In memoriam Luc Vankrunkelsven (1956-2023)
Wie in deze diepe crisis van het instituut Kerk nog naar modellen voor de toekomst zoekt, kan die vinden in mensen zoals Luc Vankrunkelsven, monnik van Averbode, vredesactivist, ecologist, netwerker, grootouder voor het klimaat, bevrijdingstheoloog. Hij overleed op 15 september 2023 in Brazilië.
Luc was een onvermoeibare initiatiefnemer, een ‘wervelende’ stichter en schrijver van ruim 12 boeken. Hij wou net zoals zijn roerganger, de Nederlandse priester Herman Verbeek, publicist zijn, opiniestukken en columns schrijven omdat hij duidelijk het verband zag tussen geloof en politiek. Waar je voor staat, dat verdoezel je niet en dat straal je ook uit.
De wereldcrisis, de klimaatcrisis, de voedselcrisis zijn dermate groot dat Luc “geen tijd wou verliezen”. Niet “eindeloos palaveren”. Eens de maatschappelijke analyse gemaakt en getoetst, is er vanuit het innerlijke moeten geen tijd te verslapen. Luc had nooit veel tijd, was met zijn plooifiets steeds weer onderweg, een religieuze semi-nomade.
Al in zijn jonge jaren had hij een grote liefde opgevat voor Latijns-Amerika, in het bijzonder voor Brazilië. Daar had men immers een theologie ontwikkeld die de mens centraal stelde. Luc schuwde het om het drieletterwoord ‘God’ in de mond te nemen.
De Aarde, de mens als deel van die aarde en het behoeden van het evenwicht zoals bij inheemse volken, daar ging het om. Alles wat in dat verband verstorend werkt, hoefde je niet te pikken. Verzet tegen de agro-industrie is noodzakelijk, maar Luc koppelde het aan een volwassen geloof met een mystieke inslag en Gandhiaanse geweldloosheid.
Brazilië was een leerschool, de basisgroepen een voorbeeld. Helder Câmara, Leonardo Boff, Leonardo Hoornaert, José Comblin, Marcelo Barros, maar ook Bernard Besret, Thomas Merton, Dorothée Sölle en Hannah Arendt… allen voorgangers en voorlevers voor Luc. Hij wou te midden van de vernietiging en de verdoken slavernij herstel aanbrengen.
Herman Wauters, zijn goede vriend en ‘broeder in geweldloosheid’, die hem samen met zijn echtgenote begeleidde op zijn laatste reis drukte het in MO* zo uit: “Luc was een ‘krak’ in het leggen van verbanden. Verbanden tussen oorzaak en gevolg van onrechtvaardige systemen. Tussen armoede en kapitalisme. Tussen de teloorgang van inheemse culturen en klimaatverandering. Tussen moderne slavernij en monocultuur. Tussen wat in eigen land gebeurt en overzee. Tussen Europa en Brazilië. Maar hij legde ook verbanden tussen mensen. Mensen van de natuurbeweging, de derdewereldbeweging, de vredesbeweging en de alternatieve voedselproducenten bracht hij bij elkaar. Hij zocht verbondenheid op zijn eigen wijze. En met verve…”
Luc was de covid-periode slecht te boven gekomen. Hij voelde zich niet meer zo goed. Het laatste jaar had men intensief gezocht wat er aan de hand was. Uiteindelijk werd de spierziekte ALS gediagnosticeerd. Maar hij werkte verder, gaf interviews en schreef koortsachtig, omdat hij wist wat ALS teweegbrengt.
Toen hij zijn zware plooifiets niet meer kon dragen, zijn krachten snel verzwakten en hij inzag dat hij zich in de abdij zou moeten terugtrekken, had hij nog één wens: nog één keer terug naar Brazilië. Chapecó in het diepe zuiden van Brazilië werd zijn eindbestemming. Hij stierf in de (voorlopig) woeligste aller zomers met onmetelijke bosbranden, stormen buiten proportie, gigantische overstromingen, onvoorspelbare aardbevingen en onnoemelijk menselijk leed.
Veel vrienden en netwerken reageren nu met verstomming en droefheid op zijn afscheid. Het is nu eenmaal zo dat je iemand best herkent en erkent als hij of zij aan de einder verdwijnt. Zolang we er zijn, bestaan we niet echt. Het echte bestaan komt nadien.
Het is niet uit te wissen en zet zich verder in kleine, concrete, dagelijkse onaffe dingen zoals groepjes mensen, verenigingen, ‘vrienden’ in binnen- en buitenland die zich Luc zullen herinneren en verder op paden wandelen die hij heeft ontdekt of getoond.
De abdij van Averbode als thuisbasis, medebroeders, alle medewerkers en vrijwilligers van Wervel vzw, de journalisten van MO*, de oud-studenten, oud-docenten en de redactie van CIMICvzw, de Grootouders voor het Klimaat, proffen en onderzoekers, medestanders in alle rangen en zovele anderen van wie ik het niet weet, hebben plots een ‘krak’ verloren.
Niet getreurd, zou Luc zeggen: werk verder aan een leefbare planeet. Maar je moet het wel doén en niet bij de (Vlaamse) pakken blijven zitten. Zorg voor ‘de bodem’, letterlijk en figuurlijk.
Toen Luc in 2016 zestig werd, overhandigde uitgever Hans Luyten (Dabar-Luyten) hem een boek met interviews en teksten te zijner ere. De titel was veelzeggend: ‘Vergetenen, wees mijn gemeenschap’. Het past bij iemand die zich altijd heeft ingezet voor de verdrukten, de naamlozen, zij die vergeten worden op deze planeet.
In hetzelfde jaar verscheen Lucs boek: ‘Oases – Grond-kracht voor een nieuwe lente’. In zijn radicaliteit liet Luc steeds genoeg ruimte voor een ‘nieuwe lente’, hoop, droge humor… en een Mechelse ‘Maneblusser’.
Het verjaardagsboek van Luc sluit af met een tekst van Vaclav Havel over de hoop. Recensent Guido Caerts schreef toen: “hier zit alles in wat een mens nodig heeft om tegen de stroom in te blijven gaan”. Welke hoop hebben we nodig? Dit was het antwoord van Havel en van Luc…
Diep in onszelf dragen wij hoop;
als dat niet het geval is, is er geen hoop
Hoop is de kwaliteit van de ziel
en hangt niet af van wat in de wereld gebeurt.
Hoop is niet voorspellen of vooruit zien.
Het is een gerichtheid van de geest
een gerichtheid van het hart,
voorbij de horizon verankerd.
Hoop in deze diepe en krachtige betekenis
is niet hetzelfde als vreugde omdat alles goed gaat
of je bereidheid je in te zetten voor wat succes heeft.
Hoop is ergens voor werken omdat het goed is,
niet alleen omdat het kans van slagen heeft.
Hoop is niet hetzelfde als optimisme,
evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen,
wel de zekerheid dat iets zinvol is
ongeacht het resultaat.
Marc Colpaert, namens het bestuursorgaan, de redactie en de werkgroep zingeving van CIMICvzw
Lees verder (inhoud september 2023)