Wanneer panafrikanisme sektarisme wordt

Overgelaten in de handen van zelfbenoemde anti-imperialisten met een virulent en verdelend discours, was het politieke panafrikanisme al een tijdje failliet. Maar er ontstaan nieuwe gevoeligheden, die de blik resoluut naar de toekomst richten, klaar om die aan te passen aan de enorme uitdagingen van het heden. Achille Mbembe fileert het panafrikanisme in het licht van de recente gebeurtenissen in Afrika.

Meer dan zestig jaar na de politieke onafhankelijkheid is de van de kolonisatie geërfde staatsvorm in Afrika veerkrachtiger gebleken dan we hadden kunnen vermoeden. Zijn wortels dringen diep door in een inheemse humus. Net als met andere geïmporteerde voorwerpen zijn Afrikanen erin geslaagd van die staatsvorm iets heel syncretisch te maken.

De koloniale staatsgrenzen van hun kant zijn min of meer intact gebleven. Weinig afscheidingsbewegingen hebben tot de vorming van nieuwe staten aanleiding gegeven. Het gevolg is dat de belangrijkste sociale strijd van vandaag zich voornamelijk binnen een nationaal kader afspeelt. Bijna geen enkele revolutionaire strijdbeweging heeft de eenmaking van het continent tot doel. Bovendien komt deze doelstelling in geen enkele Afrikaanse grondwet voor.

Intern kolonialisme

Twee paradoxen kenmerken de Afrikaanse dekolonisatiebewegingen. Enerzijds hebben zij niet geleid tot enige vorm van democratie, hoe men die ook definieert. Anderzijds hebben zij het doodvonnis van het panafrikanisme getekend.

Achille Mbembe in Johannesburg in augustus 2020
Achille Mbembe in Johannesburg in augustus 2020 (foto: Mark Schoul voor Jeune Afrique).

In plaats van democratie en panafrikanisme hebben zij de weg gebaand voor een vorm van ‘intern kolonialisme’ die in sommige gevallen vrij ver gevorderd is, terwijl zij in andere gevallen echt nog in de kinderschoenen staat.

Dit is een van de redenen waarom de meeste van de huidige oorlogen en conflicten strikt genomen niet gaan over de ontmanteling van de staat of zijn vervanging door een alternatieve vorm van politieke organisatie voor de Afrikaanse gemeenschappen.

Integendeel, de meesten die zich in Afrika tegen de staat keren, trachten zich precies te beschermen tegen de plunderingen van de staatsmacht of proberen de controle over de staat over te nemen en het staatsapparaat ondergeschikt te maken aan hun particuliere belangen.

Het interne kolonialisme heeft dus voorrang gekregen op elk vooruitzicht van een sociale revolutie. Gebaseerd op de logica van de monopolisering van de macht, tracht een dominante, maar zeer gefragmenteerde leidende klasse zichzelf te reproduceren en haar greep op lokale samenlevingen te vestigen door zich te enten op de transnationale netwerken gericht op accumulatie van rijkdom. De meeste van deze netwerken richten zich op de ontginning van nationale grondstoffen en bodemrijkdommen.

Kunstwerk van Sammy Baloji, Untitled, 2015-2021
Kunstwerk van Sammy Baloji, Untitled, 2015-2021, bestaande uit koperen hulzen uit Katanga, planten en hout op de tentoonstelling Congoville – Contemporary Artists Tracing Colonial Tracks in Middelheimmuseum, Antwerpen (foto: Jan Van Criekinge, juli 2021).

De economische hervormingen die halverwege de jaren 1990 werden doorgevoerd in het kader van de neoliberale structurele aanpassingsprogramma’s, versterkten alleen nog maar de scherpe concurrentie om het beheer van de nationale rijkdommen en de mogelijke privatisering ervan.

Daarom vormen deze hervormingen een sleutelmoment in de recente economische en sociale geschiedenis van het Afrikaanse continent. De sociale tegenstellingen zijn verscherpt en de dieperliggende interne breuken zijn overal aan het licht gekomen.

Maar de politieke terminologie die werd gebruikt om deze tegenstellingen te benoemen, is nauwelijks vernieuwend te noemen. Om uiting te geven aan hun fundamentele verdeeldheid bleven velen zich beroepen op identiteitsgebonden referenties uit het recente verleden zoals etniciteit, clan of religie.

Noch militaire staatsgrepen, noch meerpartijenverkiezingen in democratische systemen zijn erin geslaagd deze logica te doorbreken. Als gevolg daarvan blijft de verbeelding van mogelijke fundamentele veranderingen uit.

Het is in deze context dat een even virulent als verdelend neo-panafrikanisme zich tracht op te dringen. Het verschijnt bovendien in vele gedaanten. Voor het grootste deel bestaat het uit een eindeloze evocatie van denkers van de voorbije generaties, wier namen als gebeden van een rozenkrans worden gereciteerd, maar wier basiswerken nauwelijks nog worden bestudeerd.

Het gaat er daarbij zelfs niet eens om hun theorieën opnieuw te bekijken en aan te passen naargelang de huidige problemen. Het gaat er ook helemaal niet om een nieuwe originele gedachtestroming te ontwikkelen. Waar het wél om gaat, is een dogma op te stellen zodat elke afwijkende mening meteen kan worden gediskwalificeerd.

Raciaal chauvinisme

In de praktijk gebruiken sommigen de term panafrikanisme alsof panafrikanisme een eenvoudigweg gelijk te stellen is met antikoloniaal nationalisme. Voor anderen fungeert de term in de eerste plaats als een alibi voor een nauwelijks verholen raciaal chauvinisme. Voor nog anderen is panafrikanisme gewoonweg een vaatje waaruit cynisch kan worden getapt naargelang van de politieke omstandigheden.

Sommige regeringen, bedreigd tot op hun grondvesten of op een zwarte lijst geplaatst door hun vroegere buitenlandse beschermers, ontdekken dan als voorbijgestreefde en corrupte machten plotseling de deugden van het panafrikanisme en breken er graag een lans voor. Zij verkondigen bij hoog en bij laag hun anti-imperialisme en gebruiken het argument van de staatssoevereiniteit om het status quo te kunnen handhaven.

Deze reactionaire versie van het neo-panafrikanisme is constant op zoek naar nieuwe zondebokken. Als opium voor de massa’s dient hun panafrikanisme in de eerste plaats de belangen van de heersende klassen die, na geprofiteerd te hebben van bescherming van de imperialistische machten, vooral vrezen dat een al te radicale koerswijziging hun vele materiële verworvenheden zal schaden.

Een andere versie van het neo-panafrikanisme wentelt zich graag in een soms gehypostaseerde [nvdr: term uit de filosofie: een abstractie tot zelfstandigheid verheffen] Afrikaanse zelfbeschikking. Zij is bereid om, in naam van de zogenaamde ‘rassengemeenschap’, de ogen te sluiten voor het interne kolonialisme, dat eveneens verantwoordelijk is voor de vernietiging van de bestaansmiddelen van miljoenen mensen op het continent.

Kunstwerk ‘Lumumba’ van de Congolese kunstenaar Aimé Mpane
Kunstwerk ‘Lumumba’ van de Congolese kunstenaar Aimé Mpane op de overzichtstentoonstelling van zijn werk in het gemeentemuseum van La Louvière (foto: Jan Van Criekinge, juni 2017).

Dit circus betekent niet dat het vooruitzicht van een Afrika dat in staat is om op eigen benen te staan, volledig is verdwenen. Het betekent evenmin dat het idee van een Afrikaanse nationaliteit, waarvoor grote denkers uit de Afrikaanse diaspora sinds het einde van de 19de eeuw hebben gepleit, geen waarde meer zou hebben.

Maar het idee moet zowel theoretisch als praktisch nieuw leven worden ingeblazen, in een tijdperk waarin de planeet steeds kleiner wordt en grenzen vervagen. Dat planetaire perspectief ontbreekt helaas, en staat een belangrijke vernieuwing van de bezinning over de toekomst van het continent in de weg.

Afropolitaanse gevoeligheid

Wij kunnen niet anders dan het failliet te erkennen van een zeker politiek panafrikanisme. Anderzijds ontstaan er voortdurend nieuwe, op de toekomst gerichte gevoeligheden. Dit is bijvoorbeeld het geval in de nieuwe Afrikaanse literatuur (vooral in de roman), in de muziek, in de plastische kunsten en zeker in de digitale kunsten.

Deze gevoeligheid kan soms worden omschreven als ‘afropolitaans’. De realiteit die zij voorstelt, is die van een Afrika met diverse parallelle stromingen, waarvan de transversale knooppunten overal te vinden zijn. Deze afropolitaanse gevoeligheid streeft ernaar alle niet-Afrikaanse elementen van Afrika in haar benadering te integreren en alle filosofische, politieke en culturele consequenties daarvan naar voren te brengen.

Dit gebeurt op een moment dat er op het continent zelf en in de verschillende Afrikaanse diaspora’s wereldwijd een intergenerationele kritiek aan de gang is, tegen de achtergrond van een dubbele afwijzing: die van het hedendaagse imperialisme in zijn meest neoliberale vorm, en die van het interne kolonialisme in zijn gerontocratische [nvdr: macht voortkomend uit ouderdom], patriarchale en masculiene vorm.

Verre van zich te fixeren op wat zij tegenkomt, tast deze nieuwe kritiek zonder enige twijfel de grenzen af van het soort fatalisme dat tegenwoordig voor radicalisme moet doorgaan.

Achille Mbembe

Achille Mbembe is een Kameroense historicus en politiek filosoof. Hij publiceerde al vele werken die internationaal grote weerklank kregen. Hij is momenteel verbonden aan de University of the Witwatersrand in Zuid-Afrika.

(vertaling uit het Frans door Jan Van Criekinge)

Het originele opiniestuk van Achille Mbembe verscheen op 23 januari 2022 op de website van Jeune Afrique onder de titel: ‘Quand le panafricanisme devient sectarisme’: https://www.jeuneafrique.com/1284640/politique/quand-le-panafricanisme-devient-sectarisme/


Lees verder (naar inhoud februari 2022)


Dit vind je misschien ook leuk...