Grimmige tijden: over bang zijn, liegen en drugs
Sinds het ongeluk ben ik bang. Zo noemen de mensen waar ik mee samenwerk de overval van het afgelopen regenseizoen. Het is een bruikbare term die ik graag overneem. Het gevoel daarentegen laat ik liever gaan maar haakt als kleefkruid aan me vast. Vrede had ik nooit met dit epitheton. Tijdens de avontuurlijke verhuizing van Conakry naar Freetown vond ik een passende formulering: ik ben wel bang, maar niet bang om bang te zijn. Nu lijkt het eerder: wat ons niet doodt, maakt ons sterker, maar blijkbaar ook banger.
Ik ervaar bang zijn als een onprettige en beladen emotie die leidt tot te veel spanning. De druk zet mijn spieren vast en mijn humeur slaat op hol. De spiegel die het leven ons voorhoudt als we erin willen kijken, toonde me op te regelmatige basis in boze of geërgerde toestand tegenover de twee groepen van mensen die zich daar het beste toe lenen: mijn kinderen en het personeel.
Communicatie is evenwel een stokpaardje en ik moedig hen dan ook aan zich uit te drukken: mijn kinderen doen dat op hun eigen adolescente manier, de medewerkers zijn opgegroeid in een cultuur waarin dat niet altijd evident is.
En zo gebeurde het dat mijn gedrag als wandelend kruitvat te veel werd voor Osman. Hij maakte het me op een beleefde manier duidelijk, met een beheersing die ik in mijn razernij wel eens achterwege had gelaten. Het is ook echt genoeg geweest. Osman heeft me gegeven waar ik om vraag en ik heb mijn appreciatie uitgedrukt.
Wat me helpt bij het omgaan met angst, is de steun van de mensen rond mij. Naast de onvermijdelijke achterklap, een activiteit die weelderig tiert, ontving ik veel medeleven. Er waren regelmatige gasten die wat meer betaalden dan het bedrag op de factuur. Buren kwamen langs om hun sympathie te uiten.
Het meest hartverwarmend was de reactie van de twee mensen waar ik sinds het begin mee samenwerk. Zij stelden voor om voor die ongelukkige maand hun salaris zo te laten, er waren al zo veel extra kosten. Ze kregen het uiteraard wel, maar zeg nog eens iets cliché over Afrikaans personeel. Nu de kamers vollopen en bezoekers tevreden weer het huis verlaten, wordt het wel echt tijd om af te koelen.
Het leven gaat verder en ik woon op de perfecte plaats om me te laten inspireren door veerkracht, tentoongespreid door rasechte overlevers. Is dat de reden waarom ik blijf? De directeur van de school waar ik enkele uren lesgeef, stelde me onlangs diezelfde vraag. Ik antwoordde dat het met liefde te maken heeft. En in het boek van Scott Peck lees ik dat ‘echte liefde uiteindelijk altijd opofferend is’.
Scott Peck lees ik omdat ik mij al lang vragen stel bij het geweten van (Afrikaanse) leiders. Als je doelbewust je land leegrooft uit onverzadigbare hebzucht, als de persoonlijke winst van de leider en zijn entourage altijd voorrang heeft op de collectieve, hoe gaat een geweten daar dan mee om?
Een citaat van Peck aan het einde van ‘Fantoomliefde’ van Aminatta Forna (https://cimic-npo.org/2022/05/31/33-002/) over de ‘fragmentatie van het geweten’ prikkelde net daarom mijn interesse. De passage komt uit zijn boek, ‘People of the Lie. The Hope for Healing Human Evil’.
Ik leer dat het hierboven beschreven gedrag niets te maken heeft met een gebrek aan geweten, maar alles met de leugen en de constructie om de leugen in stand te houden. De leugen is het positieve zelfbeeld, gepromoot met goede daden, dat moet worden uitgedragen om het kwade dat erachter schuilt te verbergen. Hard werken is het om die leugen geloofwaardig te houden, vooral uit angst dat ook maar een glimp van de kwaadaardige werkelijkheid tevoorschijn zou komen.
Interessant is dat er een rudimentaire vorm van geweten voorafgaat aan het liegen. Het is niet nodig om te verbergen als we niet eerst voelen dat iets verborgen moet worden. Het kwade omschrijft Scott als de (politieke) macht om anderen te vernietigen dikwijls door het kwade op anderen te projecteren. Uit zelfpreservatie en zelfverdediging liegen deze personen niet alleen tegen de buitenwereld, ook tegen zichzelf.
Dit geldt voor het individu én voor de groep. Scott analyseert eveneens het kwade begaan door grotere groepen. Hier verwijst Aminatta Forna naar met het citaat op het einde van haar roman die de complexe geschiedenis van Sierra Leone illustreert. “Het is nu eenmaal zo dat een groep latent gewetenloos en slecht blijft tot het moment dat ieder individu zich rechtstreeks verantwoordelijk voelt voor het gedrag van de groep als geheel – het organisme – waarvan hij of zij deel uitmaakt. We zijn nog mijlenver van dat punt verwijderd.”
Meer dan ooit heb ik nood aan een positief verhaal. Snakkend naar een blijde boodschap, lees ik echter op sociale media over de negatieve tendensen die we in het oog moeten houden. Er is de toename van de criminaliteit, piraten hebben blijkbaar de West-Afrikaanse wateren ontdekt en er is het grote ‘kush’-probleem.
Al geruime tijd circuleren filmpjes van jongeren onder invloed die zich, zoals me hier zegt, dierlijk gedragen. Kush verwijst oorspronkelijk naar een cannabissoort afkomstig uit het Kushgebergte in Afghanistan en Pakistan. Hier staat het voor een chemisch behandelde plantaardige substantie, waarvan zowel de chemicaliën als de planten kunnen variëren.
Het is een gevaarlijke drug, want ook makkelijk verkrijgbare straatdrug waarin jongeren, veelal met een hopeloos toekomstbeeld, soelaas menen te vinden. In februari toonde de BBC de eerder ongenuanceerde en op sensatiebeluste video ‘Kush: Sierra Leone’s new illegal drug’.
Er wordt bijvoorbeeld niets gezegd over de toenemende handel in narcotica in West-Afrika. Vanwege covid-19 en door de politieke spanningen in 2020-21 (met onder meer twee staatsgrepen in Mali: zie https://cimic-npo.org/2021/03/23/sahel-het-franse-leger-heeft-zich-hopeloos-vastgereden-in-het-zand-van-mali/ ) werden de grenzen met Mali gesloten, een land dat al jaren een grote rol speelt in de drugssmokkel. Zodoende komt Guinee nu op als regionale draaischijf en illegale producten die gewoonlijk via de Sahara door Mali werden uitgevoerd, belandden aan de West-Afrikaanse kusten, ook aan die van Sierra Leone.
Tijdens de burgeroorlog speelde ‘brown-brown’, een mix van cocaïne of amfetamine en buskruit, een belangrijke rol bij het manipuleren van kindsoldaten. Vandaag is drugsgebruik aanwezig bij de straatbendes van Freetown, alsook manipulerend gedrag.
Het is een welbekend geheim dat deze bendes gemobiliseerd worden voor politieke doeleinden door de twee rivaliserende politieke partijen, vooral in de aanloop naar verkiezingen.
De algemene verkiezingen van juni aanstaande zullen nog ter sprake komen, mogelijk niet als resultaat van de zoektocht naar hoopgevende verhalen. In de hoogste gelederen van de samenleving vind ik ze trouwens moeilijker te ontwaren.
Waar ik ze wel aantref, is aan de basis: bij de ‘streetpoets’ die weer een boeiende vertoning ten toon spreidden of bij de jongeren van Help the Young, die niet bij de pakken blijven zitten, maar zich organiseren en inspirerende seminars tot stand brengen.
Daar vind ik wat Scott Peck aan het einde van zijn boek benoemt als het enige wat het kwade kan overwinnen en dat is liefde.
Anna Van Malder
Anna Van Malder woont en werkt in Freetown, de hoofdstad van het West-Afrikaanse Sierra Leone. Zij bericht op regelmatige basis voor deze nieuwsbrief. Zij woont al twintig jaar in West-Afrika. In Mali runde ze een reisbureau en een B&B. Tien jaar later trok ze met haar kinderen naar Guinee, waar ze Engelse lesgaf. Daarna trokken ze verder naar Freetown, waar ze nu lesgeeft én mensen van overal ontvangt in gastenkamers.
De link naar de BBC-reportage ‘Kush: Sierra Leone’s new illegal drug’: https://www.bbc.com/news/av/world-africa-60260738
Voor meer informatie over de streetpoets en het ‘Help the Young’-seminar:
https://www.facebook.com/profile.php?id=100076504177213
https://www.facebook.com/WAYoutArts
Lees verder (inhoud november 2022