‘James Barnor – Studio of Life’: kennismaking met een Ghanese fotopionier

Toegegeven, tot voor enkele maanden deed de naam James Barnor (94 jaar ondertussen) ook bij mij geen belletje rinkelen. Nochtans is de Ghanese pionier in de fotografiegeschiedenis een naam om te onthouden. In het Antwerpse Foto Museum (FoMu) loopt nog tot half maart de overzichtstentoonstelling James Barnor – Studio of Life. Die biedt  – na eerder in Londen, Lugano en Detroit te zijn neergestreken  – een mooie kennismaking met Barnors indrukwekkende carrière. Die overspant ruim zes decennia en getuigt van zijn unieke bijdrage aan de dekolonisering van de Afrikaanse fotografie. Er blijkt zelfs een directe band met België te zijn…

Wat fotopionier Oumar Ly was voor Senegal en de veel bekendere fotografen Malick Sidibe en Seydou Keita voor Mali is James Barnor voor Ghana. Allen wisten ze zich in een koloniale omgeving te ontdoen van de stereotype beelden die de koloniale propaganda zo graag voorschotelde van de ‘gemoderniseerde’ Afrikaanse samenleving waarin blank en zwart harmonieus met elkaar op voet van gelijkheid zouden omgaan.

De realiteit was uiteraard een flink stuk weerbarstiger en de Afrikaanse fotografen poogden al snel een heel eigen visie op hun snel veranderende stedelijke omgevingen in beelden te vatten.

James Barnor werd op 6 juni 1929 geboren in Accra, de hoofdstad van wat toen nog de Britse kolonie Gold Coast was, het huidige Ghana. Na zijn opleiding als praktijkleraar gaat hij vanaf 1947 zich hoe langer hoe meer met fotografie bezighouden, zeker nadat hij van een fotograferende neef een Kodak Baby Brownie krijgt en bij hem in de leer gaat in de Yehowa Aakwe Studio.

Hij begint foto’s te maken van zijn omgeving en van mensen uit zijn familie- en vriendenkring. In 1949 opent hij zijn eerste openluchtstudio in de volkse wijk Jamestown in Accra, kort daarna gevolgd door de beroemde Ever Young Studio.

James Barnors fotostudio Ever Young in Jamestown, Accra, in 1958 (foto: Jan Van Criekinge).
James Barnors fotostudio Ever Young in Jamestown, Accra, in 1958 (foto: Jan Van Criekinge).

Meer dan enkel een fotostudio groeit de Ever Young uit tot een ontmoetingsplaats voor allerlei jonge Ghanezen die naar vrijheid snakken en het Britse bestuur openlijk in vraag stellen. Velen zijn geïnspireerd geraakt door de ideeën van Kwame Nkrumah, die steeds uitdrukkelijker over onafhankelijkheid en panafrikanisme begint te spreken.

Vanaf 1951 werkt Barnor als één van de eerste zwarte fotojournalisten voor lokale media, zoals de Daily Graphic. Via zijn straatfotografie toont hij de trots en het plezier van een bruisend en modern Accra op de drempel van de onafhankelijkheid.

Ook rond die tijd begint hij foto’s aan te leveren voor Drum, een Zuid-Afrikaans magazine dat een grote rol zal spelen in het bevorderen van het zwarte bewustzijn, cultuur en muziek en de strijd tegen kolonialisme en apartheid.

In maart 1957 is het dan eindelijk zo ver: Ghana wordt onafhankelijk als eerste land van Sub-Sahara Afrika, met Nkrumah als president. Voor Barnor zijn het hoogdagen: hij wil alle aspecten van die nieuwverworven vrijheid in beeld brengen. Van de pomp-and-circumstance bij de officiële machtsoverdracht tot de dolle vreugde in de volkswijken.

What Barnor captures is the image of Black people seen in places not-seen before. (…) Photography’s past in Africa could be understood as a moment marking modernity, when it became a new, cutting-edge, post-war technology that presented the emergence of something unique”, schrijft David Adjaye, de bekende Ghanees-Britse architect in de catalogus bij de expo.

Roy Ankrah, een Ghanees bokskampioen, met zijn gezin aan het ontbijt in hun huis in Accra, 1952. Barnor kreeg de kans om de gevierde kampioen ook buiten de ring te volgen (foto: Jan Van Criekinge).
Roy Ankrah, een Ghanees bokskampioen, met zijn gezin aan het ontbijt in hun huis in Accra, 1952. Barnor kreeg de kans om de gevierde kampioen ook buiten de ring te volgen (foto: Jan Van Criekinge).

In december 1959 trekt Barnor naar het Verenigd Koninkrijk om er zijn technische vaardigheden als fotograaf verder te ontwikkelen. Hij komt in Londen terecht in een samenleving die als gevolg van de dekoloniseringsgolf heel snel verandert en etnisch veel diverser wordt, maar daarbij ook te kampen krijgt met racisme en uitbuiting. De foto’s die hij maakt, geven een unieke inkijk in het leven van de Britse zwarte diaspora van die tijd.

In Londen ontdekte hij ook de mogelijkheden die de opkomende kleurenfotografie hem bood. Voor de kost werkte hij bij de Colour Processing Laboratories in Edenbridge, Kent. Tegelijkertijd volgde hij avondlessen voordat hij een beurs kreeg van de Ghana Cocoa Marketing Board om voltijds te studeren aan het Medway College of Art in Rochester (Kent), waar hij in 1961 afstudeerde.

Na zijn studie bleef hij in Groot-Brittannië wonen en werkte er verder als fotograaf en fototechnicus. Zijn foto’s uit deze periode vormen nu belangrijke documenten over het leven van Afrikanen in Groot-Brittannië. Vooral zijn werk als mode- en lifestylefotograaf met zwarte modellen tegen de achtergrond van bekende plekken in Londen, die vaak de covers sierden van Drum, waren toonaangevend.

Roy Ankrah, een Ghanees bokskampioen, met zijn gezin aan het ontbijt in hun huis in Accra, 1952. Barnor kreeg de kans om de gevierde kampioen ook buiten de ring te volgen (foto: Jan Van Criekinge).
Een publiciteitsfoto met Barnors assistente Sick-Hagemeyer, die de kleurenkwaliteit van de Agfa-Gevaertfilm in de verf moest zetten, Accra, 1971 (foto: Jan Van Criekinge).

Vooraleer hij na een decennium in Engeland terugkeerde naar Ghana, verbleef Barnor in de zomer van 1969 enkele maanden in België. In Mortsel volgde hij samen met collega’s van over de hele wereld een opleiding bij de Agfacolorschool, waar hij het unieke ontwikkelingsproces van de nieuwste kleurennegatieffilms van producent Agfa-Gevaert onder de knie probeerde te krijgen. Hij zal ook wat beelden maken in onder meer Antwerpen.

Kinderen op de Antwerpse Groenplaats voor de lens van James Barnor in 1969 (foto: Jan Van Criekinge).
Kinderen op de Antwerpse Groenplaats voor de lens van James Barnor in 1969 (foto: Jan Van Criekinge).

Na zijn terugkeer in 1970 in Ghana opent Barnor in Accra het eerste laboratorium voor kleurenfotografie en wordt er de officiële vertegenwoordiger van Agfa-Gevaert. In zijn studio zullen vele publiciteitsfoto’s tot stand komen om het bekende Belgisch-Duitse fotomerk in Afrika te promoten.

De volgende 24 jaar werkt Barnor als professioneel fotograaf in Ghana. Hij krijgt onder meer opdrachten van de Amerikaanse ambassade en Ghanese overheidsinstellingen ten tijde van het autoritaire bewind van de flamboyante president-vlieger Jerry Rawlings, die met een staatsgreep aan de macht was gekomen. Veel ruimte voor kritische beelden of afwijkende meningen was er toen niet.

Barnor gaat zich daarom helemaal op de muziekcultuur richten, zijn nieuwe passie. In zijn Studio X23 fotografeert hij vanaf 1973 de kleurrijke, maar zeer tumultueuze jaren 1970 en 1980 in Ghana. Hij portretteert er muzikanten voor iconische platenhoezen en wordt zelfs manager van de muziekband Fee Hii, waarmee hij op tournee gaat in Europa.

In de jaren 1970 portretteerde hij muzikanten voor iconische platenhoezen. Hier een foto van de The Youngsters Band op de Old Polo Ground, Accra, 1974. Een foto die gebruikt werd voor de hoes van een zeer succesvolle plaat van die Ghanese band (foto: Jan Van Criekinge).
In de jaren 1970 portretteerde hij muzikanten voor iconische platenhoezen. Hier een foto van de The Youngsters Band op de Old Polo Ground, Accra, 1974. Een foto die gebruikt werd voor de hoes van een zeer succesvolle plaat van die Ghanese band (foto: Jan Van Criekinge).

In 1994 keerde Barnor terug naar Londen, waar hij aanvankelijk in heel precaire omstandigheden moest zien te overleven zonder legale verblijfsstatus. Vanaf 1996 kon hij een appartement betrekken in het rustige Brentford in het westen van Londen, waar hij ook een deel van zijn rijke fotoarchief kon onderbrengen.

Geleidelijk aan werd zijn werk ontdekt door een nieuw en ruimer publiek, onder meer door tentoonstellingen in het kader van de Black Cultural Archives (2007), ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van de Ghanese onafhankelijkheid.

“Op 79-jarige leeftijd werd ik eindelijk erkend”, vertelde hij zijn publiek tijdens een lezing in het Chelsea Theatre in 2013. Zijn 85ste verjaardag in juni 2014 werd extra luister bijgezet met een prestigieuze overzichtsexpo van zijn werk in de London Borough of Hounslow.

Pas de laatste jaren kreeg James Barnor steeds meer internationale erkenning, is zijn oeuvre het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek en organiseren meer en meer musea tentoonstellingen van zijn werk. Zelf is hij altijd uitermate bescheiden gebleven.

Een beeld uit een video die vertoond wordt op de expo in Antwerpen, waarin James Barnor commentaar geeft bij zijn leven en werk (foto: Jan Van Criekinge).
Een beeld uit een video die vertoond wordt op de expo in Antwerpen, waarin James Barnor commentaar geeft bij zijn leven en werk (foto: Jan Van Criekinge).

Hij blijft tot op hoge leeftijd tentoonstellen en lezingen geven over zijn werk, onder andere in het Londense V&A Museum, bij Photonook Bristol en in de October Gallery.

Barnors foto’s zijn inmiddels opgenomen in de vaste collecties van het Victoria & Albert Museum, Tate Modern en de kunstcollecties van de Britse overheid.

In 2011 werd Barnor geëerd met een speciale Lifetime Achievement Award van de GUBA (Ghana UK-Based Achievement). Bij de ontvangst onthulde hij dat het de eerste onderscheiding was die hij ooit had gekregen.

In oktober 2016 kreeg Barnor als erkenning voor zijn bijdrage aan de ontwikkeling van Ghana de Orde van de Volta, uitgereikt in Accra door toenmalig president John Dramani Mahama.

Hij zei in een interview in 2019: “Soms geldt: hoe meer je geeft, hoe meer je krijgt. That’s why I’m still going at 90!”

Een beeld uit de donkere kamer van Studio X23 in Accra in de jaren 1980 waar Barnor toen foto’s ontwikkelde die gebruikt zouden worden voor bekende platenhoezen (foto: Jan Van Criekinge).
Een beeld uit de donkere kamer van Studio X23 in Accra in de jaren 1980 waar Barnor toen foto’s ontwikkelde die gebruikt zouden worden voor bekende platenhoezen (foto: Jan Van Criekinge).

In 2020 ontving Barnor een honorary fellowship van de Royal Photographic Society. In februari 2022, ten slotte, werd Barnor opgenomen in de lijst van CasildART van de zes beste zwarte Britse fotografen, naast Charlie Phillips, Armet Francis, Neil Kenlock, Pogus Caesar en Vanley Burke.

Hij heeft tevens The James Barnor Foundation opgericht om verschillende doelen te bereiken die hem na aan het hart liggen: “onderwijs en opleiding, het bevorderen van en pleiten voor het behoud van Afrikaanse culturen, en het stimuleren van Afrikaanse culturele talenten”.

In 2022 was het lanceringsinitiatief van de Foundation een prijs om gevestigde fotografen van het Afrikaanse continent te promoten. De eerste editie, die zich richtte op West-Afrika, werd gewonnen door Sènami Donoumassou.

De lopende overzichtstentoonstelling van het oeuvre van James Barnor in het FoMu in Antwerpen is de eerste keer dat zijn werk op die schaal in België getoond wordt (foto: Jan Van Criekinge).
De lopende overzichtstentoonstelling van het oeuvre van James Barnor in het FoMu in Antwerpen is de eerste keer dat zijn werk op die schaal in België getoond wordt (foto: Jan Van Criekinge).

Zijn omvangrijke oeuvre weerspiegelt belangrijke omwentelingen in de 20ste eeuw. De expo James Barnor – Studio of Life in het Antwerpse FoMu brengt niet alleen een boeiend overzicht van Barnors werk, maar toont ook een stuk wereldgeschiedenis vanuit een (Afrikaans) perspectief dat te lang onderbelicht bleef. Een absolute aanrader!

Jan Van Criekinge

Enkele interessante links voor wie meer wil weten over het werk van James Barnor:

FOMU-Antwerpen https://fomu.be/expos/james-barnor

https://en.wikipedia.org/wiki/James_Barnor

James Barnor Foundation https://www.jamesbarnor.org/

James Barnor: Accra/London – A Retrospective https://www.serpentinegalleries.org/whats-on/james-barnor/

James Barnor – ‘Photography is in every branch of life’ https://www.youtube.com/watch?v=AahRg_Ilsis&t=1s

James Barnor: Hans Ulrich Obrist Studio Visist | CIRCA https://www.youtube.com/watch?v=9Gvpks99jrk

New York Times https://www.nytimes.com/2023/06/30/arts/james-barnor-dia-ghana.html

De tentoonstellingJames Barnor – Studio of Life’ loopt nog tot 10 maart 2024 in het FOMU, Waalsekaai 47, 2000 Antwerpen (open alle dagen, behalve maandag, van 10 tot 18 uur)

James Barnor: Accra/London. A Retrospective, first published by Koenig Books, London and the Serpentine Galleries, London, 2021, 240 p., ISBN 978-1-908617-70-5, Verlag der Buchhandlung Walter und Franz König, Köln, 2021, ISBN 978-3-96098-975-2.  Officiële catalogus bij de expo in de Serpentine Galleries, London, 19 mei – 24 oktober 2021, Museo d’arte della Svizzera italiana, Lugano, 13 maart – 19 juni 2022, Detroit Institute of Arts, Detroit, 28 mei – 1 oktober 2023


Lees verder (inhoud januari 2024)


Dit vind je misschien ook leuk...