Waarom Afrikaanse landen zich liever niet bemoeien met de oorlog van Rusland

De verontwaardiging over de Russische inval in Oekraïne is niet overal even groot: in Afrika ziet het plaatje er anders uit. “We voelen ons als Afrikanen helemaal niet betrokken bij dit conflict.” Of biedt de inval Afrikaanse landen toch een nieuwe gelegenheid om zich af te zetten tegen westerse inmenging en bemoeienis? Een analyse door Kris Berwouts.

Staak de militaire operaties in Oekraïne onmiddellijk: dat was begin maart de vraag van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, vastgelegd in een nieuwe, pas goedgekeurde resolutie. Een overgrote meerderheid van de VN-lidstaten, 141 van de 193, steunde de resolutie. Een kleine minderheid niet: 5 landen stemden tegen, 35 onthielden zich en 12 hebben gewoon helemaal niet gestemd.

Die verhoudingen lagen helemaal anders wanneer je enkel kijkt naar de 54 Afrikaanse VN-lidstaten. 28 van hen, net iets meer dan de helft dus, stemden vóór de resolutie. Van de in totaal 35 onthoudingen kwam bijna de helft van een Afrikaans land (16), van de 12 niet-stemmende landen waren er 9 Afrikaans. Eritrea stemde als enig Afrikaans land tegen.

Aan de andere kant: de Afrikaanse Unie (AU) veroordeelde de Russische inval wél expliciet. Zuid-Afrikaans president Cyril Ramaphosa en zijn Senegalese ambtgenoot Macky Sall, die sinds kort ook voorzitter is van de AU, zoeken actief een rol als bemiddelaar.

Wat gebeurt er precies in Afrika? Wordt het stemgedrag van de Afrikaanse VN-lidstaten gedragen door een antiwesterse houding? Is de Russische invloed op het continent intussen groter dan we dachten? Zijn de schaarse prille Afrikaanse democratieën nu al op hun retour?

Poetin in Afrika

Afrika is hot. Vanuit verschillende hoeken proberen landen strategische posities in te nemen op het continent. Grondstoffen zijn daarbij belangrijk, maar ook de demografie: Afrika is nu al, met zijn 1,3 miljard inwoners, de derde grootste markt ter wereld, net na China en India.

Daarbij spelen een ideale ligging, op het kruispunt van Azië en Europa, en de belofte van een aantal opkomende landen, waarvan in de nabije toekomst verwacht wordt dat ze een economische hoofdrol gaan opeisen.

De Russische president Poetin ontvangt 43 Afrikaanse staatshoofden
De Russische president Poetin ontvangt 43 Afrikaanse staatshoofden tijdens een Russisch-Afrikaanse topconferentie in Sotsji op 24 oktober 2019 (foto: Sergey Chirikov).

Niemand wil het missen. De oude koloniale machten laten zich niet wegdrummen en nieuwe spelers melden zich. De Verenigde Staten verhoogden hun aanwezigheid in Afrika in de periode van de dekolonisaties. China kwam begin deze eeuw binnen, toen het meer grondstoffen nodig had om zijn pasverworven status van economische grootmacht te bestendigen.

En vandaag steken nog meer landen een voet tussen de deur: onder meer India, Turkije, Israël, Brazilië, en ook Rusland. Op dit moment heeft Rusland 40 ambassades in Afrika. Enkel China (52 ambassades), de Verenigde Staten (48) en Frankrijk (47) doen beter.

Nadat Rusland in 2014 de Krim annexeerde, raakte het internationaal geïsoleerd. Om die isolatie te doorbreken, ging het land actief op zoek naar invloed en bondgenoten in Afrika. In oktober 2019 ontving de Russische president Vladimir Poetin 43 Afrikaanse staatshoofden op een Russisch-Afrikaanse top in Sotsji. Hij beloofde schulden kwijt te schelden en de handel te verdubbelen tijdens de daaropvolgende vijf jaar.

Rusland probeert ook een tegengewicht uit te bouwen voor de militaire eenheid van de Verenigde Staten in Afrika, de United States Africa Command of kortweg Africom. De VS planten een netwerk van legerbases neer op het continent met het oog op controle en, indien nodig, snelle interventie.

Ook Rusland probeert te garanderen dat het toegang heeft tot havens en marinebases. Zo kan het eventuele militaire operaties ondersteunen in de Rode Zee, die Oost-Afrika en Azië scheidt, en de Middellandse Zee, die grenst aan de Noord-Afrikaanse landen.

Daarom hangt het Afrikabeleid van Rusland samen met zijn Midden-Oostenbeleid, met een belangrijke rol voor bijvoorbeeld Syrië. Strategische plaatsen voor Rusland zijn de havens van Berbera (Somaliland), Massawa en Assab (Eritrea), Port Sudan (Soedan) en diverse maritieme faciliteiten in Libië.

Andere Russische prioriteiten zijn het Suezkanaal, de oostelijke Middellandse Zee en de Straat van Bab el Mandeb, die de Rode Zee met de Golf van Aden verbindt. Daarnaast probeert Rusland in zuidelijk Afrika voet aan grond te krijgen in Mozambikaanse havens. Het heeft ook gezamenlijke marineoefeningen gehouden met Zuid-Afrika.

Wapens en fake news

De Russische zoektocht naar invloed en bondgenoten in Afrika speelt zich vooral af op dat militaire domein. Rusland heeft weinig ambitie getoond om op economisch vlak een belangrijke economische partner te worden. De jaarlijkse omzet van Russische bedrijven in Afrika is volgens het Africa Center for Strategic Studies ongeveer 20 miljard dollar, iets minder dan een tiende van zowel de Chinese als de Europese omzet.

Maar op de Afrikaanse veiligheidsmarkt werd Rusland wél een belangrijke speler. Wapenhandel is daarbij van het grootste belang. Volgens het Internationaal Instituut voor Vredesonderzoek van Stockholm (SIPRI) was Rusland van 2016 tot 2020 de tweede grootste wapenexporteur ter wereld, na de VS. Het tekende in die periode voor dertig procent van alle wapens die verkocht werden aan Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara.

Het SIPRI schat ook dat in die vier jaar 18 procent van Ruslands totale wapenexport naar Afrikaanse landen ging. De belangrijkste Afrikaanse afnemers van Russische wapens zijn Algerije, Angola, Egypte, Marokko, Nigeria, Soedan, Senegal en Zambia.

kaartje Afrikaanse landen waar Russische huurlingen actief waren
Afrikaanse landen waar Russische huurlingen actief waren tussen 2016 en 2021 (bron: CSIS).

Russische wapens hebben een goede reputatie op het continent: ze worden gezien als betaalbaar, gemakkelijk te onderhouden en betrouwbaar. Afrikaanse klanten lijken steeds meer geïnteresseerd in gevechtsvliegtuigen, helikopters, tanks en luchtverdedigingssystemen. Dat Rusland daarbij geen kritische vragen stelt over mensenrechten, is geen detail.

Rusland heeft in de afgelopen jaren een twintigtal militaire overeenkomsten ondertekend met Afrikaanse partners, aanzienlijk meer dan in het decennium voor de top in Sotsji. Die overeenkomsten betreffen de samenwerking op het vlak van veiligheid. In 2021 bijvoorbeeld werden nog zulke akkoorden afgesloten met Nigeria en Ethiopië, Afrika’s twee dichtstbevolkte landen, die allebei ambities koesteren voor leiderschap in hun regio.

Een steunbetoging voor Rusland in Bangui
Een steunbetoging voor Rusland in Bangui, de hoofdstad van de Centraal-Afrikaanse Republiek, begin maart 2022. De Wagner Group speelt er al enkele jaren een actieve rol in de burgeroorlog aan de zijde van president Touadéra (foto: Jeune Afrique).

Een belangrijk, intussen bijna mythisch instrument voor de uitvoering van Ruslands Afrikabeleid is de paramilitaire Wagner Group. Officieel is dat een privébedrijf dat onafhankelijk van de overheid opereert. De groep stuurt huurlingen naar conflictgebieden overal in de wereld. Die worden dan ingezet in gevechtssituaties, maar ook bij het beschermen van mijnbelangen, onder meer in Madagaskar en de Centraal-Afrikaanse Republiek.

De Wagner Group zou over zo’n 6000 manschappen beschikken. De meeste daarvan zijn Russische veteranen, maar in een aantal landen werden bijvoorbeeld ook Syriërs gesignaleerd.

De Russische overheid en de Wagner Group verklaren allebei niets met elkaar te maken te hebben, maar alles wijst erop dat er nauw samengewerkt wordt, bijvoorbeeld met de Russische militaire inlichtingendienst GRU.

Eind maart was de Wagner Group volgens Human Rights Watch onder meer betrokken bij slachtpartijen in het Malinese stadje Moura. Daar helpt Wagner de regering, die aan de macht kwam na een staatsgreep, in de strijd tegen het jihadisme. Tussen 27 en 31 maart werden 300 burgers zonder enige vorm van proces geëxecuteerd.

Een door de militaire junta van Mali ondersteunde sympathiebetoging voor Rusland
Een door de militaire junta van Mali ondersteunde sympathiebetoging voor Rusland in de hoofdstad Bamako op 22 september 2020. Steeds meer Malinezen vertrouwen op Russische militaire samenwerking in de strijd tegen de jihadistische terreuraanslagen na de ontgoocheling over negen jaar Franse en internationale militaire aanwezigheid die bijzonder weinig heeft opgeleverd (foto: SIPA).

De laatste jaren heeft Rusland ook zwaar geïnvesteerd in desinformatiecampagnes in Afrika. Volgens het Africa Center for Strategic Studies zijn er minstens zestien operaties geweest van wat de Russische overheid zelf ‘dubbelzinnige oorlogsvoering’ noemt. Daarbij wakkert ze binnen een bepaald land bewust grieven en verdeeldheid aan.

Het doel is vaak niet zozeer om te overtuigen, maar om de burgers in verwarring te brengen en ontgoocheling of apathie in de hand te werken. Zo werden fakenewscampagnes geïdentificeerd in alle landen waar de Wagner Group actief is. Die aanpak verschilt weinig van de manier waarop Rusland in 2016 de kandidatuur van president Trump steunde in de Verenigde Staten. Facebook, Twitter en TikTok worden hierbij ingezet als belangrijk wapen in de desinformatiestrijd.

Antiwesters stemgedrag?

Dat beduidend minder Afrikaanse landen de VN-resolutie tegen de Russische inval steunde, heeft verschillende redenen. Eén daarvan is dat veel Afrikaanse landen erg sceptisch staan tegenover de NAVO en bij uitbreiding tegenover het Westen. Politieke opinie en pers verschillende Afrikaanse landen vinden de traditionele westerse bondgenoten in toenemende mate hypocriet.

Het Westen bekommert zich vanuit Afrikaans perspectief vooral om de eigen economie en bevolking. Westerse landen verwijzen constant naar democratische waarden en mensenrechten, maar handelen alleen als de eigen economische belangen of de liberale agenda op het spel staat.

Vooral de manier waarop het Westen zich in 2011 ontdaan heeft van de Libische president Moeammar al-Khaddafi heeft veel Afrikanen geschokt. De NAVO, onder leiding van Frankrijk, bombardeerde doelwitten in Libië, en Khaddafi werd vermoord.

Die acties hebben niet alleen het land maar de hele regio gedestabiliseerd. Min of meer hetzelfde kan worden gezegd over de val van Sadam Hoessein. Veel westerse landen hebben met hun inmenging veel moreel krediet verloren, en dat wordt weerspiegeld in het stemgedrag.

Voor veel landen in Afrika haalt de huidige confrontatie tussen Rusland en het Westen slechte herinneringen aan de Koude Oorlog naar boven. Die heeft de eerste dertig jaar van de onafhankelijkheid zwaar gekleurd. Afrika was in die jaren niet meer dan een pion op het schaakbord van de Koude Oorlog. De twee machtsblokken bekampten elkaar via derde landen, soms op de meest cynische manier.

De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie bekampten elkaar bijvoorbeeld via het Somalisch-Ethiopisch conflict, en de manier waarop tartte alle verbeelding. De VS steunden Ethiopië, de Sovjet-Unie Somalië. Toen marxistische militairen de Ethiopische keizer Haile Selassie afzetten, veranderden de grootmachten gewoon van kamp.

Verschillende oorlogen en burgeroorlogen waren het gevolg van die verdeling in machtsblokken, met een zware tol aan mensenlevens, door een conflict waar Afrika in principe niets mee te maken had. Niet met het Westen meestemmen is een stellige weigering om weer mee te stappen in de bipolaire logica waarin de oorlog van Rusland de wereld duwt.

De Beweging van Niet-Gebonden Landen (NAM) bestaat sinds 1961
De Beweging van Niet-Gebonden Landen (NAM) bestaat sinds 1961 en groepeerde in de Koude Oorlog ‘derdewereldlanden’ die zich niet bij een van de twee dominante machtsblokken wilden aansluiten, vooral in Afrika en Azië (bron: Wikipedia).

De zestien onthoudingen en negen landen die niet deelnamen aan de stemming zijn minstens deels te verklaren als een uitdrukking van de wens om neutraal te blijven.

Afrika voelt zich goed bij de multipolaire wereld van sinds de eeuwwisseling, en voelt zich comfortabel met diverse gesprekspartners. De oorlog in Oekraïne zou wel eens een aanzet kunnen zijn om de Beweging van Niet-Gebonden Landen nieuw leven in te blazen, zo suggereren analisten, journalisten en denktanks. Dat was de alliantie waarmee landen uit vooral het Globale Zuiden tijdens de Koude Oorlog probeerden om tussen de twee blokken door te laveren, met wisselend succes. De beweging werd nooit opgedoekt, maar leidt de laatste decennia een eerder sluimerend bestaan.

Voor een aantal landen speelden bij de stemming over de VN-resolutie vermoedelijk net het omgekeerde. Zij werden tijdens de Koude Oorlog gesteund door de Sovjet-Unie in hun gewapende strijd voor onafhankelijkheid. Blijkbaar blijft Poetins Rusland tot op zekere hoogte de erfgenaam van deze erkentelijkheid. Dat geldt bijvoorbeeld voor een aantal landen in zuidelijk Afrika, zoals Zimbabwe en Mozambique, waar bevrijdingsbewegingen een lange gewapende strijd voerden.

Andere landen hangen van Rusland af, bijvoorbeeld voor de strijd tegen binnenlandse opstanden of voor de levering van graan en meststoffen. Sommige landen durven daardoor geen standpunt innemen tegen Rusland. Hetzelfde geldt voor veel landen die vóór de resolutie stemden, maar die lieten dan hun afhankelijkheid van westerse partners doorwegen.

In sommige westerse media, vooral Amerikaanse, lijkt het alsof de democratische landen in Afrika vóór en de autocratische landen tegen de VN-resolutie gestemd hebben of zich onthielden. Maar dat is erg kort door de bocht. Twee van de meest gevestigde Afrikaanse democratieën, Zuid-Afrika en Senegal, onthielden zich niet alleen, ze proberen ook net te bemiddelen.

Bemiddelen

“We voelen ons als Afrikanen helemaal niet betrokken bij dit conflict”, vertelt Alphonse Ntumba Luaba, die een lange staat van dienst heeft in de Congolese en Afrikaanse politiek. “Europeanen gaan met elkaar in de clinch over macht en invloed. We hebben niet het gevoel dat het over waarden gaat. Voor ons is de solidariteitsgolf met Oekraïne choquerend, omdat die ons confronteert met de dubbele standaarden in de compassie-business. De kans dat dit conflict ons zal verdelen, lijkt me bijzonder klein.”

Ntumba Luaba was van 2011 tot 2016 secretaris-generaal van de International Conference for the Great Lakes Region (ICGLR) en coördineerde in 2020 de cel die president Felix Tshisekedi’s voorzitterschap van de Afrikaanse Unie voorbereidde. Tijdens dat voorzitterschap, van februari 2021 tot februari 2022, was hij Tshisekedi’s rechterhand.

Ntumba Luaba
“We voelen ons als Afrikanen helemaal niet betrokken bij dit conflict”, vertelt Alphonse Ntumba Luaba (foto: Kinshasa, 23 februari 2016, Radio Okapi, John Bompengo).

Wat hij vindt van de Afrikaanse pogingen tot bemiddeling met Rusland? Hebben die kans op slagen? “Ik vind het goed dat Sall en Ramaphosa proberen te bemiddelen. We weten niet of het gaat lukken, maar beter dit dan nietsdoen. Velen hebben het gevoel dat Poetin op zoek moet naar een uitweg zonder gezichtsverlies. Misschien kan Afrika daar een rol bij spelen.”

Ntumba Luaba heeft een groot inzicht in het reilen en zeilen binnen de Afrikaanse multilaterale instellingen en de verschillende gevoeligheden die er spelen. Beschouwt hij het stemgedrag over de VN-resolutie ook als een keuze tegen democratie, een symptoom van opkomende alleenheerschappijen?

“Ik denk niet dat het veel zegt over hoe landen hier wel of niet aankijken tegen democratie en goed beheer. Wél over het internationaal bestuur dat ons hier vanuit het Westen wordt opgelegd. Dat zijn we grondig beu. We vinden het vooral hypocriet.”

Kris Berwouts

Dit artikel verscheen op 9 mei 2022 op de website van MO* (met dank voor de overname): https://www.mo.be/analyse/waarom-afrikaanse-landen-zich-liever-niet-bemoeien-met-de-oorlog-van-rusland

Een Engelse vertaling is eveneens beschikbaar:

Kris Berwouts, Russian influence in Africa prevails. Why African countries prefer not to get embroiled in Russia’s war, (vertaling door Brita Vandermeulen), 18 mei 2022:  https://www.mo.be/en/analysis/why-african-countries-prefer-not-get-embroiled-russias-war


Lees verder (inhoud mei 2022)


Dit vind je misschien ook leuk...