‘Stop bullying’, maar taboe op homofobie blijft groot probleem!
Benoît Standaert verblijft momenteel in een benedictijnse abdij op het eiland Trinidad (Trinidad en Tobago) en schrijft over de ‘microkosmos’ Trinidad, die hinder ondervindt van de ‘uitwassen’ bij de buren.
Ik verblijf aan de andere kant van de wereld stil, wakend en psalmodiërend, en ten beste sprekend, wereldwijd.
Het eiland Trinidad is een microkosmos met op sommige vlakken voorbeeldige houdingen (bijvoorbeeld interreligieuze dialoog), maar op andere ogenblikken behoorlijk gewelddadig. Er valt te vrezen en er valt ook te hopen.
De politiek is teer, zeer afhankelijk van de VS (en de grote onzekerheid die heerst na de verkiezingen) en gedeeltelijk onder invloed van de Zuid-Amerikaanse buren (Venezuela, Colombia en Brazilië).
De mentaliteit van de plaatselijke bevolking richt zich spontaan naar het Noorden (ook kerkelijk), maar de verwarring in het Zuiden brengt een toevloed van vluchtelingen die amper te controleren is.
In de lokale kranten verscheen er de voorbije weken berichtgeving om bang voor te zijn: er wordt makkelijk gemoord op het eiland. Er zijn zelfs georganiseerde gangs actief tot in de scholen. ‘Negen gangs in één school’ was de titel van een krantenartikel enkele dagen geleden. Bijna elke dag vind je op de eerste pagina de melding van een crimineel feit met vaak dodelijke afloop.
De regering en de politie zeggen dat ze hun uiterste best doen om de criminaliteit een halt toe te roepen. Maar in 13 procent van de gevallen worden de daders niet geïdentificeerd en blijven ze op straat rondzwerven.
Als er getuigen zijn, durven die niets te zeggen en werken ze daarom weinig mee aan het onderzoek. Drugs spelen een rol, in combinatie met een zwarte markt van zware wapens. De meeste drugs en wapens komen uit de buurlanden Colombia en Venezuela. De drugstrafiek zou zich zelfs uitstrekken tot in het zuiden van de VS. Trinidad is hierin een makkelijke tussenschakel.
Bullying
Een ander veel voorkomend onderwerp de afgelopen maanden gaat erover hoe Trinidad wilde afrekeningen onder jongerenbendes zou kunnen bestrijden. De term die hier vaak wordt gebruikt, is ‘bullying’, een vorm van tirannie, van pesten. In die omstandigheden pleegde een jongen van vijftien, Jayden Lalchan, begin oktober zelfmoord. Het hele eiland was in rep en roer.
Maar het echte taboe, waarover politieke en religieuze instellingen in dit geval niet durfden te spreken, was homofobie. De moeder herinnerde zich dat haar zoon als homo werd bestempeld. De homofobie had zich verspreid onder zijn medeleerlingen en vrienden. Ze hadden hem buitengesloten, vervolgd, en hij koos ervoor te sterven in de plaats van nog langer dit pestgedrag op school te verdragen. Een mooie foto van hem stond in alle kranten.
Op 13 oktober 2024 schreef een auteur – dichter en filosoof – dat de reden voor deze tirannie en pesterij bij meer dan een kwart van de gevallen (28 procent om precies te zijn) over homofobie gaat. De homofobie heerst en wordt gevoed door de traditionele religieuze vooroordelen.
De paradox is wel: de drie belangrijkste godsdiensten hebben hier op het eiland geleerd elkaar te verdragen en dat gebeurt vrij voorbeeldig: hindoes, moslims en christenen (25 procent is katholiek, daarnaast anglicanen, presbyterianen en evangelische en charismatische denominaties allerhande). Maar hun onderlinge banden worden nu versterkt in die gemeenzame homofobe strekking die echter bij hindoes niet traditioneel is.
Homofobie is heel zeker gekend bij moslims en leeft ook bij katholieken die voor meer dan 90 procent van Afrikaanse afkomst zijn! Op school spreken kinderen de taal en het gedachtegoed van hun ouders met alle gevolgen van dien. Hindoes hebben echter hun eigen scholen, ook open voor christenen en moslims. Daar zal minder te vrezen zijn.
Een hindoe-auteur, professor Anantanand Rambachan (co-voorzitter van Religions for Peace), schreef dat alle religieuze leiders de moed zouden moeten hebben om dit geweld tegen homo’s te veroordelen. Het volstaat niet om alleen maar over uitsluiting te reflecteren. “We moeten allemaal aan religieuze inclusie doen”, schreef hij. Hij sprak als scholar van de oudste hindoeïstische traditie (van vóór de Britse tijd) die altijd respect heeft getoond voor de verschillen, zonder wie ook a priori uit te sluiten.
Er is veel werk aan de winkel, zowel voor de scholen als voor de samenleving, te beginnen met het godsdienstonderwijs. De islamitische, hindoeïstische en christelijke leiders worden opgeroepen om het over dit onderwerp eens te worden. Anders lopen jongeren het risico opnieuw te worden uitgesloten om dezelfde reden en de dood boven het leven te kiezen als enige oplossing voor hun existentiële tragiek.
Trinidad is eigenlijk een toonbeeld van een respectvolle dialoog tussen verschillende godsdiensten, maar over de kwestie van homofobie moet er worden gezocht naar een gezamenlijk standpunt waaruit respect blijkt voor de andere in zijn anders zijn.
Benoît Standaert
We publiceren hier het artikel van Anantanand Rambachan, ‘Religious leaders must promote inclusivity‘ (verschenen in Daily Express, 10 October 2024).
I am currently on a short visit to Trinidad, the beautiful island of my birth
“A major news item in recent days focused on the death by suicide of a precious and beloved St Stephen’s College student, 15-year-old Jayden Lalchan. It is sad that in spite of numerous reports by Jayden’s parents to the school authorities, no effective action to prevent his bullying was implemented. Jayden was driven to end his short life. Such suffering is difficult to imagine.
In a recent interview with TV6News, Jayden’s mother spoke painfully of the loss of her son and the history of his bullying in school. She spoke of the fact that her son was identified as being gay and that this was the source of the relentless harassment that led him to choose death by suicide.
In public vigils and protests, there is much silence about this fact. Jayden’s bullying is highlighted, but not the fact, as his grieving mother said, that he was perceived as gay.
We must be ready to admit that fellow students who denigrated and harassed Jayden did so because he was perceived to be different. In doing so, these students reflected a homophobia that is deeply ingrained and widespread in the culture of the Caribbean and manifested in stereotypes, hate, ignorance, innuendos and intolerance.
The homophobia of Jayden’s friends is learned behaviour transmitted culturally across generations. We will not effectively address this form of bullying unless we are willing to acknowledge this fact and assume wider social and cultural responsibility.
Sadly, such homophobia finds support and justification in the interpretations of religious texts in many of our religious traditions. There is also a reluctance to assume responsibility for violence that is associated with homophobia.
There is no hope of ending homophobia and the bullying of gay children unless our religious leaders are willing to be self-critical and to own the ways in which these interpretations of teachings create conditions for violence. We need more than sanctimonious condemnation of bullying.
Speaking as a Hindu scholar, teacher and practitioner, I want to say unequivocally that homophobia, characterized by fear hate and denigration of gay persons, finds no justification in the Hindu tradition and contravenes its most fundamental teachings and values.
The Hindu tradition is one of the earliest, and perhaps the earliest, to recognize that human sexual orientation is diverse. I do not deny, however, that there is homophobia among Hindus. I strongly believe that such attitudes have their roots in British colonial values and not in the core spiritual teachings of the Hindu tradition.
Let us use the moral authority of our religious leadership to speak, without ambiguity, against homophobia. Let us together speak and act for inclusive communities where our fellow human beings are not subject to dehumanisation and violence for their gender identities. If we do not act now, I am afraid that many more young men and women may choose death over life.
May God grant strength to Jayden’s parents and family, and may God open our hearts in love for all of God’s children”.
Anantanand Rambachan, professor emeritus of religion, co-president Religions for Peace.
Lees verder (inhoud november 2024)