Het aangrijpende ‘leven en lot’ van Vasili Semjonovitsj Grossman (1905-1964)

Vasili Grossman werd in 1905 geboren in de Oekraïense provinciestad Berditsjev. Hij heette eigenlijk Iosif Solomonovitsj Grossman. Zijn ouders behoorden tot de geassimileerde bovenlaag van de Joodse bevolking. Ze waren niet religieus en spraken geen Jiddisch. Iosif werd al snel gerussificeerd tot Vasili.

Toen zijn ouders scheidden, bleef Vasili bij zijn moeder die kon overleven door privélessen Frans, de taal die ook Vasili verwierf. Moeder en zoon woonden in bij een bemiddelde oom en tante in Berditsjev. Van 1914 tot 1919 bezocht Vasili de middelbare school in Kiev, maar de burgeroorlog verplichtte hem terug te keren naar Berditsjev.

Vasili Grossman
Vasili Grossman (1905-1964) (foto: Wikipedia).

In 1921 begon hij zijn studie scheikundig ingenieur aan de universiteit in Kiev. Die studie zette hij tot 1929 verder in Moskou. Zijn geboortestreek was intussen in de grip van Duitse plunderingen, zware gevechten tijdens de burgeroorlog, pogroms en een hongersnood tussen 1920 en 1922. Die gruwel en waanzin zette hem aan het schrijven.

Na zijn studie werkte hij in de (ondertussen bekend geworden) Donbas, het kolenbekken van Donetsk, ‘de diepste en heetste kolenmijn van het land’. Het leven van de mijnwerkers beschreef hij in 1934 in zijn roman ‘Glück auf’.

Het huis van de familie-Grossman in het Oekraïene
Het huis van de familie-Grossman in het Oekraïense provinciestadje Berditsjev (foto: Y. Karpenko, Wikipedia).

Ook zijn eigen huwelijk liep stuk en zijn dochtertje werd vooral opgevoed bij de grootmoeder in de provinciestad. Daar had het kind meer kans om de door Stalin georganiseerde hongersnood van de jaren dertig te overleven.

Die hongersnood bracht voor de schrijver het ware gezicht van Stalin en zijn regime aan het licht. In die jaren schreef hij kortverhalen over arbeiders, mijnwerkers, soldaten, en werd hij aangemoedigd door Maxim Gorki om zijn leven aan de literatuur te wijden.

Grossman werd lid van de Schrijversbond in 1937, het jaar van de ‘Grote Terreur’. Hij werd in die kringen aanvaard als een schijnbaar volgzame Sovjetauteur, die het leven van de arbeiders verheerlijkte.

Plaquette ter nagedachtenis aan Vasili Grossman
Plaquette ter nagedachtenis aan Vasili Grossman in Donetsk (Donbas) (foto: Wikipedia).

Toch werd hij in 1933 meermaals verhoord door de geheime politie omdat zijn nicht verdacht werd van trotskisme. Vasili deelde haar visie, maar ontsnapte aan de gevangenis. Veel vrienden – waaronder zijn eigen vriendin – werden wel opgepakt voor ‘afwijkende’ meningen. Hij besloot met haar te trouwen en haar kinderen te adopteren om haar vrij te krijgen.

Grossman was niet laf, maar ook geen held. Soms koos ook hij voor zelfbehoud en moest zijn overtuiging weggemoffeld worden. Maar geleidelijk aan groeide zijn opstandigheid toen hij geconfronteerd werd met de omvang van de totalitaire staat waarin hij leefde.

Hij heeft die totalitaire staat vooral ook leren kennen als oorlogsjournalist, toen hij als ‘vrijwilliger’ met het Rode Leger meetrok in de grote ‘Vaderlandse Oorlog’ (1941-1945). Hij was immers ‘ongeschikt’ als soldaat. Voor de legerkrant (Krasnaja zvezda, ‘De rode ster’) deed hij verslag van het Brjansk-front, de verdediging van Moskou, de slag om Stalingrad en Koersk.

Het oostfront in 1942 met de door nazi-Duitsland bezette gebieden van de Sovjet-Unie
Het oostfront in 1942 met de door nazi-Duitsland bezette gebieden van de Sovjet-Unie en de belegering van Stalingrad en Leningrad (bron: Wikipedia).

Later was hij getuige van de bevrijding van Kiev, Odessa, Warschau, Lublin, Schwerin en Poznan. Hij was erbij toen het Rode Leger de nazi-uitroeiingskampen Majdanek en Treblinka in Polen binnentrok en maakte de val van Berlijn mee in 1945.

Na zijn lange omzwervingen bereikt Vasili in 1944 opnieuw zijn geboortestadje Berditsjev. Hij verneemt er de dood van zijn moeder die samen met 20.000 Joden uit het Jatki-getto van Berditsjev in 1941 door de Duitsers werden geëxecuteerd en in de buurt van het vliegveld in massagraven lagen.

De roman ‘Leven en lot’ werd zijn meesterwerk waarin hij geen concessies meer deed en met een uitermate scherp inzicht de existentiële angst en het gedrag van mensen-onder-druk beschreef. Maar het epos ‘Leven en lot’ was zelf een vreemd lot beschoren.

De oude Joodse begraafplaats in Berditsjev
De oude Joodse begraafplaats in Berditsjev, de geboortestad van Grossman (foto: Wikipedia).

Dat lot wordt door Grossman zelf toegelicht in zijn brief die hij in 1962 aan Nikita Chroestjtsjov heeft gericht. De brief staat als bijlage afgedrukt in ‘Leven en lot’, (Uitgeverij Balans, twaalfde druk 2021, vertaald door Froukje Slofstra).

Hierin vraagt Grossman opnieuw om het boek waaraan hij tien jaar had gewerkt toch nog – zoals ‘een gevangene’ – ‘vrij te laten’. Vasili heeft de publicatie ervan nooit mogen meemaken.

Het mag een wonder heten dat er nog twee originele manuscripten werden ontdekt. De eerste complete Russische editie verscheen pas in 1989 na de val van de Berlijnse Muur.

We laten de brief meelezen en beschouwen het als een steun in de rug van alle onafhankelijke journalisten die de waarheid en de werkelijkheid geen geweld willen aandoen en moeten knokken tegen de leugens om – ondanks censuur – ‘la condition humaine’ in al haar facetten te beschrijven of te tonen.

Grossman als oorlogsjournalist
Grossman als oorlogsjournalist toen hij als ‘vrijwilliger’ met het Rode Leger meetrok in de grote ‘Vaderlandse Oorlog’ (1941-1945) (foto: Wikipedia).

We citeren hierbij ook Dirk Dewachter, die – in navolging van Roger Burggraeve – naar eigen zeggen de ‘ambassadeur wil zijn van Grossmans visie’:

“Ik ben maar een amateurfilosoof en Grossmans personages vertellen ook zaken die mijn kennis overstijgen, maar het idee dat het grote, metafysische goede niet bestaat en het concept van het kleine goede, dat ook de Franse filosoof Emmanuel Levinas wellicht aan Grossman ontleende, zijn dingen die ik vaak gebruik in mijn beschouwingen over mijn werk als psychiater.”

In zijn cursus psychotherapie moeten zijn studenten dit boek lezen, “omdat ik geloof dat een roman dichter bij de subjectieve werkelijkheid, de psychologische waarachtigheid of de authenticiteit van de mens komt dan een wetenschappelijk ­traktaat over psychologie, psychiatrie of zelfs filosofie.” (DS, 8 jan.2022)

Marc Colpaert

Hieronder volgt Grossmans brief.



Aan de eerste secretaris van het Centraal Comité van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie: Nikita Sergejevitsj Chroesjtsjov

Beste Nikita Sergejevitsj!

In oktober 1960 heb ik het manuscript van mijn roman Leven en lot ingeleverd bij de redactie van het tijdschrift Znamja. Ongeveer tegelijkertijd heeft ook de hoofdredacteur van het tijdschrift Novyi mir, A.T. Tvardovski, kennisgenomen van het boek.

Half februari 1961 hebben medewerkers van het Comité van Staatsveiligheid na vertoon van een huiszoekingsbevel de nog bij mij aanwezige exemplaren en kladversies van het manuscript van Leven en lot in beslag genomen. Ook de exemplaren die zich bij de redacties van Znamja en Novyj mir bevonden, werden geconfisqueerd.

Zo eindigde mijn samenwerking met deze redacties die mijn werk geregeld hebben geplaatst, op het moment dat ik hun het resultaat van mijn werk van de afgelopen tien jaar voorlegde.

Na de beslagname van mijn manuscript heb ik me tot kameraad D.A. Polikarpov van het Centraal Comité van de CPSU gewend. Hij veroordeelde mijn werk scherp en raadde me aan om erover na te denken, de onjuiste, schadelijke strekking van mijn boek te erkennen en me per brief tot het Centraal Comité van de CPSU te wenden.

Sindsdien is er een jaar voorbijgegaan. Ik heb onophoudelijk gedacht aan de ramp die zich in mijn schrijversbestaan heeft voltrokken, en aan het tragische lot van mijn boek.

Ik wil u zonder omwegen deelgenoot maken van mijn gedachten.

Ten eerste moet ik het volgende zeggen: ik ben niet tot de conclusie gekomen dat mijn boek leugens bevat. Ik heb geschreven wat ik als de waarheid beschouwde en nog steeds beschouw, en ik heb alleen beschreven wat ik doordacht, doorvoeld en doorstaan heb.

Mijn boek is geen politiek boek. Ik heb, voor zover mijn beperkte capaciteiten dat toelieten, over mensen gesproken, over hun verdriet, hun vreugde, hun dwalingen en hun dood; ik heb geschreven over liefde voor mensen en medelijden met mensen.

Er komen bittere, trieste bladzijden voor in mijn boek, die gaan over ons recente verleden en de gebeurtenissen van de oorlog. Misschien is het moeilijk die bladzijden te lezen. Geloof me, het was ook moeilijk ze te schrijven. Maar ik kon niet anders.

Ik ben aan dit boek begonnen voor het 20ste partijcongres, toen Stalin nog leefde. In die tijd leek er geen sprankje hoop te zijn op publicatie ervan. En toch heb ik het geschreven.

Uw toespraak op het 20ste partijcongres heeft me vertrouwen gegeven. Want de gedachten van een schrijver, zijn gevoelens en zijn pijn maken deel uit van de gemeenschappelijke gedachten, de gemeenschappelijke pijn en de gemeenschappelijke waarheid.

Toen ik mijn manuscript inleverde bij de redactie ging ik ervan uit dat er discussies zouden volgen tussen auteur en redacteur, dat de redacteur zou staan op het schrappen van een paar bladzijden, misschien hoofdstukken.

Kozjevnikov, de redacteur van Znamja, en de leiders van de Schrijversbond, Markov en Sjtsjipatsjov, verklaarden na lezing van het manuscript dat het boek schadelijk was en niet gedrukt kon worden. Maar onwaarachtig hebben ze het niet genoemd. Een van de kameraden zei: “Zo was het of zo had het kunnen zijn, de mensen zijn beschreven zoals ze waren of hadden kunnen zijn”. Een ander zei: “Toch kan het boek pas over 250 jaar gepubliceerd worden”.

Uw toespraak op het 22ste partijcongres heeft een krachtig nieuw licht geworpen op de tragische vergissingen die onder Stalins heerschappij in ons land zijn gemaakt en me gesterkt in de overtuiging dat Leven en lot niet in tegenspraak is met de waarheid die u hebt gesproken, dat de waarheid vandaag al in ons bezit is, en geen 250 jaar kan wachten.

Des te pijnlijker is het dat mijn boek in beslag genomen is. Al een jaar lang denk ik onophoudelijk aan zijn tragische lot en zoek ik een verklaring voor het gebeurde. Was het vanwege het subjectieve karakter van mijn boek?

Maar alle literaire werken dragen een persoonlijk, subjectief stempel, als ze niet door een ongeïnspireerde broodschrijver zijn geschreven. Een boek van de hand van een schrijver is geen directe illustratie van de opvattingen van politieke of revolutionaire leiders. Of het nu aan die opvattingen refereert, erbij aansluit of erop sommige punten mee in strijd is, een boek is altijd onvermijdelijk een uitdrukking van de innerlijke wereld van een schrijver, van zijn gevoelens en van beelden die hem dierbaar zijn. Het kan niet anders dan subjectief zijn. Zo is het altijd geweest. Literatuur is geen echo, ze spreekt op haar eigen manier over het leven en de tragedies van het leven.

De huidige synagoge in Berditsjev
De huidige synagoge in Berditsjev, de geboortestad van Grossman (foto: Wikipedia).

Toergenjev heeft veelvuldig getuigd van de liefde van Russen voor de waarheid, de vrijheid en het goede. Maar Toergenjev was zeker geen illustrator van de ideeën van de democratische leiders; hij beschreef de Russische samenleving op zijn eigen, unieke manier. En hetzelfde geldt voor Dostojevski, Tolstoj en Tsjechov, die het goede en het slechte, de vreugde, het verdriet, de schoonheid en de verschrikkingen van het Russische leven ondervonden en beschreven.

De werken van Tolstoj of Tsjechov vormen geen illustratie bij de opvattingen van degenen aan het hoofd van de Russische revolutionaire beweging; ze polijstten hun eigen spiegel van het Russische leven, en die spiegel verschilde van die van de politieke leiders van de revolutie. Maar noch Herzen, noch Tsjernysjevski, noch Plechanov, noch Lenin keerde zich om die reden tegen de Russische schrijvers, ze zagen hen als bondgenoten, niet als vijanden.

Ik weet dat mijn boek onvolmaakt is en dat het zich niet kan meten met de werken van de grote schrijvers van het verleden. Maar het gaat hier niet om mijn gebrek aan talent. Het gaat om het recht de waarheid te schrijven, een waarheid die in de loop van lange, moeilijke levensjaren is gerijpt.

Waarom is mijn boek – dat misschien in zekere mate beantwoordt aan de innerlijke behoeften van de Sovjetburgers, dat geen leugens of laster bevat, maar waarheid, pijn en liefde voor mensen – dan verboden, waarom is het me met administratief geweld afgepakt en wordt het voor mij en de mensen verborgen gehouden als een misdadiger, een moordenaar?

Het is al een jaar geleden, en ik weet niet of mijn boek nog bestaat, of het wordt bewaard of misschien al is vernietigd of verbrand.

Als mijn boek een leugen is, laat dat dan verteld worden aan de mensen die het willen lezen. Als het laster is, laat dat dan gezegd worden. Laat de Sovjetburgers, de Sovjetlezers, voor wie ik al dertig jaar schrijf, oordelen over wat waarheid is en wat leugen in mijn boek.

Maar de lezer krijgt niet eens de kans over mij en mijn werk het strengst mogelijke oordeel te vellen, dat van het hart en het geweten. Aan dat oordeel heb ik me altijd willen onderwerpen.

En dat is nog niet alles: toen mijn boek werd afgewezen door de redactie van Znamja, kreeg ik de raad op vragen van lezers te antwoorden dat het manuscript nog niet af was en dat ik er nog lang aan zou werken. Met andere woorden: mij werd verzocht te liegen.

Erger nog: toen mijn manuscript in beslag genomen werd, vroeg men om mijn handtekening onder een verklaring dat ik strafrechtelijk zou vervolgd worden voor het openbaar maken van die inbeslagname.

Die methodes om alles wat er met mijn boek is gebeurd geheim te houden, zijn niet die van de strijd tegen leugens en laster. Zo wordt de leugen niet bestreden. Zo bestrijdt men de waarheid.

Wat gebeurt hier? Hoe valt dit te rijmen met de ideeën van het 22ste partijcongres?

Beste Nikita Sergejevitsj! Er wordt tegenwoordig in ons land vaak gezegd en geschreven dat we terugkeren naar Lenins democratische normen. In de harde jaren van de burgeroorlog, de bezetting, de economische ontwrichting en de honger heeft Lenin democratische normen opgesteld die gedurende het hele Stalin-tijdperk fantastisch en groots leken.

Straatgevechten in Stalingrad tijdens de Tweede Wereldoorlog
Straatgevechten in Stalingrad tijdens de Tweede Wereldoorlog (foto: Wikipedia).

Op het 22ste partijcongres hebt u de bloedige misdrijven en wreedheden begaan door Stalin onvoorwaardelijk veroordeeld. De kracht en de moed waarmee u dat deed geven alle reden om te denken dat de normen van onze democratie dezelfde groei zullen doormaken als de productienormen van staal, steenkool en elektriciteit sinds de crisis ten tijde van de burgeroorlog. De wasdom van de democratie en de vrijheid vormt tenslotte het wezen van de nieuwe menselijke maatschappij, meer nog dan de groei van de productie en de consumptie. Zonder de voortdurende ontwikkeling van de normen van vrijheid en democratie lijkt de nieuwe maatschappij me ondenkbaar.

Hoe is het mogelijk dat een schrijver in onze tijd aan een huiszoeking wordt onderworpen, dat hij wordt beroofd van zijn boek – dat, hoe onvolkomen ook, uit de grond van zijn hart komt en is geschreven in naam van de waarheid en de liefde voor mensen – en dat hij met de gevangenis wordt bedreigd als hij over zijn ongeluk spreekt?

Ik ben ervan overtuigd dat de strengste en meest onverzoenlijke aanklagers van mijn boek hun mening na het 22ste partijcongres op veel punten moeten herzien, en moeten erkennen dat de voornaamste bezwaren die ze een jaar of anderhalf jaar geleden tegen mijn manuscript inbrachten onhoudbaar zijn.

Ik verzoek u mijn boek in vrijheid te stellen. Ik verzoek om de discussie over mijn manuscript met redacteuren te mogen voeren, en niet met medewerkers van de KGB.

Mijn huidige situatie, mijn fysieke vrijheid is zinloos en onwaarachtig, als het boek waaraan ik mijn leven heb gegeven zich in gevangenschap bevindt. Ik heb het tenslotte geschreven; ik heb er geen afstand van genomen, en dat zal ik ook niet doen. Het is nu twaalf jaar geleden dat ik aan dit boek begon te werken. Ik geloof nog steeds dat ik de waarheid heb geschreven, uit liefde en medelijden, omdat ik in mensen geloof. Ik verzoek u mijn boek de vrijheid te geven.

Met de meeste hoogachting,

V. Grossman

Begovaja-straat I –a, gebouw 31, app. I

Tel.D-3-00-80, toestel 16.

(Uit ‘Leven en lot’, Uitgeverij Balans, twaalfde druk 2021, uit het Russisch vertaald door en met een nawoord van Froukje Slofstra, p. 953-957)


Lees verder (inhoud mei 2022)


Dit vind je misschien ook leuk...