De Europese Unie en de oorlog in de DRC: een nooit geziene onverschilligheid

De inname van Goma (Noord-Kivu) eind januari (en inmiddels ook Bukavu, Zuid-Kivu, midden februari) door de M23-rebellen en het Rwandese leger markeert een keerpunt in het al decennialang aanslepende conflict in het oosten van Congo. Ondanks enkele krachtige verklaringen blijft de Europese Unie grotendeels passief en steunt ze indirect Rwanda via economische akkoorden. De onmiskenbare fouten die door de Congolese regering zijn gemaakt, rechtvaardigen geenszins dat het Rwandese geweld nog wordt aangemoedigd. Het beleid van de EU, dat blijkbaar losstaat van elke realiteit, zou een gewelddadige kettingreactie kunnen uitlokken die de hele regio treft. Een analyse door Congo-experts Erik Kennes en Kristof Titeca.

De inname van Goma door de M23-rebellen en het Rwandese nationale leger is een keerpunt in het conflict in het oosten van Congo. Toen in 2012 de M23-rebellen de stad een eerste keer innamen, liet een krachtig antwoord van de internationale gemeenschap niet lang op zich wachten. De Rwandese president Kagame werd gesommeerd om zijn troepen uit Goma terug te trekken.

Op dit moment is de realiteit heel anders: er komen krachtige politieke verklaringen van alle internationale hoofdrolspelers, maar geen sancties tegen Rwanda. Tot nu toe kwamen de krachtigste reacties van Duitsland (dat zijn ontwikkelingssamenwerking voorlopig opschort) en het Verenigd Koninkrijk, dat dreigt zijn bilaterale steun aan Rwanda op te schorten. Radiostilte bij de andere landen.

Dit keer lijkt de Europese Unie zich tot de rol van waarnemer te beperken. En vertoont ze een schuldige blindheid voor de reële ontwikkelingen ter plaatse. Deze onverschilligheid dreigt te leiden tot een situatie die ze niet meer in de hand heeft. Het valt immers niet te ontkennen dat de EU-steun aan Rwanda, ook op andere gebieden, een indirecte aanmoediging is voor de Rwandese leiders om hun militaire operaties in Congo voort te zetten.

De strategisch erg belangrijke luchthaven van de miljoenenstad Goma (Noord-Kivu) is sinds de verovering door de M23-rebellen, eind januari, nog altijd gesloten (foto: Ministère des Transports, RDC, via Radio Okapi).
De strategisch erg belangrijke luchthaven van de miljoenenstad Goma (Noord-Kivu) is sinds de verovering door de M23-rebellen, eind januari, nog altijd gesloten (foto: Ministère des Transports, RDC, via Radio Okapi).

Zware steun

Sinds enkele jaren ondersteunt de Europese Unie de militaire operaties van het Rwandese leger in het noorden van Mozambique in het kader van de European Peace Facility (EPF). Rwandese soldaten strijden er samen met Mozambikaanse troepen tegen islamistische bewegingen.

In november 2024 kende de EU voor de tweede keer in twee jaar tijd hiervoor een bedrag van 20 miljoen dollar toe aan Rwanda, ondanks felle kritiek (met name van België). Die kritiek werd vooral gerechtvaardigd door de onmogelijkheid om na te gaan of deze militaire hulp daadwerkelijk in Mozambique werd gebruikt in plaats van ingezet te worden bij de oorlog in het oosten van Congo.

Eind 2023 kondigde de Europese Unie ook een investering aan van 900 miljoen euro in Rwanda in volgende sectoren: gezondheidszorg, kritieke mineralen, voedingsindustrie, klimaatverandering en onderwijs. En nog eens 40 miljoen euro voor de lokale productie van vaccins.

In februari 2024 beloofde de Poolse president een militair samenwerkingsakkoord met Rwanda en Poolse militaire steun in het geval van een aanval.

Al deze overeenkomsten werden gesloten op een moment dat de steun van de Rwandese overheid aan de M23 al meer dan voldoende was gedocumenteerd en bewezen door een hele reeks rapporten van commissies van experts van de Verenigde Naties.

In dezelfde periode  – op 19 februari 2024  – werd zelfs een memorandum van samenwerkingsakkoord ondertekend tussen de Europese Unie en Rwanda voor een ‘strategisch partnerschap op het gebied van kritieke mineralen’. Dit akkoord (dat nog steeds niet is uitgevoerd) kan heel gemakkelijk gezien worden als een expliciete steun van Europa voor de plundering van Congolese mineralen door Rwanda.

M23-invloed op de mijngebieden in Noord-Kivu, toestand zoals eind januari 2025 (bron: IPIS Research, Antwerpen  - The displayed mines constitute a non-exhaustive list of those in eastern DRC, including only those visited by IPIS and its partners).
M23-invloed op de mijngebieden in Noord-Kivu, toestand zoals eind januari 2025 (bron: IPIS Research, Antwerpen  – The displayed mines constitute a non-exhaustive list of those in eastern DRC, including only those visited by IPIS and its partners).

Drie maanden na de ondertekening van het akkoord namen de M23-rebellen de Rubaya-mijn (in Noord-Kivu) in, die volgens sommige schattingen alleen al goed zou zijn voor bijna 20 procent van alle geproduceerde coltan ter wereld.

Waarom ondertekenden de Europese Unie en haar lidstaten diverse overeenkomsten met Rwanda terwijl er in buurland Congo een oorlog woedde die door Rwanda werd gesteund en waardoor al meer dan twee miljoen mensen ontheemd raakten?

Met zijn ambitie om het ‘Singapore van Afrika’ te worden, is Rwanda er altijd in geslaagd om de steun van een deel van de internationale donorgemeenschap te krijgen. En het moet gezegd, het kleine land kon inderdaad bogen op een reeks indrukwekkende resultaten op het gebied van ontwikkeling en gezondheidszorg.

Het goed uitgeruste Rwandese leger levert ook een aanzienlijk deel van de vredestroepen op het Afrikaanse continent in diverse conflictgebieden. Met name door troepen te leveren voor de beveiliging van grote gasexploitaties in de provincie Cabo Delgado in het noorden van Mozambique.

Al deze factoren, gekoppeld aan het ‘historische schuldcomplex’ dat werd veroorzaakt door het falen van de ‘internationale gemeenschap’ om effectief in te grijpen tijdens de genocide van 1994, hebben ertoe geleid dat EU-lidstaten en hoge Europese ambtenaren Rwanda en zijn president Paul Kagame onvoorwaardelijk zijn gaan steunen.

Dit verklaart ook waarom de hogergenoemde overeenkomsten met Rwanda werden ondertekend terwijl de bewijzen van Rwanda’s inmenging in de oorlog in Congo overduidelijk waren: een combinatie van de populariteit van het Rwandese ontwikkelingsmodel en het nastreven van zowel Rwandese nationale belangen als de grondstoffenbehoefte van de Europese Unie.

Frankrijk was bijvoorbeeld de drijvende kracht achter de 40 miljoen euro die aan het Rwandese leger in Mozambique werd gegeven. Het belangrijkste doel van deze operatie was immers om de investeringen van het Franse energiebedrijf TotalEnergies te beschermen. Dat zag zich gedwongen om een gasproject ter waarde van 20 miljard euro in Cabo Delgado stop te zetten vanwege de groeiende onveiligheid die door lokale islamistische bewegingen werd gecreëerd.

“La communauté internationale a pris conscience qu’il faut agir et faire pression pour s’assurer de l’arrêt des violences commises par le M23”, verklaarde de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Maxime Prévot (Les Engagés), na zijn ontmoeting op 25 februari 2025 met de Congolese premier Judith Suminwa (foto: Primature RDC, Kinshasa, via Radio Okapi).
“La communauté internationale a pris conscience qu’il faut agir et faire pression pour s’assurer de l’arrêt des violences commises par le M23”, verklaarde de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Maxime Prévot (Les Engagés), na zijn ontmoeting op 25 februari 2025 met de Congolese premier Judith Suminwa (foto: Primature RDC, Kinshasa, via Radio Okapi).

Europese dubbelzinnigheid en onverschilligheid

We hadden durven hopen dat de M23-inname van Goma de schok zou zijn die de Europese Unie eindelijk zou aanzetten tot een koerswijziging in haar Rwandabeleid. Maar ondanks prijzenswaardige Belgische diplomatieke inspanningen om pogingen te ondernemen om sancties op te leggen aan Rwanda, werden deze opnieuw geblokkeerd door Frankrijk: de nationale belangen gingen weer voor.

Europa lijkt blind te blijven voor een van de ernstigste schendingen van het internationaal recht vandaag in Centraal-Afrika. Dat wijst op een dubbele moraal als we de vergelijking maken met de houding van de EU tegenover de oorlogssituatie in Oekraïne.

De verschrikkelijke tragedie, de menselijke slachtingen en de miljoenen ontheemden, die al decennia aan de gang zijn in het oosten van Congo, hebben vooral onverschilligheid van Europa uitgelokt.

Ook de mogelijke gevolgen van een steeds meer antiwesterse houding in Centraal-Afrika worden grotendeels onderschat. De westerse staten worden er hoe langer hoe meer beschouwd als roofzuchtige neokoloniale staten, alleen uit op het veiligstellen van hun eigenbelang. Het zou evenwel een grote vergissing zijn om deze perceptie  – zoals gebeurde op het einde van de koloniale tijd  – te herleiden tot een verderfelijke externe invloed, zoals die momenteel van Rusland uitgaat.

Het is niet onmogelijk dat de huidige volkswoede in Congo, die zeker verder gaat dan de manipulatie door de milities van de UDPS (nvdr: de partij van president Félix Tshisekedi die probeert het Congolese nationalisme op te poken tegen de Rwandese agressie), leidt tot de opkomst van geradicaliseerde lokale leiders naar het voorbeeld van wat in West-Afrika is gebeurd.

Dit zou kunnen leiden tot een andere houding ten opzichte van de verkoop van kritieke mineralen zoals kobalt en koper.

We moeten ons dringend bewust zijn van de mogelijke gevolgen op langere termijn van de huidige ontwikkelingen in de regio van de Afrikaanse Grote Meren.

Het aanvechten van de koloniale grenzen, zoals die in 1963 door de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (nu: Afrikaanse Unie) zijn vastgesteld, wat de Rwandese president al herhaaldelijk heeft verklaard, kan als voorbeeld dienen voor een eindeloze reeks soortgelijke conflicten op het hele Afrikaanse continent.

De grove fouten van het Congolese presidentschap zijn geenszins een excuus om de moorddadige militaire operaties van Rwanda door de vingers te zien, laat staan aan te moedigen.

Als de Europese Unie doorgaat met haar beleid, dat los lijkt te staan van de realiteit, valt te vrezen dat de reactie vroeg of laat gewelddadig zal zijn. Vooral omdat de Europese Unie in strijd handelt met al haar grondbeginselen.

Erik Kennes, medewerker Afrika Programma aan het Egmont Instituut, Brussel

Kristof Titeca, professor aan de Universiteit Antwerpen, Instituut voor Ontwikkelingsbeleid

Dit opiniestuk van Erik Kennes (Egmont Instituut) en Kristof Titeca (UAntwerpen) werd oorspronkelijk in het Frans gepubliceerd op de website van de krant Le Soir onder de rubriek ‘Carte Blanche’ op 3 februari 2025: https://www.lesoir.be/652776/article/2025-02-03/lunion-europeenne-et-la-guerre-en-rdc-ni-vu-ni-connu

(uit het Frans vertaald door Jan Van Criekinge)

Lees ook:


Lees verder (inhoud februari 2025)


Dit vind je misschien ook leuk...