Chapecó: universiteit van het volk
In Brazilië moet je nogal eens wat soepelheid aan de dag leggen. Agenda’s veranderen dikwijls. Deze keer vanwege het slechte weer. Vandaag zouden we een bijzonder agroforestrybedrijf van een jongere bezoeken, maar daar het een hevige regendag is, vervalt dat de laatste minuut. Al maar goed, want ik heb hier alleen maar sandalen. Wel jammer, want in september 2019 wilden we het bedrijf al gaan bezoeken. Ook toen lukte het niet.
Professor Andrioli komt langs. Hij schreef al diverse boeken over de sojakwestie, zowel in het Duits als in het Portugees. Hij maakte indertijd zijn doctoraat in Duitsland over genetisch gemanipuleerde soja versus biologische soja. In juli 2022 gaat hij in het kader van een postdoctoraat voor een jaar terug naar Hamburg.
Goed nieuws
Hij komt met goed nieuws: dankzij de openheid van de nieuwe groen-rode regering in Duitsland is er heel wat mogelijk, ook in verband met overzeese soja. Ze willen onderzoeken of de soja, die Duitsland importeert, niet gebaseerd is op ontbossing, schending van mensenrechten en veel gif.
In dat kader wordt nu in Brazilië een observatorium opgericht met diverse universiteiten. Ook de Cerrado wordt in het project geïntegreerd. Eindelijk. Als nu de Europese Commissie nog mee wil, dan komen we dichter bij een ‘oplossing’.
De Commissie deed al maanden geleden een voorstel om geen overzeese producten meer te importeren, die ontbossing meebrengen. Jammer is dat ze de savannes en andere ecosystemen niet integreren. Daarom proberen organisaties zoals Fern, WWF, Greenpeace, Wervel de Commissie op andere gedachten te brengen.
Als alleen de wouden zouden worden beschermd, dan neemt de druk op de Cerrado en andere savannes in Afrika nog toe. Tegelijkertijd belt professor Larissa Mies Bombardi me. Ze was vorige week ook in Duitsland en ook zij brengt goed nieuws: de regering wil ingrijpen in de productie van Duits gif dat in Europa verboden is om te gebruiken, maar dat wel mag worden geëxporteerd.
Debat met jonge generatie
‘s Avonds hebben we een debat in de Federale Universiteit Fronteira Sul (UFFS), campus Chapecó. Deze universiteit is een overwinning van de sociale bewegingen Fetraf, Via Campesina en andere organisaties.
De universiteit UFFS heeft zes campussen in de drie zuidelijke deelstaten Rio Grande do Sul, Santa Catarina en Paraná. De campussen situeren zich telkens in streken waar tot voor 15 jaar geen universiteit was. Ook het project ‘Terra Solidária’ om de jonge generatie landbouwers te vormen en om de vakbond verder uit te bouwen, is verbonden met de universiteit.
Het debat met heel wat studenten en professoren handelt over de perspectieven van de agricultura familiar. In de huidige context van de regering-Bolsonaro wordt alleen de exportlandbouw van de agrobusiness gesteund. De gezinslandbouw krijgt geen ondersteuning meer.
Nochtans gaat het om vier miljoen gezinnen in het land; in de deelstaat Santa Catarina 150.000 kleine bedrijven. Het woord ‘kapitalisme’ klinkt regelmatig in de zaal. Dat woordgebruik en de analyses komen hier vlotter op dan in Europa. De extremen en de uitsluiting zijn hier dan ook opvallender dan bij ons in Vlaanderen bijvoorbeeld.
Nochtans gaat het om hetzelfde wereldwijde systeem dat sinds de stichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in 1995 scherper is geworden. Boeren van heel de planeet moeten tegen elkaar concurreren en zijn afhankelijk van de lage prijzen die door de handel, de voedingsindustrie en de supermarkten worden opgelegd.
Naast het woord ‘kapitalisme’ komt ook het woord ‘agro-ecologie’ opduiken. Het is de weg om het geteisterde milieu te herstellen, om als familiale boer opnieuw autonoom te worden en om meer regionaal te werken.
Fetraf Santa Catarina is met een project bezig om haar achterban meer op dat agro-ecologische spoor te zetten. Agro-ecologie leidt niet alleen tot autonomie, maar ook tot samenwerking in coöperatie verband, spiritualiteit en andere menselijke waarden. Tegen de onmenselijkheid van het huidige exportmodel in.
In Vlaanderen proberen we met Voedsel-Anders, waarin we tot synergie komen met 25 organisaties, ook het landbouw- en voedselsysteem in de goede richting te veranderen.
De wet-Kandir
Wat Brazilië betreft, is er nog heel wat werk aan de winkel. Door het exportbeleid lijden nu 20 miljoen van de 215 miljoen Brazilianen honger. Er wordt vooral veel soja geëxporteerd, maar het basisvoedsel van de Braziliaan, bonen (feijão) is er onvoldoende en moet deels geïmporteerd worden.
Het gebruik van gif neemt jaarlijks toe. In 2019 werden 475 nieuwe ‘agrotóxicos’ door de regering erkend; in 2020 493 en in 2021 499. Met de lei (wet)-Kandir van 1996 moet er geen belasting betaald worden op pesticiden en geen belasting op de export van onverwerkte of half verwerkte producten.
De Braziliaanse soja wordt dus niet belast, noch bij export vanuit het land als bij import in Europa (en dat sinds 1962). Het is te begrijpen dat heel ons landbouwmodel op die tot voor kort goedkope soja gebaseerd is. Ondertussen gaat 55 procent van het geïmporteerde gif in Brazilië naar de soja. Bijna 80 procent van de soja wereldwijd gaat naar veevoeding. Hier wordt veel kritiek gegeven op de enorme monoculturen soja, maar over minder vleesconsumptie beginnen, is nog een groter taboe dan in Europa.
Wat Mercosul (Argentinië, Brazilië, Uruguay, Paraguay) betreft: voor 584.751.000 euro wordt vanuit Europa aan gif geïmporteerd. De landbouw- en houtexport van de vier landen klokt af op 21.229.222.000 euro, richting Europa. Ook dieren sterven natuurlijk van het in Europa verboden vergif.
Zo krijg ik juist een bericht binnen (zie hieronder) dat in de Pantanal twee dode panters en 17 andere dieren zijn gevonden. Vergiftigd.
Agro-ecologie is de weg, al zal deze optie niet alles oplossen. Er is ook politiek werk nodig, zowel in Brazilië als in Europa.
Luc Vankrunkelsven
Chapecó, 27 mei 2022.
Lees verder (inhoud november 2022