Thich Nhat Hanh: ‘De laatste zak rijst’

Naar aanleiding van het SPES-congres van 2 december in Leuven laten we Thich Nhat Hanh (1926-2022) hier zelf aan het woord. Hij was niet alleen een befaamde Vietnamese boeddhistische monnik met een grote internationale uitstraling en een boegbeeld van het geëngageerd boeddhisme, maar ook een graag gelezen dichter en schrijver.

In ‘De laatste zak rijst’, een verhaal uit zijn autobiografie De wereld is mijn thuis. Herinneringen en levenslessen, blijkt hoe hij naar het turbulente Vietnamese leven en de gevolgen van de oorlog – welke ook – kijkt.

De laatste zak rijst

In 1946, tijdens de Indochinese Oorlog, was ik een novice in de Tu Hieu-tempel in Hue, in Centraal-Vietnam. De stad Hue was toen bezet door het Franse leger. Op een dag kwamen er twee Franse soldaten naar onze tempel. Terwijl de ene in de jeep bij de tempelpoort bleef, kwam de ander naar binnen. Hij droeg een geweer en eiste al onze rijst op.

De Tu Hieu Pagoda in de stad Hue (Vietnam), waar Thich Nhat Hanh als jonge monnik geconfronteerd werd met de Franse koloniale bezetting.
De Tu Hieu Pagoda in de stad Hue (Vietnam), waar Thich Nhat Hanh als jonge monnik geconfronteerd werd met de Franse koloniale bezetting.

We hadden nog maar één zak rijst voor alle monniken en die wilde hij meenemen. De soldaat was jong, nog geen twintig jaar oud, en hij had honger. Hij zag er mager en bleek uit, alsof hij malaria had, wat ik toen zelf ook had.

Ik moest zijn bevel wel uitvoeren en droeg de zware zak rijst naar de jeep. Dat was een behoorlijk stuk lopen en ik zwalkte onder het gewicht van de kostbare zak heen en weer.

Ik werd boos en verdrietig omdat ze de weinige rijst die we hadden in beslag namen en onze gemeenschap nu zonder eten achterlieten. Pas later hoorde ik dat een van de oudere monniken in het geheim een grote voorraad rijst had begraven op het tempelterrein, diep in de grond.

Door de jaren heen heb ik vaak op deze Franse soldaat gemediteerd. Ik zag dat hij, een tiener nog, zijn ouders, broers, zussen en vrienden had moeten verlaten om de hele wereld over naar Vietnam te reizen, waar hij geconfronteerd werd met de verschrikkelijke keuze om óf mijn landgenoten dood te schieten, óf zelf gedood te worden.

Ik heb me vaak afgevraagd of deze soldaat de oorlog heeft overleefd en is kunnen terugkeren naar zijn huis en ouders. Er is een grote kans dat hij het niet heeft overleefd.

De Indochinese Oorlog sleepte zich jarenlang voort en eindigde pas met de nederlaag van de Fransen bij Dien Bien Phu en de ondertekening van de verdragen tijdens de Conferentie van Genève in 1954.

Vietnam in 1947. De Indochinese oorlog tussen de Franse koloniale bezetter en de Vietminh. De Vietminh waren leden van een communistische organisatie, opgericht door Ho Chi Minh in de jaren 1940. Het doel was om Vietnam onafhankelijk te maken en te bevrijden van de bezetters. Van 1940 tot 1945 verdreven ze de Japanners. Daarna zetten ze de strijd verder tegen de Fransen die hun oude kolonie verloren na de veldslag in Dien Bien Phu (1954). Ngo Dinh Diem nam het van de Fransen over en creëerde in Zuid-Vietnam een terreurregime tot 1963. Dan begon de lange Amerikaanse Vietnamoorlog (1960 -1973), waarbij de Vietcong vanuit het noorden in het zuiden infiltreerde. Monnik Thich Nhat Hanh heeft al die tijd een ‘engaged buddhism’ als derde weg tussen de strijdende partijen voorgeleefd.
Vietnam in 1947. De Indochinese oorlog tussen de Franse koloniale bezetter en de Vietminh. De Vietminh waren leden van een communistische organisatie, opgericht door Ho Chi Minh in de jaren 1940. Het doel was om Vietnam onafhankelijk te maken en te bevrijden van de bezetters. Van 1940 tot 1945 verdreven ze de Japanners. Daarna zetten ze de strijd verder tegen de Fransen die hun oude kolonie verloren na de veldslag in Dien Bien Phu (1954). Ngo Dinh Diem nam het van de Fransen over en creëerde in Zuid-Vietnam een terreurregime tot 1963. Dan begon de lange Amerikaanse Vietnamoorlog (1960 -1973), waarbij de Vietcong vanuit het noorden in het zuiden infiltreerde. Monnik Thich Nhat Hanh heeft al die tijd een ‘engaged buddhism’ als derde weg tussen de strijdende partijen voorgeleefd.

Na diep kijken besefte ik dat de Vietnamezen niet de enige slachtoffers van de oorlog waren, de Franse soldaten waren ook slachtoffers. Door dit inzicht kwam mededogen ervoor in de plaats en ik wenste de jonge soldaat alleen nog maar het allerbeste.

Ik kende de naam van de Franse soldaat niet en hij wist mijn naam niet, maar toen we elkaar ontmoetten, waren we al vijanden. Hij kwam en was bereid om mij te doden voor voedsel en ik moest gehoorzamen om mezelf en mijn medemonniken te beschermen.

Thich Nhat Hanh (rechts) bij zijn terugkeer in 2005 naar de tempel van zijn jeugd in Hue, na 39 jaar ballingschap.
Thich Nhat Hanh (rechts) bij zijn terugkeer in 2005 naar de tempel van zijn jeugd in Hue, na 39 jaar ballingschap.

Maar toch waren we van nature niet elkaars vijanden. Onder andere omstandigheden hadden we misschien goede vrienden kunnen worden, misschien hadden we als twee broers van elkaar kunnen houden. De oorlog scheidde ons van elkaar en maakte ons gewelddadig naar elkaar toe.

Met de Franse nederlaag in Dien Bien Phu in 1954 kwam een einde aan de eerste fase van de Indochinese oorlog, maar nog lang niet aan het lijden van de Vietnamese bevolking.
Met de Franse nederlaag in Dien Bien Phu in 1954 kwam een einde aan de eerste fase van de Indochinese oorlog, maar nog lang niet aan het lijden van de Vietnamese bevolking.

Dat doet oorlog namelijk, het maakt ons tot vijanden. Mensen die elkaar nooit hebben ontmoet, doden elkaar uit angst. Oorlog veroorzaakt zoveel leed; kinderen worden wees en hele dorpen en steden worden vernietigd.

Alle mensen die onder deze conflicten lijden, zijn slachtoffers. Ik heb in het verleden heel veel verwoesting en lijden gezien, ik heb de Indochinese Oorlog en de Vietnamoorlog meegemaakt en ik heb een diep streven ervoor te zorgen dat er nooit meer oorlog is.

Ik bid dat landen hun jonge mensen er niet langer op uit sturen om elkaar te doden, zelfs niet in naam van de vrede.

Het idee ‘oorlog voor vrede’ accepteer ik niet, net zomin als een ‘gerechtvaardigde oorlog’, op dezelfde manier als ik het idee van ‘gerechtvaardigde slavernij’, ‘gerechtvaardigde haat’ of ‘gerechtvaardigd racisme’ niet kan accepteren.

Tijdens de oorlogen in Vietnam verklaarden mijn vrienden en ik onszelf neutraal. We kozen geen partij en hadden geen vijanden; niet uit het noorden of uit het zuiden, Fransen, Amerikanen noch Vietnamezen.

Thich Nhat Hanh

(Uit ‘De wereld is mijn thuis. Herinneringen en levenslessen’, Ten Have, Utrecht, 2017, p. 49-51)


Lees verder (inhoud november 2023)


Dit vind je misschien ook leuk...