10 jaar na het Marikana-bloedbad

‘Marikana’ werd wel degelijk een kantelpunt in de nog jonge postapartheidgeschiedenis van Zuid-Afrika. Tien jaar na het vreselijke bloedbad bij de Lonmin-platinamijn in de regio Rustenburg (16 augustus 2012), maakt geweld nog altijd deel uit van het dagelijks leven van heel veel Zuid-Afrikanen. Geweld dat nu niet meer uitgaat van een kleine blanke minderheid die koste wat het kost haar koloniale privileges wil behouden, maar van een nieuwe zwarte elite die er niet in geslaagd is om de zware erfenis van apartheid van zich af te schudden en de rijkdommen eerlijker te verdelen. Zuid-Afrika is sinds ‘Marikana’ een land zoals een ander geworden, het aureool van de ‘regenboognatie’ is voorgoed weg.

“The message was clear”, schrijft Trevor Ngwane, een socioloog verbonden aan de University of Johannesburg en voorzitter van de South African Sociological Association, in zijn bijdrage aan het colloquium over ‘Marikana, 10 Years On’, dat op 20 augustus in Johannesburg werd gehouden. “Anyone who wants to end the system that guarantees the exploitation of cheap black labor in South Africa’s gold, diamond, and platinum mines must be willing to wade through a river of blood.”

We publiceren hier een analysestuk van 10 jaar geleden en enkele Engelstalige bijdragen van het recente Zuid-Afrikaanse colloquium.

Zuid-Afrikaanse politie schiet meer dan 30 mijnwerkers dood bij Lonmin-platinamijn

Donderdag 16 augustus [2012] wordt een bloedige dag in de postapartheidgeschiedenis van Zuid-Afrika. De politie schoot bij hevige rellen tientallen stakende mijnwerkers dood bij de Lonmin-platinamijn in Marikana, een stadje in de regio Rustenburg op 100 km van Johannesburg. Het al lang aanslepende conflict over arbeidsvoorwaarden en lonen culmineerde in een ongeziene machtsstrijd tussen vakbonden, mijndirecties en de lokale ANC-autoriteiten.

De voorlopige tol van de zwaarste politierepressie bij sociale onrust sinds het einde van de apartheid in 1994 staat op 34 doden en 78 zwaargewonden, zo meldde een woordvoerder van de Zuid-Afrikaanse politie vrijdagmiddag. Een cijfer dat ongetwijfeld nog zal oplopen wanneer alle lichamen van doodgeschoten mijnwerkers zijn gevonden en geïdentificeerd.

Zuid-Afrika verkeert in shock. Het parlement komt vrijdag in Kaapstad in spoedzitting samen. Over de verantwoordelijkheid van het bloedbad zal nog een aardig robbertje worden uitgevochten. Een vergelijking met de brutale politierepressie ten tijde van de apartheid wordt vlug gemaakt (“een nieuw Sharpeville”, vonden commentatoren al), maar wat is er echt aan de hand?

Wilde staking van 3.000 mijnwerkers van Lonmin-platinamijn

foto over vele doden Bij de bloedige confrontatie tussen stakende mijnwerkers van de Lonmin-platinamijn en de Zuid-Afrikaanse oproerpolitie
Bij de bloedige confrontatie tussen stakende mijnwerkers van de Lonmin-platinamijn en de Zuid-Afrikaanse oproerpolitie vielen donderdag 16 augustus 2012 34 doden en vele tientallen gewonden (foto: Mail & Guardian).

Eerder die week viel al een tiental doden (onder wie twee politiemensen, twee agenten van een privébeveiligingsdienst en zes mijnwerkers) bij gewelddadige confrontaties van stakende mijnwerkers onderling en bij het erg omstreden optreden van de lokale veiligheidsdiensten daarbij.

Sinds vrijdag 10 augustus zijn meer dan 3.000 mijnwerkers van de Lonmin-platinamijn in Marikana begonnen aan een wilde staking om hogere lonen en betere levensomstandigheden voor hun gemeenschappen te eisen. De Lonmin-mijn, eigendom van een Britse mijngroep, was de laatste die aan de beurt kwam in een lange reeks van stakingen en protesten in de regio.

illustratie over de gevolgen van de grote mijnstaking in zuid-afrika
De mijnbouwsector van Zuid-Afrika heeft vooral oog voor de negatieve economische gevolgen van de grote stakingsgolf van 2012, waarvan het Marikana-bloedbad een triest dieptepunt was (MiningReview.com).

Lonmin produceert 12 procent van de wereldwijde platinaproductie. Door de staking had de directie laten weten een productieverlies van 15.000 ounces te lijden. Op de London Stock Exchange ging het aandeel van Lonmin al met 13 procent naar beneden.

Dinsdag had de Lonmin-directie laten weten dat alle stakende mijnwerkers zouden worden ontslagen als ze ten laatste vrijdagmorgen niet terug aan de slag waren.

kaartje met Situering van het mijnterrein van Mar
Situering van het mijnterrein van Marikana (Jacana Media, 2012).

Woensdag waren 3.000 stakende mijnwerkers en hun sympathisanten, gewapend met machetes en traditionele wapens, samengekomen op een heuvel (‘koppie’) in de buurt van de mijn. Zij weigerden het terrein te verlaten zolang de directie geen toezeggingen deed over forse loonsverhogingen, betere woningen en sociale voorzieningen.

Volgens sommige bronnen eisten ze een loonsverhoging tot 12.500 rand per maand (ongeveer 1.250 euro), terwijl het gemiddelde loon in de platinamijnen momenteel rond de 4.000 rand (400 euro) per maand schommelt, tenminste voor wie een vast contract heeft.

“Today is unfortunately D-day”

Op het ultimatum om opnieuw aan het werk te gaan, wilden ze niet ingaan. In de Zuid-Afrikaanse pers bestond de indruk dat de vakbonden de controle hadden verloren over de stakende mijnwerkers. De overheid had een indrukwekkende politiemacht van 3.000 zwaarbewapende manschappen naar de mijnterreinen gestuurd, ondersteund door hondenbrigades, helikopters, paarden en waterkanonnen.

Toch zei de Zuid-Afrikaanse minister van mijnbouw woensdagavond nog dat alles rustig was en dat een confrontatie zou kunnen worden vermeden. Donderdagmorgen echter klonk het bij politiewoordvoerder Dennis Adriao al heel wat dreigender: “Today is unfortunately D-day”.

Een ultiem overleg met vakbondsleider Joseph Mathunjwa had niets opgeleverd. Hij had ervoor gewaarschuwd dat als de politie het terrein zou proberen in te nemen er een bloedbad zou volgen.

“Wij gaan niet weg. Wij zijn bereid om desnoods hier te sterven!” En zo gebeurde donderdagmiddag …

Volgens de politie reageerde ze alleen uit ‘wettige zelfverdediging’ omdat ze werden aangevallen met wapens door de mijnwerkers.

De beelden van de confrontatie met de oproerpolitie roepen herinneringen op aan de donkerste tijd uit de apartheid, alleen zijn de bevelvoerende officieren nu ook zwart en beschikken ze over de modernste en dodelijkste uitrusting voor ordehandhaving.

De balans is dan ook bijzonder zwaar en zal nog lang sporen nalaten in de politiek en samenleving. Het blazoen van president Jacob Zuma [Zuid-Afrikaans president van 2009 tot hij begin 2018, voor het einde van zijn tweede ambtstermijn, wegens corruptie werd afgezet] is erdoor aangetast, wat zijn herverkiezing als ANC-leider in december in gevaar zou kunnen brengen. Binnen het ANC woedt al een hele poos een machtsstrijd tussen diverse ideologische facties.

Lange reeks van stakingen in platinamijnen

De platinamijnen deden tot voor kort gouden zaken in Zuid-Afrika omdat de vraag naar platina wereldwijd fors toenam. De mijnen in de regio Rustenburg ten noordwesten van Johannesburg zijn zowat de belangrijkste producenten van platina ter wereld.

Platina (Pt) wordt onder meer gebruikt in de katalysator van auto’s en andere hightech toepassingen.

Zuid-Afrika is goed voor 80 procent van de wereldproductie. Begin 2012 is de prijs ervan op de wereldmarkt met nog ruim 7 procent in waarde gestegen, maar de laatste maanden kelderde de prijs als gevolg van de economische crisis. Sommige mijndirecties hebben al mijnwerkers ontslagen om kosten te besparen.

foto van de De plaats van het Marikana-bloedbad uit augustus 2012
De plaats van het Marikana-bloedbad uit augustus 2012 is sindsdien een plek waar elk jaar een herdenking plaatsvindt. De kruisen aan de voet van heuvel (‘koppie’) duiden de 34 dodelijke slachtoffers aan.

Sinds januari 2012 waren er constant stakingen in de platinamijnen van Rustenburg. De arbeiders met een vast contract, die het zwaarste en gevaarlijkste werk leveren, namelijk de rotswand in de mijn loshakken, de zogenoemde rockdrill operators (RDO’s in het mijnjargon), vonden dat zij recht hadden op een extra bonus, wat niet voorzien was in de collectieve arbeidsovereenkomst die in oktober 2011 voor de mijnsector was overeengekomen.

Om aan de groeiende vraag op de wereldmarkt te kunnen voldoen, zijn de mijndirecties ook meer en meer uitzendkrachten gaan aantrekken die tegen veel lagere vergoedingen moeten werken en niet aangesloten zijn bij de traditionele vakbond van de mijnwerkers, de National Union of Mineworkers (NUM), die lid is van COSATU, de algemene vakbondskoepel die sinds de strijd tegen de apartheid historisch deel uitmaakt van het regerende ANC.

Tussen vakbond en regering-Zuma lopen de belangen zeer zeker niet parallel, maar vooral de kloof tussen de militante vakbondsbasis en de top van COSATU heeft al vaker tot grote wrijvingen geleid, zeker nu in de loop van dit jaar zowel COSATU als ANC een nieuw bestuur kiezen en de kiescampagne op volle toeren begint te draaien.

Bittere machtsstrijd tussen vakbonden

Nog in week, vlak voor de dramatische gebeurtenissen van 16 augustus in Marikana, erkende de COSATU-top “dat ze beter naar de terechte verzuchtingen van de basis zou moeten luisteren”.

COSATU heeft de laatste jaren dikwijls de kaart getrokken van de nationalisering van de mijnbouwsector, terwijl de basis vooral bekommerd is om de slechte levensomstandigheden waarin de grote meerderheid van de Zuid-Afrikanen moet overleven, zelfs 18 jaar na het einde van de apartheid.

Tegen deze achtergrond speelt zich een bittere machtsstrijd af tussen de NUM en een nieuwere, ‘alternatieve’ vakbond, de Association of Mining and Construction Union (AMCU), die zich veel radicaler opstelt tegenover de ANC-regering en daardoor fors aan aanhang wint bij de laagstbetaalde mijnwerkers en de bewoners van de armzalige townships.

Die zien in de NUM te veel een verlengstuk van de ANC-regering die bovendien zoete broodjes zou bakken met de mijndirecties. Nochtans heeft de NUM altijd de belangen van alle mijnwerkers verdedigd, ook bij de collectieve arbeidsovereenkomsten voor de mijnsector die 2011 werden afgesloten.

Zeker in de platinamijnen verliest de NUM de laatste jaren echter constant leden, vooral ten gunste van de AMCU die met agressieve ledenwervingscampagnes invloed probeert te winnen.

Volgens de Zuid-Afrikaanse arbeidswetgeving moet een vakbond minstens 50 procent van de werknemers vertegenwoordigen om door de directie als gesprekspartner bij onderhandelingen te worden erkend.

Voor het eerst sinds het einde van de apartheid zakt de NUM onder dit strategische cijfer in de platinamijnen en dat doet de zenuwachtigheid en onderlinge rivaliteit alleen maar toenemen.

‘Politieke vervuiling’ is hoofdoorzaak van slechte woon- en levensomstandigheden

Dinsdag had de Bench Marks Foundation nog een nieuw rapport openbaar gemaakt over de levensomstandigheden van de gemeenschappen in de buurt van de platinamijnen van de Rustenburg-regio.

Het rapport is een opvolging van een gelijkaardige studie uit 2007. Toen al bleken de woonomstandigheden bijzonder slecht te zijn.

foto van Informele huisvesting in Masakhane township in de buurt van Kaapstad
Informele huisvesting in Masakhane township in de buurt van Kaapstad (foto: Jan Van Criekinge, juli 2014).

David van Wyk, een onderzoeker aan de North West University en medeauteur van het rapport, schrijft de belangrijkste problemen toe aan wat hij ‘politieke vervuiling’ noemt: de nauwe band tussen lokale ANC-politici en hun directe familieleden en het management van de mijnen. “Zij zijn meer bekommerd om hun financiële belangen als aandeelhouders, dan in het welzijn van hun gemeenschappen”, is zijn harde conclusie.

De studie heeft zes mijngroepen doorgelicht en voor elk aanbevelingen geformuleerd om de levensomstandigheden van de gemeenschappen die van de mijn afhankelijk zijn, te verbeteren. Lonmin komt als slechtste uit de bus.

“De werknemers wonen vaak nog in informele shacks (krotten), zonder de minste basisvoorzieningen. Bij ons laatste bezoek had een gemeenschap zelfs al een maand geen stroom meer en in een andere Lonmin-township was het rioleringssysteem compleet verstopt waardoor allerlei ziekten konden uitbreken”.

Dubbele verantwoordelijkheid

De verantwoordelijkheid ligt dubbel: niet alleen de mijndirectie schiet zwaar te kort, maar ook corrupte lokale ANC-bestuurders zouden geld van de centrale overheid achteroverdrukken in plaats van het te gebruiken voor de verbetering van hun gemeenschap.

Vrouwelijke werknemers van Lonmin werden bovendien geconfronteerd met seksuele voorstellen wanneer ze voor een job solliciteerden bij de rekruteringsfirma’s. Buitenlandse werknemers (vooral Mozambikanen) worden het mikpunt van xenofobe discriminatie. Kortom, de platinamijnen zijn meer dan ooit een kruitvat dat op ontploffen staat. Misschien kan het onderzoek naar het bloedbad van donderdag het regeringsbeleid wat in de goede richting bijsturen?

Jan Van Criekinge


Dit artikel verscheen op 17 augustus 2012 op DeWereldMorgen.be https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2012/08/17/zuid-afrikaanse-politie-schiet-meer-dan-30-mijnwerkers-dood-bij-lonmin-platinamijn/

Het drama bij de platinamijn in Marikana: het begin van iets nieuws? https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2012/09/28/het-drama-bij-de-platinamijn-in-marikana-het-begin-van-iets-nieuws/

Marikana, 10 years on

10 years have passed since, August 16th, 2012, and the police killing of 34 mine workers who went on strike for a wage increase at the Lonmin Platinum mine in South Africa. This event is commonly referred to as the “Marikana Massacre” and continues to serve as a reference for South African politics and debates: from the state of the labor movement, to policing, to left political alternatives.

Ahead of a one-day symposium on August 20th in Johannesburg, we have invited various authors to reflect on Marikana’s legacy, and the questions and challenges it raises for politics in South Africa and elsewhere in series called “Marikana, 10 years on.”  As part of the 10th anniversary of those fateful events, we organized a one-day symposium, which you can watch on Youtube.

Something is dying in South Africa, and everyone’s focus is on trying to save it. Few are paying attention to what is struggling to be born. That is the nub of the crisis of post-apartheid society. In Antonio Gramsci’s words: “The crisis consists precisely in the fact that the old is dying and the new cannot be born; in this interregnum a great variety of morbid symptoms appear.”

Apartheid died. Many people throughout the world helped defeat this crime against humanity when they participated in one of history’s greatest solidarity movements. But sadly, I must inform you that the job is not yet complete. The pain and suffering associated with apartheid continues. The new generations who inherit the gains of the past find that with them come continuities of oppression and exploitation.

What was apartheid in essence? Racial capitalism. Well, the ruling class continues to own and continues to rule. On August 16, 2012, thousands of miners in Marikana went on strike fighting for a living wage of R12,500 (USD500) per month. The post-apartheid ruling class saw red. The state police shot and killed 34 of the strikers.

The message was clear. Anyone who wants to end the system that guarantees the exploitation of cheap black labor in South Africa’s gold, diamond, and platinum mines must be willing to wade through a river of blood.

Trevor Ngwane

Trevor Ngwane, a scholar-activist, is a sociology lecturer at the University of Johannesburg and the president of the South African Sociological Association.

Killing the collective

We know an enormous amount about what precipitated the 2012 Marikana massacre, but relatively little about what is behind the violence there since.

Ten years have passed since the police killing of 34 mine workers who went on strike for a wage increase at the Lonmin Platinum mine in South Africa on August 16th, 2012.

This event is commonly referred to as the “Marikana Massacre” and continues to serve as a reference for South African politics and debates: from the state of the labor movement, to policing, to left political alternatives. Ahead of a one-day symposium in Johannesburg, marking a decade since the massacre, we have invited various authors to reflect on Marikana’s legacy, and the questions and challenges it raises for politics in South Africa and elsewhere.

In August 2021, Malibongwe Mdazo, a prominent union organizer on South Africa’s Platinum Belt, was shot and killed, allegedly by two hitmen. This was at least the second time assassins had targeted him.

Two years prior, two men were convicted for a failed attempt on his life and the successful murder of one of his comrades. At the time he was killed, the union for which he worked, the National Union of Metalworkers of South Africa (NUMSA), said that he was organizing contract workers, which they believe is why he was targeted. The truth of the matter remains opaque, though, as those responsible for the murder have not been found.

As Mdazo’s history suggests, violence on the Platinum Belt didn’t end with the Marikana Massacre. Union members, local politicians and community activists have been killed in the ten years since police gunned down 34 striking mine workers. But what do these killings reveal about the politics of collective struggle on the Platinum Belt and in post-apartheid South Africa generally?

One challenge in answering this question is that while we know an enormous amount about what precipitated the 2012 massacre, we know relatively little about what is behind the violence since.

Even counting how many people have been killed for their union work or political activities since 2012 is challenging because suspects may not be arrested, and it is often unclear if people are killed for organizing or for other reasons altogether in a country as violent as South Africa.

Building off earlier work by sociologist Crispen Chinguno, we have identified at least 22 mine workers or union organizers who have been killed in the 10 years since Marikana. Even then, the figure almost certainly undercounts the scale of violence within the unions and understates the scope of violence on the Platinum Belt.

Indeed, the violence on the Platinum Belt extends well beyond the union movement. One species of violence not included in that count, for example, are further killings by police beyond those on August 16, 2012. For instance, in the wake of the Marikana Massacre, a local ward councilor, Paulina Masutlo, was killed by a rubber bullet fired by officers during a raid in Nkaneng informal settlement. Further afield on the Platinum Belt, Shadow Ncedani was shot by police and died in Northam, Limpopo in 2014 during a protest.

Even if not at the hands of the police, community organizing can be a deadly affair. For example, in June 2022, activist Ntombifikile Mthethwa was killed in her Marikana shack. Holding formal elected office is no less risky.

An African National Congress councilor, Sabata Chale, was murdered in 2016, according to court findings, amidst a dispute over access to government-built houses and competition with the rival party, the Economic Freedom Fighters.

Still, while there have been numerous killings on the Platinum Belt, the assassination of union leaders is arguably the most potent and persistent form of violence. As recently as June 2022, NUMSA shop steward, Mahlomola Hlothoane, was gunned down by two people at his home in Rustenburg. Who killed him is not clear, but the shooting immediately followed strike action by 4,000 contractors who downed tools over a wage dispute with Impala Platinum.

According to the union, like Mdazo, Hlothoane’s life was taken because he effectively recruited workers, although no arrests have been made. Such incidents are rarely isolated, but are often part of broader contestation against companies, across unions, and even within unions. The most dramatic such example occurred in 2017 when at least six Association of Mine Workers and Construction Union (AMCU) members were killed in a series of assassinations.

Afbeelding van anti-apartheidactivist Steve Biko (1946-1977)
Afbeelding van anti-apartheidactivist Steve Biko (1946-1977) in de township Lwandle in de buurt van Kaapstad. Biko werd op 12 september 1977 dood aangetroffen in een politiecel nadat hij dagenlang was gemarteld. Zijn dood lokte wereldwijd protest uit. Boycotacties tegen het apartheidregime werden opgedreven (foto: Jan Van Criekinge, juli 2014).

Such violence creates conditions for conflicting explanations. The AMCU has been accused by its own disgruntled members of planned “hits” on leaders in its ranks, who challenged the power of its president Joseph Mathunjwa or sought to expose corruption within its ranks. Mathunwja has publicly questioned whether the National Union of Mineworkers (NUM) was behind these killings given the extent to which they lost members to AMCU.

He has further suggested that this was part of a “third force” strategy to promote Black on Black violence in order to undermine AMCU’s militant trade unionism. After all, he claims, its leaders defended the workers who died below the mountain in Marikana and took forward a radical wage demand in the longest strike in South African mining history in 2014. In either case, the truth of what lay behind the killings remains obscure.

As in this case, it is often difficult to identify the perpetrators or their motives. Even when there are court convictions, it doesn’t mean everything about the killings is revealed.

For example, in the case of the attempted murder of Malibongwe Mdazo in 2017, whose assasination began the article, two hitmen were convicted but they never divulged who paid them.

In the lead up to the trial, the state dropped charges against union members who were allegedly part of the conspiracy. Similarly, in the case of the recent murder of community activist Ntombifikile Mthethwa during the course of an apparent robbery, many are skeptical, that it was, in fact, a robbery. As one of the residents remarked at a recent launch for a book about Marikana, “She had nothing. So what were they stealing?”

Even if it is difficult to identify the causes of the violence, one clear consequence is that it prevents the formation of a collective leadership that could more effectively struggle for better conditions for the Platinum Belt’s residents and workers.

To be sure, there have been historic wage victories and several important strike actions in the 10 years since the massacre. But much remains unchanged, as indicated by the profound poverty that many workers and residents continue to endure.

Moreover, those being killed are often among the most talented shop stewards or community activists and organizing an effective grassroots politics is impossible when it is a blood sport.

Troublingly for South Africa, these dynamics are hardly limited to the Platinum Belt. Activists have also been killed by police, hitmen, or thus far unidentified individuals for mobilizing around environmental rights, housing rights, and basic service delivery.

Politicians have been assassinated by people within their own parties and in competition across parties. And, as on the Platinum Belt, union leaders at mines of other precious metals take their lives into their own hands to organize.

When violence is so rampant, suspicion is so rife, and stepping up to lead is a life-or-death decision, how to forge an effective collective left politics to combat South Africa’s deepening inequalities is unclear.

Luke Sinwell

Nicholas Rush Smith

Luke Sinwell is an associate professor at the Centre for Sociological Research and Practice (CSRP) at the University of Johannesburg. Nicholas Rush Smith is an associate professor of political science at the City University of New York-City College, and a senior research associate in the Department of Sociology at the University of Johannesburg.

Verscheen op 20 juli 2022 op de website van Africa Is a Country:
https://africasacountry.com/2022/07/killing-the-collective

Andere stukken die in het kader van het colloquium werden gepubliceerd:

Post-apartheid symptoms of morbidity by Trevor Ngwane
https://africasacountry.com/2021/10/post-apartheid-symptoms-of-morbidity

Where do trade unions go from here? by Naadira Munshi
In South Africa, the seismic shifts in unionism triggered by the Marikana Massacre have sadly not resulted in a union movement better equipped to tackle the issues that workers face.
https://africasacountry.com/2022/07/where-do-trade-unions-go-from-here

We need to talk about wage theft by Khwezi Mabasa & Dominic Brown
South African companies can afford to pay their workers a living wage—if not for their commitment to profit shifting, as the case of Lonmin and Marikana showed.
https://africasacountry.com/2022/09/we-need-to-talk-about-wage-theft

The afterlives of Marikana by Camalita Naicker
Why do representative bodies like the union, the party, and the so-called Left seem to fail its constituents during struggles like Marikana?
https://africasacountry.com/2022/08/the-afterlives-of-marikana

Confronting police power by Ziyanda Stuurman
Accountability—insofar as it ever existed within the South African Police Service—has been reduced to a merely theoretical concept. It is time this changed.
https://africasacountry.com/2022/07/confronting-police-power

What does it have to do with Marikana? by Benjamin Fogel & Claire-Anne Lester
The Marikana Massacre changed democratic South Africa forever. It can also catalyze resistance to the current order.
https://africasacountry.com/2022/07/what-does-it-have-to-do-with-marikana

Dreaming of the green blanket by Shaeera Kalla
The impact of the Marikana massacre on South Africa’s student movement for free education, and an end to outsourcing, has been overlooked.
https://africasacountry.com/2022/07/dreaming-of-the-green-blanket


Countering the narrative by Liani Maasdorp
If committed filmmakers want to reach and influence more people, and counter fake news, impact producing may help get us there.
https://africasacountry.com/2022/03/countering-the-narrrative

The film Miners Shot Down (2014), for example, revealed what had happened in August 2012 at Lonmin’s mine in Marikana, in the North West province of South Africa, when 34 striking mine workers were killed. This independently produced film—directed by activist-filmmaker Rehad Desai—shows in brutal detail how police cornered the men and gunned them down, even as they were running away. The film’s impact campaign included screenings at over fifteen international film festivals, over a dozen television broadcasts worldwide, and over two hundred community screenings that were followed by discussions.

Enkele getuigenissen van het Marikana-bloedbad op Youtube:


Lees verder (inhoud september 2022


Dit vind je misschien ook leuk...