Oekraïners zijn geen ‘mensen zoals wij’, het zijn mensen, zoals wij

Het heette snel dat die vluchtelingen uit Oekraïne ‘mensen zoals wij’ zijn en dat het dus veel makkelijker is om hen in België steun en onderdak te geven, speciaal voor hen gebouwde vluchtelingendorpen inbegrepen. Versta: dat zou veel makkelijker verlopen dan met asielzoekers die verder afgelegen oorlogen zijn ontvlucht en die er wat anders, minder hip en vaak ook havelozer uitzien.

Toppunt van zijn ‘zoals wij’: Oekraïense scouts trekken, precies zoals ‘onze’ kinderen, op zomerkamp naar de Ardennen. Daar is minister van Jeugd Benjamin Dalle (CD&V) zo verguld mee dat hij er een extra budgetje voor vrijmaakt. (O, als die skauty het daar in de bossen van Stavelot maar niet op een drinken zetten.)

De welwillendheid tegenover Oekraïense vluchtelingen, die alleen bestaat omdat ze zouden zijn ‘zoals wij’, heeft de komkommertijd echter niet overleefd.

Meer dan duizend Oekraïners ‘zitten vast’, zo meldt de krant deze week, in een tot transitcentrum omgebouwd kantoorgebouw in Brussel, omdat de opvangplekken in Vlaanderen ‘opdrogen’. Ja, er zijn wel plekken beschikbaar, maar gemeenten houden die vrij voor Oekraïners die nu privé worden opgevangen, voor het geval hun gastgezinnen hen ‘beu worden’ (DS 18 juli).

Hoe kan dat nu, met ‘mensen zoals wij’, dat we hen ‘beu worden’? Alsof we ooit genoeg van onszelf zouden krijgen. Of is het zoals wel eens een ongelukkige viervoeter jammerlijk overkomt, aan een boom vastgebonden worden opdat het gezin onbekommerd met vakantie kan vertrekken? Naar het asiel ermee, en zo is de cirkel rond.

Dat ‘zoals wij’ is van meet af aan een illusie geweest, een misvatting. Want er bestaat geen archetypische, eenvormige, doorsnee ‘wij’ aan wie iedereen zich kan spiegelen. Het is met Oekraïners niet anders. ‘Wij’ proberen onszelf wel graag het tegendeel wijs te maken, zoals met dat holle gezemel over identiteit, dat doorgaans zo abstract en veralgemenend uitvalt dat het eindigt in banaliteit, platitudes en nietszeggendheid.

foto over Protest tegen de oorlog aan de Russische ambassade in Athene op 26 februari 2022
Protest tegen de oorlog aan de Russische ambassade in Athene op 26 februari 2022.

Dat Oekraïners – meestal – ook wit zijn en een christelijke achtergrond hebben, daar houdt het ‘zoals wij’ ongeveer op. Wat zij onderling op een zeer acute manier wel gemeen hebben, is de contingentie, de concrete omstandigheid waarin ze hier en nu verkeren, dat ze helaas goede redenen hadden om hun land te ontvluchten.

De rest is wat wij en zij er, individueel en collectief, zelf van maken. Amnesty International en Vluchtelingenwerk Vlaanderen hebben geprobeerd om de abstractie in die opdracht concreet te maken: ‘Met de automatische bescherming van mensen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten, hebben we gezien dat ­solidariteit en mensenrechten het kompas kunnen zijn voor ons asielbeleid.’ (DS 2 mei

Hier geen geneuzel dus over zijn ‘zoals wij’, wel een bewust, erg praktisch en concreet engagement voor solidariteit en mensenrechten. Zolang dat engagement standhoudt, is het risico onbestaande dat we mensen die dan toch niet helemaal blijken te zijn ‘zoals wij’, uiteindelijk ‘beu worden’. Een extra komma kan al het verschil maken: het zijn mensen, zoals wij.

Marc Reynebeau

Marc Reynebeau is historicus en senior writer bij De Standaard. Afgelopen zomer woog hij elke dag het komkommertijdgehalte van de actualiteit. Deze column verscheen in De Standaard van 19 juli 2022.


Lees verder (inhoud september 2022


Dit vind je misschien ook leuk...

We use cookies to personalise content and ads, to provide social media features and to analyse our traffic. We also share information about your use of our site with our social media, advertising and analytics partners. View more
Accept