Mark Galeotti over Poetin
Mark Galeotti (1965) is werkzaam aan het Institute of International Relations in Praag en verbonden aan het Nederlandse platform Raam op Rusland. Hij is de auteur van het veelgeprezen De Vory. De Russische supermaffia en We moeten het even over Poetin hebben.
In Een kleine geschiedenis van Rusland, van de heidenen tot Poetin (Prometheus, 2020) beschrijft hij Rusland als “een land zonder natuurlijke grenzen, zonder eenduidige etnische achtergrond, zonder een echte centrale identiteit. En toch is het een van de machtigste landen op aarde, een hoofdrolspeler op het wereldtoneel met een rijke geschiedenis van oorlog en vrede, dichters en revolutionairen”.
Galeotti laat zijn kleine geschiedenis eindigen in 2020(!) met o.a. een merkwaardig en veelzeggend stukje over Poetinisme op het oorlogspad, dat we hier overnemen.
Poetinisme op het oorlogspad
“Hij (Poetin) was altijd een gezworen Russische patriot geweest die geloofde dat de status van ‘grootmacht’ een geboorterecht van zijn land was. Maar aanvankelijk was hij bereid een partner te zijn, met het idee dat zolang hij buitenlandse bedrijven aanmoedigde naar Rusland te komen en steun verleende aan de wereldwijde Amerikaanse strijd tegen terrorisme, het Westen Rusland als een serieuze speler zou behandelen en een oogje zou dichtknijpen voor wat er binnen de Russische grenzen gebeurde.
Maar al snel zou hij zich in beide opzichten verraden voelen, en in 2007 haalde hij in München fel uit naar het westerse beleid met zijn kritiek op de opkomst van een ‘unipolaire’ – door de VS gedomineerde – wereldorde.
Uit ergernis over echte en vermeende vernederingen en aanvallen door het Westen nam hij een steeds meer op confrontatie gerichte, nationalistische houding aan. Deels was dit waarschijnlijk met een oog op zijn historische erfenis, als de man die eerst Rusland behoedde voor het uiteenvallen en toen, zoals hij het omschreef, zorgde dat ‘Rusland niet meer op de knieën behoefde’.
Tijdens zijn bewind viel Rusland het buurland Georgië binnen (2008), eigende men zich van Oekraïne het schiereiland de Krim toe (2014), pookte men een burgeroorlog in het Donetsbekken in het zuidoosten van Oekraïne (2014 – heden) en mengde men zich in de Syrische Burgeroorlog (2015 – heden).
Ook begon men een agressieve campagne met spionage en heimelijke bemoeienis, vanaf een enorme cyberaanval op Estland (2007) tot en met de moorden op vijanden en overlopers in het buitenland.
Maar voor Poetin waren dit in feite defensieve reactiesop westerse pogingen zijn land te isoleren en te marginaliseren en het de status van wereldmacht te ontzeggen. Steun aan prodemocratische en anticorruptie activisten in Rusland, kritiek op de dood van openhartige journalisten en politici, en een reeks opstanden tegen Moskougezinde regimes in de Arabische wereld en de post-Sovjetstaten – met name de ‘Euromaidan’-protesten die in 2013-2014 een corrupt regime in Oekraïne de kop kostten – werden allemaal op een hoop gegooid als bewijzen voor een westerse strategie in deze zin.
Terwijl het Westen zich zorgen maakte over Russische ‘hybride oorlogsvoering’ – subversie en desinformatie aanwenden om verdeeldheid te zaaien en politieke instituties te ondermijnen – was Moskou even ongerust zelf met zo’n dreiging te maken te krijgen.
Door deze nationalistische draai werd het gemakkelijker voor Poetin een visioen voor zijn Rusland te brengen. Een visioen dat, naar hij vermoedelijk hoopte, een volk zou inspireren dat, sinds hij in 2012 weer president was geworden, steeds gedesillusioneerder was geraakt en meer dan genoeg had van de nep-politiek, de diepgewortelde corruptie en de stagerende economie die hun tolerantie niet langer kon kopen.
Hij plunderde vrijelijk de hele geschiedenis van zijn land om een historische stamboom op te richten die ook een route voor de toekomst belichaamde. Een van de beste voorbeelden hiervan is de expositie Rusland – Mijn geschiedenis die van start ging in Moskou en vervolgens in het hele land werd overgedaan. In een levendige en kleurige multimedia-presentatie passeren op verwisselbare wijze tsaren en volkscommissarissen, twaalfde-eeuwse vorsten en eenentwintigste-eeuwse diplomaten de revue in een allerminst subtiele demonstratie van zekere fundamentele perspectieven.
Om te beginnen is Rusland sterk wanneer het is verenigd, en een prooi wanneer het is verdeeld. Een sterke staat is een morele, vaderlandslievende verantwoordelijkheid, en dat houdt in dat de bojaren – dan wel de volkscommissarissen of oligarchen – aan het onverdeelde gezag ervan moeten worden onderworpen.
In de tweede plaats is Rusland geen agressor, maar een formidabele verdediger – de meedogenloze uitbreiding oostwaarts heel Azië door, de vele conflicten (van alle landen waaraan Rusland grenst, is Noorwegen het enige land waarmee het geen oorlog heeft gevoerd, tot nu toe), de imperiale interventies, vanaf het onderdrukken door Nicolaas I van Europese revoluties in de negentiende eeuw tot en met het neerslaan van de liberale Praagse Lente in 1968, waren domweg nodig om het moederland en de natuurlijke orde te verdedigen.
Wanneer Rusland zich tegen het Westen keert, verdedigt het de status quo tegen door de VS geleide pogingen een ‘unipolaire’ hegemonie aan de wereld op te leggen. Zelfs de giftige propaganda op de staatstelevisie, de toenemende onderdrukking van onafhankelijke waakhonden en het afwijzen van internationale normen en waarnemers voor mensenrechten worden gepresenteerd als middelen het moederland te verdedigen tegen buitenlandse bemoeienis en de ‘informatieoorlog’.
Tenslotte is Rusland ook geen Aziatisch land en ook niet – al bezigen sommigen de term wel – een ‘Euraziatische’ hybride. Het is Europees, maar dan écht Europees. Het waren de Russen die Europa telkens weer verdedigden, soms tegen vijanden van buitenaf, zoals de Gouden Horde, andere keren tegen vijanden van binnenuit, en dat konden dan veroveraars in de dop zijn zoals Napoleon of Hitler dan wel krachten van chaos en abnormaliteit.
Met andere woorden: het idee is dat Rusland de ware Europese waarden hoog houdt in een tijd dat de naties ten westen ervan die hebben laten varen. Het Russisch-orthodoxe geloof is de ware vorm van christendom, evenals het Russische sociale conservatisme simpelweg een weigering is om in te spelen op gedegenereerde gekkigheid en postmodern moreel subjectivisme…”
Mark Galeotti, Een kleine geschiedenis van Rusland. Van de heidenen tot Poetin, Prometheus, Amsterdam, 2020, ISBN 978 90 446 4469 2
De overgenomen passage ‘Poetinisme op het oorlogspad’, staat op p. 204 tot p. 209.
Lees verder (inhoud april 2022)