. Maar het verlangen naar vrede in de harten van de Afghanen is immens. Ze hebben er nu 43 jaar oorlog opzitten. Kaboel, Kandahar en Mazar-i-Sharif, de drie belangrijkste steden, zijn zonder slag of stoot in de handen van de taliban gevallen.
Dat was alleen maar mogelijk omdat ze voortdurend hebben gezegd dat ze rust en vrede willen en dat ze niet uit zijn op wraak. Het is natuurlijk ook waar dat degenen die de taliban niet wensen er toch voor gekozen hebben om niet te vechten. De talibanleiders weten wat van hen verwacht wordt: vrede. En daarom is het essentieel dat er rechtvaardigheid is in hun rechtspraak. Wat dat betreft hebben ze een goede naam.
Een economische instorting is mogelijk. Afghanistan is een uitermate arm land waar minder dan vijf procent van het land kan worden bewerkt. De laatste twintig jaar zijn de steden enorm gegroeid. Die groei werd mogelijk gemaakt door het geld dat binnenstroomde door de bezetting en door de inkomsten van papaverteelt en drugs. Substantiële buitenlandse hulp blijft dus noodzakelijk.
Omdat de taliban dat weten, hebben ze expliciet een deal voorgesteld aan de VS. Amerika zal hulp bezorgen en in ruil daarvoor beloven de taliban dat Afghanistan geen thuisbasis zal worden voor terroristen. Zowel Trump als Biden heeft die deal geaccepteerd. Maar het is helemaal niet duidelijk of de VS die belofte zal nakomen.
Het kan inderdaad nog erger worden. Amerikaanse regeringen hebben in het verleden economische sancties opgelegd aan bijvoorbeeld Irak, Iran, Cuba, Vietnam. In naam van de mensenrechten kan er nog van alles gebeuren, kinderen kunnen erdoor sterven van honger.
Dan is er ook nog de dreiging van internationale inmenging door verschillende machten die verschillende politieke of etnische krachten binnen Afghanistan kunnen of willen ondersteunen. De VS, India, Pakistan, Saoedi-Arabië, Iran, China, Rusland en Oezbekistan kunnen allemaal in de verleiding komen om zich alsnog te gaan bemoeien. Maar op dit ogenblik willen Iran, Rusland en Pakistan duidelijk vrede in Afghanistan. De taliban hebben beloofd niet te zullen regeren met wreedheid. De vraag is hoe ze zullen reageren tegenover de families die zich door corruptie en misdaad onnoemelijk hebben verrijkt.
Ten slotte is er nog de klimaatverandering. De droogte en de hongersnood van 1971 heeft toen al kuddes, oogsten en levens vernietigd. Het waren de eerste tekenen van de klimaatverandering in de regio. De droogte is in de voorbije 50 jaar toegenomen. Landbouw en kuddes laten grazen wordt moeilijk in de toekomst.
13. Wat kunnen we doen? Verwelkom vluchtelingen
In het Westen wordt de vraag gesteld “Wat kunnen we voor de Afghaanse vrouwen doen?” Die vraag veronderstelt dat de meeste Afghaanse vrouwen zich zouden keren tegen de taliban en dat de meeste mannen de taliban steunen. Dat is onzin. Het is vrijwel onmogelijk om je zo’n samenleving voor te stellen.
Een betere vraag is: “Hoe kan men Afghaanse feministen helpen?” Het antwoord zou kunnen zijn: door hen vliegtickets te bezorgen en hen op te vangen in Europa en Noord-Amerika.
Maar niet alleen aan feministen moet asiel worden gegeven. Tienduizenden mensen die voor de bezetters gewerkt hebben, willen asiel aanvragen voor henzelf en hun families. Hetzelfde geldt voor de mensen die voor de Afghaanse regering hebben gewerkt. Amerika en zijn westerse bondgenoten zijn moreel verplicht die mensen op te nemen.
De VS en de NAVO-landen hebben twintig jaar lang ontzettend veel leed veroorzaakt. Het minste wat ze kunnen doen, is de mensen redden van wie ze het leven hebben verwoest.
“Elke politicus – waar ook – die het heeft over steun aan de Afghaanse vrouwen zou telkens weer gevraagd moeten worden de grenzen voor de Afghanen te openen.”
En dan zijn er nog de Hazara, waarvan slechts weinigen gerekruteerd worden door de Pashtun-taliban. De Hazara leefden en leven in het centrale gebergte. Velen migreerden naar Mazar en Kaboel, waar ze werken als koelies of in andere slecht betaalde jobs. Ze vormen 15 procent van de bevolking. De disputen tussen Pashtun en Hazara gaan vooral over landrechten en over de rechten om dieren te laten grazen.
Maar sinds kort speelt het feit dat de Hazara sjiieten zijn ook een grote rol. Alle andere Afghanen zijn soennieten. Het bittere conflict tussen soennieten en sjiieten in Irak heeft tot een splitsing geleid in de militante islamitische traditie.
Zowel in Irak als in Syrië heeft de Islamitische Staat (IS) slachtpartijen aangericht tegen sjiieten en sjiitische milities hebben in beide landen hetzelfde gedaan tegen soennieten.
De meer traditionele Al Qaeda-netwerken zijn sterk gekant tegen het vermoorden van sjiieten en wijzen op de noodzakelijke solidariteit onder alle moslims. Men verwijst dan naar de moeder van Osama bin Laden die zelf sjiitisch was, meer bepaald een alawiet uit Syrië. Daarom kon Al Qaeda niet overweg met de Islamitische Staat.
Ook in Afghanistan willen de taliban een sterke islamitische eenheid. Het seksueel geweld tegen vrouwen in de Islamitische Staat werd door de taliban zeer streng veroordeeld, ook al zijn ze zelf puriteins en seksistisch. Ze keurden ook voortdurend alle geweld tegenover sjiieten, christenen en Sikhs af.
De ideeën van een Islamitische Staat hebben vooral invloed op de Pakistaanse taliban. De Afghaanse taliban vormen een organisatie. De Pakistaanse taliban zijn een veel losser netwerk dat niet gecontroleerd wordt door de Afghanen en zij hebben met regelmaat aanslagen gepleegd tegen christenen, sjiieten en Sikhs in Pakistan.
Het is de Islamitische Staat en het Haqqani-netwerk die de recente aanslagen hebben uitgevoerd op Hazara en sikhs in Kaboel en de Taliban hebben dit veroordeeld.
De Hazara lopen nu ook gevaar in de buurlanden van Afghanistan. De Iraanse regering die achter de taliban staat, heeft hen gevraagd om niet gewelddadig op te treden tegenover de sjiitische Hazara. Er leven ongeveer drie miljoen Afghaanse vluchtelingen in Iran. De meesten zijn arme Hazara met hun families die er al jaren in penibele omstandigheden leven. Er leven ook een miljoen Hazara-vluchtelingen in Pakistan en hun leven is bedreigd vanwege de eerder geschetste situatie.
Het artikel sluit met een citaat van Graham Knight, wiens zoon diende bij de Britse Royal Air Force en werd gedood in Afghanistan in 2006. “I think the problem was we were fighting people that were native to the country. We weren’t fighting terrorists; we were fighting people who actually lived there and didn’t like us being there”.
Nancy Lindisfarne en Jonathan Neale
(Samenvatting: Marc Colpaert)
* Het volledige Engelstalige artikel vind je hier:
Afghanistan: The End of the Occupation August 17, 2021 / JONATHANNANCY
Nancy Lindisfarne and Jonathan Neale write: A lot of nonsense about Afghanistan is being written in Britain and the United States. Most of this nonsense hides a number of important truths.
https://annebonnypirate.org/2021/08/17/afghanistan-the-end-of-the-occupation/
Jeffrey Sachs : reactie op de Amerikaanse politiek in Afghanistan
(Interview CGTN)